Tegen de stroom – John Hogervorst

Tegen de stroom – John Hogervorst

Urgent

De problemen rijzen de pan uit, en dan bedoel ik problemen als armoede, oorlog, onderdrukking, uitbuiting en ga maar door. Ze worden steeds urgenter, ze schreeuwen om een oplossing maar alles wat er aan gebeurt, is symptoombestrijding.

De sociale driegeleding vormt de basis om deze en andere actuele vraagstukken in hun samenhang te kunnen zien en begrijpen en biedt daaruit voortkomende handelingsperspectieven. Niet dat de sociale driegeleding een gereedschapskist met toverspulletjes is, want kant en klare oplossingen voor de actuele vraagstukken bestaan niet. Maar de sociale driegeleding geeft een richting aan die naar een gezonde toekomst leidt en daarom benut ik elke gelegenheid om de sociale driegeleding ‘dichterbij te brengen’.

Inzicht

De sociale driegeleding dichterbij brengen, dat is alles dat eraan bij kan dragen dat vrijheid, gelijkheid en broederschap werkelijkheid worden door ze in hun eigen gebied in de samenleving een plek te geven.

De sociale driegeleding komt dichterbij wanneer mensen begrijpen wat sociale driegeleding is. Ze komt dichterbij wanneer mensen die haar begrijpen op basis van dit begrip naar de samenleving kijken en de actuele vraagstukken vanuit dit begrip te lijf gaan. Ze komt ook dichterbij wanneer mensen in hun samenwerking – in een onderneming, een vereniging, een school of wat dan ook – de sociale driegeleding als uitgangspunt van hun samenwerking nemen. Ze komt dichterbij wanneer ik als consument kies voor artikelen die op een menswaardige manier geproduceerd worden en een eerlijke prijs dragen; wanneer ik als ondernemer niet op mijn eigen behoeften maar op die van de consument gericht ben; wanneer ik mij als mediaconsument niet laat verdoven of manipuleren maar mij inspan om tot een gegrond oordeel te komen. Er zijn dus ontzettend veel mogelijkheden om de sociale driegeleding dichterbij te brengen.

In laatste instantie kun je zeggen: de sociale driegeleding komt dichterbij wanneer ik mij tot vrij mens ontwikkel.

In mijn ogen hebben we, ook in het zo beschaafde Nederland, geen vrij geestesleven, zoals ons rechtsleven niet echt op gelijkheid berust noch gelijkheid waarborgt, en zoals de economie een tegenbeeld van broederschap laat zien. Maar dat besef hoeft niet tot moedeloosheid te leiden. In tegendeel. Want de wantoestand die de moderne economie schept, kan in mij de vlam van de broederschap opwekken; onrechtvaardigheid kan in mij de wil opwekken om tot een werkelijke democratie te komen en de schijnvrijheid van ons geestesleven kan in mij het verlangen naar vrijheid doen groeien. En dat is waarschijnlijk ook de weg waarlangs wij ons in onze tijd ontwikkelen: via het waarnemen van de sociale werkelijkheid die we geschapen hebben de veerkracht ontwikkelen om tot een betere werkelijkheid te komen. Ook in gevangenschap kan een mens zich tot vrij mens ontwikkelen. Voorwaarde is dat je je bewust bent van het feit dat je gevangen zit.

Is dat vrijheid?

Als ouder van drie opgroeiende kinderen kan ik in Nederland geen school vinden waar echt en ten volle op basis van een pedagogische visie kan worden gewerkt die de mijne

is. Die school zou ik zelf, samen met anderen, moeten oprichten – en het onderwijs uit eigen zak betalen. Als ik ziek ben en een arts wil consulteren die mij kan behandelen op basis van een geneeskunde waarvoor hij en ik bewust kiezen, dan vind ik die arts niet. Die arts is namelijk met handen en voeten gebonden aan protocollen, wetten en regels. Hij durft mij niet te behandelen zoals zijn inzicht hem zegt, want hij is bang dat hij door mij of mijn familie, of door de inspectie, wordt aangeklaagd als het misgaat. Of die arts schrijft mij geneesmiddelen en therapie voor die ik zelf moet betalen, ondanks het feit dat ik belasting betaal, verzekerd ben en braaf mijn premies betaal.

Tegelijkertijd, en permanent, ben ik – en niet alleen ik – blootgesteld aan allerlei uitingen van een mens- en wereldbeeld dat niet het mijne is en dat mij van alle kanten wordt ingetoeterd. En ondertussen krijg ik op internet, op radio en tv en in de krant, een continue stroom van nieuws en nieuwsduiding voorgeschoteld die steeds meer aan emoties appelleert en waarvan ik mij, tenzij ik me in slaap laat sukkelen, ernstig moet afvragen wat leugen en wat waarheid is, om nog maar niet te spreken over de vraag waarom het ene feit tot nieuws wordt verheven terwijl vele andere feiten het nieuws niet halen. Dit is mijn positie in onze zo vrije samenleving. En je begrijpt dat ik nu wel over ‘ik’ spreek, maar dat ik het over ‘ons’ heb, over alle mensen die niet gedachteloos met de stroom willen mee dobberen, ook over mensen die een ander – maar ook ‘afwijkend’ – wereldbeeld hebben dan ik.

Zeker, ik kan letterlijk en figuurlijk denken en roepen wat ik wil, maar als ik op basis van mijn mens- en wereldbeeld iets wil doen – een beroep uitoefenen, een school oprichten, een therapie ondergaan – dan zal ik merken dat alles wat ik vanuit mijn ‘afwijkende’ mens- of wereldbeeld onderneem, verstrikt raak in wetten, regels en procedures die mij dwingen tot conformering. Is dat vrijheid?

Gouden kooi

Als mens mis ik dat wat het vrije geestesleven zou kunnen betekenen: deel hebben aan een veld waarin onderwijs, kunst, wetenschap, religie en alles waaraan mensen zich ontwikkelen, bruist, bloeit en floreert. Dáár zou de volle potentie van wat mensen in zich dragen tot uiting komen en ik ben er stellig van overtuigd dat wij ons nauwelijks een toereikend beeld kunnen vormen van de vruchten die zo’n vrij geestesleven zou voortbrengen. In een vrij geestesleven kunnen de antwoorden geboren worden die kunst, wetenschap, techniek, pedagogie, geneeskunde en noem maar op, kunnen geven op de grote en kleine vraagstukken van onze tijd. Er bestaat op deze wereld namelijk geen probleem dat de mens in principe niet zou kunnen oplossen. En dan bedoel ik niet een oplossing van het soort waarmee problemen al lange tijd ‘opgelost’ worden, namelijk dat de zogenaamde oplossing al de kiem vaneen volgend en nog groter probleem in zich draagt. Échte oplossingen kunnen gerealiseerd worden, maar niet zonder een vrij geestesleven.

Dit is het eerste aspect van wat ik zie als de gouden kooi waarin wij leven: als mens snak ik naar het vrije geestesleven. Daarnaast ben ik ook burger van een democratische staat. Als burger in Nederland ben ik zo langzamerhand op het punt gekomen dat ik de oppervlakkige, leugenachtige praatjes die de politiek beheersen, nauwelijks nog serieus kan nemen. Ik heb er een levensgroot probleem mee om als kiezer zogenaamd van belang te zijn in een stelsel waarin over mijn hoofd heen geregeerd wordt; waarin de waan van de dag heerst en waarin politici bevangen zijn door de gedachte dat men alles zou moeten regelen. Er heerst een structureel – en daardoor zichzelf waarmakend – wantrouwen ten opzichte van de burger die systematisch wordt afgehouden van het dragen van werkelijke medeverantwoordelijkheid. Alle goede bedoelingen van individuele mensen ten spijt, is het toch eigenlijk zo dat nagenoeg alles dat de politiek aanpakt misgaat en dat heeft ermee te maken dat men zich op gebieden begeeft, namelijk in het geestesleven en in het economische leven, waar politiek en staat buiten dienen te blijven. Als burger ben ik buiten spel gezet en mag ik eens in de zoveel tijd een

symbolische handeling voltrekken, door te stemmen.

Tot slot ben ik niet alleen mens en burger, maar ook nog consument, en misschien ook wel actief werkend in de economie.

Als consument wordt ik dagelijks van alle kanten bestookt met een aanhoudende stroom van prikkels die mij dit of dat willen laten kopen. Die prikkels zijn overal, niet alleen in de ‘blote reclame’. Met geurtjes, kleurtjes, met het aantasten van mijn zelfbeeld, op alle mogelijke manieren word ik belaagd als een opgejaagd dier. Tienduizenden van de knapste kopen van de wereld zijn dagelijks bezig om te onderzoeken hoe ze de consument nog geraffineerder kunnen manipuleren. Dat is mijn positie als consument in onze huidige economie.

En als mens die mogelijk in de economie werkzaam is? Grote kans dat ik daar gedwongen ben om, van de andere kant, mee te doen in het manipuleren en leegschudden van de consument. Door mee te werken aan de productie van artikelen die niet deugen, die het milieu schaden, of waarop niemand echt zit te wachten. Of door diensten aan te bieden die niet tegemoetkomen aan wat mijn klanten werkelijk verlangen. Door ze voor te spiegelen dat ze toch echt niet zonder dit of dat door het leven kunnen. Als consument, maar evengoed als werker in de economie, ben ik gekluisterd in een wereldomspannend systeem dat in de diepste zin van het woord ‘vuile handen’ oplevert. We hebben allemaal ‘vuile handen’, of we willen of niet, of we ons er van bewust zijn of niet.

Waarom houden we deze sociale werkelijkheid in stand? Wie kan en wil een situatie als deze – wanneer hij of zij deze situatie althans inziet – laten voortduren?

Vrijheid, gelijkheid, broederschap

Vrijheid, gelijkheid en broederschap zijn idealen die in ieder mens leven. Ik heb op veel plekken en met veel mensen over deze idealen kunnen praten en ik ben letterlijk nog nooit een mens tegengekomen die zoiets zegt van: ‘Die vrijheid, gelijkheid en broederschap – daar zie ik niks in.” Ergens in zichzelf, herkent ieder mens de betekenis van deze idealen. En natuurlijk zijn er in de werkelijkheid van het leven redenen waarom mensen niet naar die idealen handelen. Bijvoorbeeld omdat ze hun onderlinge samenhang niet begrijpen; omdat ze angst hebben voor wat vrijheid is; omdat ze door het leven gedeukt en gebutst zijn en eerst aan zichzelf denken; omdat ze de betekenis van een ideaal nooit hebben ervaren; omdat ze vast zitten in hun eigen levenssituatie, aan hun levensstandaard, rechtspositie of wat dan ook.

Wie de sociale driegeleding in zich opneemt, zal merken dat hij zich niet meer als een visje met de stroom mee kan laten voeren. Hij zal in steeds meer dingen tegen de stroom in moeten zwemmen, om te beginnen in zijn denken. Dat kan vermoeiend zijn. Maar het geeft ook een oneindige kracht! Voor mij zit er een groot geheim verscholen in de sociale driegeleding en dat heeft ermee te maken dat hoe beter je de driegeleding begrijpt, hoe dieper die driegeleding in je innerlijk naar beneden zakt – hoe meer kracht je er uit put. De vraag of de driegeleding ooit gerealiseerd wordt is een verkeerde vraag; een vraag die alleen gesteld kan worden vanuit het perspectief van iemand die de driegeleding niet kent. Wie de driegeleding ervaart, beseft dat eenvoudigweg alles ondernomen moet worden om de sociale driegeleding te belichamen: tot aardse werkelijkheid te maken. Daaraan mee te werken levert in termen van kracht, moed of inspiratie, meer op dan het kost.

Het is, zeker in de jaren sinds de financiële crisis, prachtig om te zien hoe er wereldwijd steeds meer mensen zijn die tegen de stroom in zwemmen en met initiatieven en oplossingen komen die aan de sociale driegeleding raken. Ze streven naar de juiste prijs, zonder de sociale driegeleding te kennen. Ze proberen het geldsysteem te veranderen,

bewust te consumeren en te produceren, ze vinden nieuwe manieren om menswaardig samen te werken, om solidair te zijn met anderen, om welvaart te delen en uit te breiden. Ze ontwikkelen onderwijs naar hun eigen inzicht dat gericht is op concrete kinderen en hun behoeften, ze zorgen voor een vrij geluid in de media of proberen de democratie een stap verder te ontwikkelen. Of zij de sociale driegeleding kennen of niet, het zijn wat mij betreft geestverwanten: mensen die sociaal begaan zijn en met gezond verstand de handen uit de mouwen willen steken. Daar kan menig antroposoof nog wat van leren. De sociale driegeleding is voor alle mensen.

John Hogervorst

John Hogervorst is redacteur van het tijdschrift Driegonaal en stichter van de uitgeverij Nearchus C.V. die deel is van een associatief samenwerkingsverband van verschillende bedrijven. John Hogervorst geeft publicaties uit over de leer van de sociale driegeleding van Rudolf Steiner. Hij geeft ook cursussen en voordrachten over de sociale driegeleding. John Hogervorst heeft veel bestuurlijke ervaring die hij inbrengt in de Summer Foundation waarvan hij directeur is en die ideeën over nieuwe samenlevingsvormen in de 21ste eeuw onder de aandacht wil brengen. De sociale driegeleding is al lang de rode draad in zijn leven. Hij publiceerde o.a. De moderne consument in een associatieve economie (2008) en Rudolf Steiner: revolutionair zonder revolutie (2014).