Ken het verschil tussen prijs en waarde – Kees Klomp

Ken het verschil tussen prijs en waarde – Kees Klomp

Alleen zaken die alles en iedereen –sociaal en ecologisch – laten floreren, vertegenwoordigen échte waarde.

Wellicht heb je wel eens gehoord van de prachtige uitspraak die schrijver Oscar Wilde meer dan honderd jaar geleden deed: “mensen kennen van alles de prijs, maar van niets de waarde.” Wat mij betreft is de inhoud van deze oude uitspraak actueler dan ooit en niets meer en minder dan dé verklaring voor de momenteel heersende economische en ecologische crises.

Een maatschappij is meer dan het Bruto Nationaal Product

Ons huidige maatschappelijke systeem ligt op zijn gat omdat we in de loop der jaren alles monetair hebben gemaakt. Alles draait om geld. Alles heeft een prijs. Daarmee hebben we de prijs en de waarde der dingen gelijkgesteld. Waarmee alles tot handel is verklaard. We behandelen de maatschappij als markt. We drukken de kwaliteit van leven in een samenleving uit in dat wat die samenleving produceert en consumeert: het Bruto Nationaal Product. Het gaat beter met een maatschappij naarmate deze meer produceert en consumeert. Groei moet dus. We zijn verworden tot homo economicus; we bestaan als mens nog slechts als producent of consument. Dit is niet alleen een grove schending van de werkelijkheid, maar het werkt ook een buitengewoon destructieve kracht in de hand: winstbejag. Begrijp me niet verkeerd; ik heb niets tegen winst. Ik wil slechts schetsen dat winstbejag en hebzucht hetzelfde zijn en tot niets dan lijden leiden. In een maatschappij waarin alles wordt uitgedrukt in geld, worden zoveel mogelijk vergaren en bezitten de – onterechte – equivalenten van een gelukkig en succesvol leven. Groei wordt ongebreideld. Welvaart wordt welzijn. Om zoveel mogelijk welvaart te verkrijgen moet er zoveel mogelijk winst worden gemaakt. En om zoveel mogelijk winst te maken moeten de opbrengsten/baten zo hoog/maximaal mogelijk, en de kosten/lasten zo laag/minimaal mogelijk worden gehouden. Hoe groter de marge tussen beiden, hoe lucratiever en succesvoller het bedrijf. En dáár gaat het – helemaal –mis…

Turbokapitalisme

Het huidige turbokapitalisme waarin winstmaximalisatie hoogtij viert, ontmoedigt conventionele ondernemers niet alleen om te investeren in constructieve zaken als kwalitatief goede lonen, huisvesting en grondstoffen – want die ‘kosten’ drukken allemaal het bedrijfsresultaat – maar wat nog veel erger is; het moedigt aan om allerlei wezenlijke en werkelijke kosten te ontkennen. Het wegmoffelen van allerlei kosten ter meerdere glorie van het heilige – winstgevende – bedrijfsresultaat is dan ook aan de orde van de dag. Er is binnen de economische contreien zelfs een heus woord voor bedacht: (negatieve) externaliteiten. Dat zijn kosten die wel door een onderneming worden gemaakt, maar niet door de ondernemer worden betaald. Waarmee ze dus feitelijk gezien door worden geschoven naar de maatschappij. Ze worden verborgen en/of vermeden. Een voorbeeld: een bedrijf produceert een product en doet dit ten koste van het milieu. De productie veroorzaakt milieuvervuiling. Deze vervuiling en de ecologische schade die deze berokkent is hartstikke reëel, maar de kosten hiervan worden niet meegerekend in de prijs van het product. Zo maakt het product zakelijk gezien winst, maar wordt er maatschappelijk gezien verlies geleden. De onderneming en ondernemer worden er beter van, maar de maatschappij wordt er immers slechter van.

Negatieve externaliteiten

In zijn boek De waarde van niets formuleert Raj Patel het principe als volgt: ‘Als er niet wordt betaald voor negatieve externaliteiten, stelen zij die daarvan profiteren in feite van degenen die voor de kosten moeten opdraaien’. Het is dus goed om je te beseffen dat de eerstvolgende keer als je voor het supermarktschap staat en het laagst geprijsde ‘conventionele’ product uit het aanbod kiest in plaats van de duurdere ‘duurzame’ (biologisch, organisch, ecologisch) of ‘eerlijke’ (fairtrade) producten, er een grote kans bestaat dat je meewerkt aan het wegmoffelen van kosten en het berokkenen van maatschappelijke schade. Het maakt je feitelijk gezien tot heler en/of medeplichtige. Duurzame en eerlijke producten zijn eigenlijk helemaal niet duurder. Ze zijn zelfs spotgoedkoop, omdat ze geen natuurlijke hulpbronnen uitputten of boeren in derdewereldlanden uitbuiten. Duurzaam en eerlijk is dus helemaal geen deugd; wie zijn zakken vult met het verkopen van niet-duurzame en niet-eerlijke producten is geen goed ondernemer, maar een mens die een ecologische of sociale misdaad begaat! Maatschappelijk meedogende ondernemers zijn zich hier terdege van bewust. Ze (h)erkennen het gigantische verschil tussen de prijs en de waarde der dingen. Bij Maatschappelijk Meedogend Ondernemen wordt er daarom op een fundamenteel andere manier naar opbrengsten en kosten gekeken. Het draait de zaken letterlijk om; het maakt de kosten belangrijker dan de opbrengsten. Maatschappelijk Meedogende Bedrijven brengen de beperkingen van hun dienstbaarheid en/of duurzaamheid zo maximaal mogelijk in rekening. Bij Maatschappelijk Meedogend Ondernemen streven bedrijven er eerst en vooral naar om constructief bezig te zijn voor het grotere geheel, en staat de moed centraal om opbrengsten te combineren met maximale kosten. Het is in tegenstelling tot conventioneel ondernemerschap niet maximaal op shareholders (in)gericht. Maatschappelijk meedogende ondernemers rekenen zich niet rijk door allerlei kosten te ontkennen en/of miskennen, maar investeren zoveel als zakelijk gezien mogelijk is in het welzijn van alle levende wezens. De kunst is niet om zoveel mogelijk marge te maken, maar om zoveel mogelijk marge weg te geven in dienst van een zo duurzaam en dienstbaar mogelijk product of dienst.

Maatschappelijk mededogend ondernemen

In het boek Aanwijzingen voor de kok waarin het verhaal achter het bedrijf Greystone Bakery uiteen wordt gezet, zegt zenmeester en maatschappelijk meedogend ondernemer Bernie Glassman hierover: “Hoe meer beperkingen we aanvaarden, hoe meer aspecten van de werkelijkheid we kunnen zien, en hoe beter de werkelijkheid zien, hoe succesvoller onze onderneming zal zijn”. Maatschappelijk meedogende bedrijven maken minimale economische winst, maar creëren maximale maatschappelijke waarde. Zakelijke winst – profit – behalen is relatief eenvoudig; tegelijkertijd zakelijke, persoonlijke én maatschappelijke winst – benefit – behalen is een stuk moeilijker. Maatschappelijk meedogende bedrijven verdienen wel geld, maar nooit ten koste, maar juist ten bate van de mens en de maatschappij. Maatschappelijk meedogende ondernemers drukken hun succes dan ook niet uit in monetaire, meetbare eenheden (omzet, winst, beurswaarde -> geld) maar in onmetelijke elementen (mededogen, betekenis, liefde -> geluk). Geld is slechts een middel om aan te wenden en te gebruiken in dienst van het enige échte doel vanuit de boeddhistische waardetheorie: welzijn voor alle levende wezens. Alleen zaken die alles en iedereen –sociaal en ecologisch – laten floreren vertegenwoordigen échte waarde.

Kees Klomp

Kees Klomp studeerde politicologie en communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij was werkzaam als adviseur bij de internationale marketing/communicatieadviesbureaus BBDO, Y&R en TBWA en werkte in die hoedanigheid voor vele (inter)nationale merken en als algemeen directeur van EMI Music. In 2006 richtte hij Karmanomics op, een bedrijf dat een expliciet geluksgerichte visie op bedrijfsvoering hanteert: Maatschappelijk Meedogend Ondernemen of Corporate Compassion. Kees Klomp laat zich actief inspireren door het (seculiere, toegepaste en geëngageerde) boeddhisme en beschouwt de leraren Thich Nhat Hanh, Bernie Glassman, David Loy, Noah Levine en Stephan Batchelor als belangrijke inspiratiebronnen. Kees Klomp publiceerde drie boeken over het snijvlak tussen boeddhisme en ondernemen: Verlichting in Business; het pad naar persoonlijk geluk, zakelijk succes en maatschappelijke voorspoed (2010), Karmanomics; wat bedrijven van het boeddhisme kunnen leren (2011) en Bloei! Werken aan geluk in organisaties (2012).