De groei van het Degrowth-debat – Nick Meynen

De groei van het Degrowth-debat – Nick Meynen

De degrowth-beweging telde zes jaar geleden 150 deelnemers. Begin september verzamelden zich inmiddels 3000 denkers in Leipzig. Op de agenda stonden talloze punten die de vernietigende kracht aantoonden van het idee ‘economische groei’. Een verslag van een congres, waar ook successen vielen te noteren. Ze geven richting aan een constructieve economie waarin de lange termijn regeert – en die de planeet intact laat.

Waarom verzamelden een recordaantal van 3000 denkers tussen 2 en 6 september in de Duitse stad Leipzig om over economische degrowth na te denken? Eén reden is dat een groeiende hoeveelheid onderzoek1 aantoont dat een beleid gericht op groei van het BNP veruit dé belangrijkste motor is achter de lange termijn vernietiging van de voorwaarden die het leven op aarde aangenaam maken. Een andere is dat het zinvol is om te onderzoeken naar hoe alle mensen op deze planeet op een aanvaardbaar niveau van welzijn kunnen leven, wat in het groeimodel onmogelijk is.

Volgens auteur en activiste Naomi Klein is “alles makkelijker dan je in te beelden hoe je het kapitalisme kunt veranderen”, maar dat is wél nodig om een klimaatcatastrofe te voorkomen. In meer politiek correcte termen zegt ook het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) dat – in een al uitgelekte kladversie2 van een rapport dat in november verschijnt. Naomi Klein zei dat als het over de aanpak van de klimaatcrisis gaat, we als mensheid catastrofaal falen. Niet in theorie – want in theorie zijn we bezig het probleem te beheersen – maar in de praktijk. Sinds de eerste klimaatonderhandelingen begonnen in 1990 zijn de emissies met 61% gestegen. Ze ziet de oprichting van een wereldwijd vrijhandelsregime, parallel aan de klimaatonderhandelingen, als een cruciale reden voor ons falen. “We moeten een economie hebben waarin de kwaliteit groeit van hoe we voor elkaar zorgen en die krimpt in de manier waarop we met grondstoffen omgaan.”

Alberto Acosta3, voormalig energie- en mijnbouwminister van Ecuador en professor in de economie, zei dat het niet genoeg is om gewoon te zeggen dat we van het groeiparadigma af moeten. Exact daarom focust deze conferentie van 2014, de vierde in rij, op concrete stappen naar de nieuwe economie die moet groeien als de oude economie krimpt. In wetenschappelijke debatten, workshops en tal van participatieve formats wisselen pioniers op sociaal, technologisch, ecologisch en economisch vlak informatie uit over wat er gaande is buiten de staat en de markt. De werelden van peer-to-peer, transitienetwerken en klimaatrechtvaardigheid smelten hier allemaal samen. Dat de degrowth-beweging groeit – van 150 deelnemers 6 jaar geleden naar 3000 nu – is geen tegenstrijdigheid. “Degrowth gaat over het krimpen van de economie gebaseerd op stijgende ontginning van niet-hernieuwbare hulpbronnen naar het groeien van al die kleine niches”, volgens Michael Narberhaus. De instorting van de ontginningseconomie zou volgens recent onderzoek wel eens sneller kunnen gebeuren dan meestal aangenomen4.

De negatieve connotatie van het woord degrowth zorgt ervoor dat veel mensen op zoek zijn naar een ander woord, zoals postgroei: hoe de samenleving eruit ziet als de ‘groei = goed voor iedereen’- mythe ontrafelt. De sfeer is hier ook alles behalve negatief geladen.

Silke Helfrich, die het populaire boek The Wealth of the Commons1 schreef kreeg het (thuis)publiek helemaal op de hand met haar verhaal over de wereld buiten de markt en de staat. Dan was er Nimmo Bassey, een Right Livelihood Award winnaar (een soort Nobelprijs voor milieuactivisten) die een paneldebat begon met een mix van rap en poëzie waar hij het publiek bij betrok. Nimmo praatte daarna over de verbanden tussen activisme rond klimaat rechtvaardigheid in het Zuiden en degrowth – debatten in het Noorden. Ook de overvloed aan artiesten en de zorg voor een zo milieuvriendelijk mogelijke conferentie droegen bij aan de het creëren van een creatieve hotspot vol positieve energie. Veel van de 3000 deelnemers zullen huiswaarts keren met de missie om binnen de organisatie waar ze werken op een volgende interne vergadering dit op tafel te gooien: We need to talk about degrowth.  Iedereen weet dat dit een harde noot om te kraken zal zijn. Een moderator met gevoel voor zelfrelativering zei dat het degrowth – debat tot nu toe vooral “een wetenschappelijke discussie van de bourgeoisie is”, beperkt tot gekke professoren, linkse studenten en alternatieve media. Maar het potentieel om allianties te maken is enorm, met naast de klimaatrechtvaardigheid activisten ook een op het eerste zicht onwaarschijnlijke partner: de vakbonden.

Hoe slaagde een degrowth – groep uit Engeland erin om een grote vakbond van de oliesector een memorandum te laten tekenen waarin staat dat de oliesector over 30 jaar moet verdwijnen? Door met de basis over werk in de degrowth – economie te praten. Elke job die in de oliesector verdwijnt moet vervangen worden door een job in de sector van de hernieuwbare energie – én het moet een publieke job zijn. Het gaat hier om gezondere jobs die werknemers ook een beter gevoel geven, een gevoel dat ze aan iets positiefs meewerken. “Eenmaal de militanten mee waren, moest de top van de vakbond wel volgen,” vertelde Jonathan Neale, van de UK 1 million climate jobs campaign. Of zoals ingenieur Willi Haas zei: “Politici zeggen altijd dat we BNP-groei nodig hebben, omdat we banen nodig. Waarom de destructieve omweg? Waarom niet gewoon direct de banen creëren?” Ongeacht wat de mainstream media vertellen bestaat er wel degelijk onderzoek om die these te staven. Een recente studie van het IDDRI (Institut de développement durable et des relations internationales)2 laat zien dat er geen duidelijke correlatie tussen BNP-groei en jobgroei is. Het rapport stelt: “Voor auteurs van zeer verschillende overtuigingen is er geen noodzaak voor korte termijn groei om werkgelegenheid te creëren. De grootste noodzaak is dat het beleid rechtstreeks voor werkgelegenheid zorgt.”

De armste helft van de wereldbevolking bezit minder dan de 85 rijkste mensen op aarde3. Thomas Pikkety bewees dat als we niets doen aan de al stijgende ongelijkheid4 dat de trend zich in de 21ste  eeuw zal doorzetten. Zelfs een aantal ‘tot inzicht gekomen’ rijken realiseren nu al dat ze daar niet mee zullen wegkomen. De degrowth – economie is daarom niet alleen nodig om over te schakelen naar een samenleving die binnen planetaire grenzen leeft – ze is volgens arm en (sommige) rijk(en) nodig om een versnellend maar uiteindelijk zelfvernietigend proces van rijkdomconcentratie tijdig te stoppen. Degrowth zegt dat we voorbij de reductie van armoede naar de reductie van rijkdom moeten kijken. Ze stelt voor om te evolueren van groei van het BNP naar groei in welzijn voor iedereen. Of dat nu is door middel van buen vivir of transitiesteden of P2P

(peer to peer) of bruto nationaal geluk: de ene weg is al geschikter voor de ene samenleving dan voor de andere. Ashish Kothari en Alberto Acosta zeggen terecht dat we niet hetzelfde model voor iedereen nodig hebben. Geschiedenis en culturele waarden kun je niet buiten beschouwing laten.

Het doel van congressen zoals die in Leipzig is dat bewegingen, gemeenschappen, academici, vakbonden en andere niches in de civiele samenleving convergeren als rivieren tot een stroom, een stroom die door zijn gecombineerde sterkte de dammen van de oude economie afbreekt. En als de stroom overstroomt, kan hij snel het degraderende landschap rondom weer vruchtbaar maken.

Nick Meynen

Nick Meynen studeerde fysische aardrijkskunde en internationale onderzoeksjournalistiek. Hij is zelfstandig journalist en communicatiemedewerker van het European Environmental Bureau, een federatie van Europese burgerorganisaties inzake milieu. Hij geeft lezingen over o.a. diverse aspecten van Nepal, groene economie, conflicten in Azië en trektochten met baby en peuter. Nick Meynen publiceerde de boeken Nepal: Nieuwe wegen in de Himalaya (2010) en Wandelen met Flora (2013).