Het dominante ontwikkelingsmodel, de collateral damage, en wie er beter van wordt

Het dominante ontwikkelingsmodel, de collateral damage, en wie er beter van wordt

over milieu en ontwikkeling in Noord-Zuid-Arm-Rijk perspectief
Door Alma De Walsche en Esther Vandenbrouck

De twee voorbije decennia zijn, vanuit ecologisch oogpunt gezien, gekenmerkt door een explosieve groei in de ontginning van natuurlijke rijkdommen (fossiele brandstoffen, ertsen en mineralen, …) en de vernietiging van natuurlijk kapitaal (water, bossen, biodiversiteit). Dit fenomeen heeft te maken met het feit dat we in een volle wereld leven, maar vindt vooral zijn oorsprong in het streven naar onafgebroken economische groei. Dit streven is het fundament van ons ontwikkelingsmodel in het Noorden, maar sinds kort is dit ook het spoor dat gevolgd wordt door een aantal landen in het Zuiden.

De milieulast van dit dominante model, waar vooral het Noorden de vruchten van plukt, wordt in onevenredige verhouding afgewenteld op het Zuiden. Daar zorgt het in toenemende mate voor sociale conflicten en grove schendingen van de mensenrechten, waar multinationale bedrijven en arme leefgemeenschappen lijnrecht tegenover elkaar staan, of zwakke regeringen bezwijken voor financiële verlokkingen. Het milieuprobleem en het sociale probleem zijn in het Zuiden onlosmakelijk met elkaar verbonden. Niet alleen worden die landen leeggeplunderd, maar hun ontwikkelingskansen worden hen ook ontnomen. Dit geldt voor de volgende generaties, maar ook voor de huidige bevolking, wat zich al uit in de onophoudelijke stromen milieu- en economische vluchtelingen. Bovendien wordt het duurzaamheidsdiscours vaak zodanig van zijn eigenlijke betekenis ontdaan, dat het Zuiden ook nog eens het slachtoffer dreigt te worden van de “groene” oplossingen van het Noorden ( Social Corporate Responsability, biobrandstoffen…).

Uit deze neerwaartse spiraal geraken, is ook voor het Zuiden geen gemakkelijke opdracht, want de achterstand is groot en de zuigkracht van het dominante model sterk. Bovendien ligt er geen alternatief voor het grijpen. Bedoeling van de studiedag is deze verre problematiek, die zo verweven is met ons comfort, van naderbij te bekijken. Hierbij zal speciale aandacht gaan naar de manier waarop dit proces zich voltrekt in Latijns-Amerika en zullen we ons vooral laten inspireren door het gedachtegoed van Joan Martinez Alier en de ecologische economie.

Gezien onze duizelingwekkende koolstofschuld tegenover het Zuiden, hebben wij in het Noorden immers een ontzettende verantwoordelijkheid om mee te zoeken naar alternatieven. Of om het met de woorden van Sunita Narain (Center for Science and Environment, Delhi, India) te zeggen: ‘Omdat het Zuiden de pech heeft aan zijn ‘ontwikkeling’ te beginnen op een moment dat de wereld vol is, de grondstoffen uitgeput en de afvalputten verzadigd zijn, kunnen wij jullie model niet navolgen. Daarom is het ook de verdomde plicht van het Noorden om mee te zoeken naar een alternatief ontwikkelingsspoor, naar nieuwe vormen van moderniteit.’