De keerzijde van de mijnbouwboom

De keerzijde van de mijnbouwboom

Door Daan Janssens

De geopolitieke conflicten die gepaard gaan met de stijgende vraag naar energie, zijn ons bekend van de oorlogen en spanningen in het Midden Oosten. De ‘ontwikkelde’ wereld is tot oorlogen bereid om d.m.v. toegang tot de energiebronnen zijn macht en welvaart vrij te stellen. Maar ontwikkeling en welvaart wordt niet enkel gecreëerd door energie maar ook door materialen. Voor alle natuurlijke hulpbronnen geldt vandaag dezelfde machtsstrijd. Wij focussen hier op mijnbouw en de toegang tot de minerale rijkdommen.

In een tweede deel concretiseren we ons verhaal door in te gaan op een opstartend mijnbouwproject dat het leven van duizenden Peruaanse boeren en het ecosysteem van het Amazonewoud in gevaar brengt, het Río Blancoproject.

Deel I : ‘Mijnbouwboom’ oorzaak van een tweede kolonisering ?

Goud in uw computer, zilver aan uw pols, coltan in uw gsm, koper in uw huis. Metalen en mineralen worden massaal ontgonnen en zijn mede de basis voor onze ontwikkeling en welvaart. Vandaag worden volgens het United States Geology Service meer dan 2000 keer meer mineralen geëxploiteerd dan in 1970. De wereldbevolking is vervierdubbeld op 100 jaar en blijft groeien. Daarnaast blijft natuurlijk ook de ‘ontwikkeling’ toenemen. Vandaag zorgt China voor 1/3 van de mondiale vraag naar mineralen. En de vraag blijft stijgen, resulterend in een stijging van de grondstofprijzen. Tussen 1999 en 2006 vermenigvuldigde de gemiddelde prijs voor mineralen met factor 3 en voor metalen zoals goud en koper was dat respectievelijk maal 7 en maal 5.

De mijnbouwindustrie afkomstig uit voornamelijk westerse landen vaart er bijzonder goed bij. Nooit in de geschiedenis waren de winsten zo hoog en nooit zag de toekomst er zo glorieus uit voor hen. In het derde jaarverslag van de globale mijnbouwindustrie “mine let the good times roll’ staat te lezen : “The 40 mining companies included in the analysis, which represent over 80% of the total global industry by market capitalisation, reported a 59% increase in aggregate net profits for 2005, up from $28bn to $45bn. This compares to aggregate profits of just $5bn in 2002..”

De meeste natuurlijke rijkdommen worden in het Zuiden geëxploiteerd, waar de overheden niet te sterk reguleren en er een financieel gunstig klimaat heerst. De globale neoliberale economische politiek is vandaag in volle fase van operationalisering. De heroriëntatie van de Wereldbank, het IMF en de creatie van de WTO, zijn gebeurd. Vandaag worden aan sneltempo nog bilaterale en multilaterale vrijhandelsakkoorden afgesloten. In het laatste decennium hebben de meeste Zuiderse landen hun mijnbouwwetgeving aangepast ifv van een vlotte toegang voor directe investeringen. Een herdefiniëring van de rechten en verplichtingen voor investeerders, verhoging van incentieven, deregulering en privatisering van de mijnbouwsector zijn klassieke hoofdstukken. Verhoogde incentiven betekent onder meer een reductie van fiscale normering, liberale importtaxen, fiscale uitzonderingen voor ingevoerde technologie en materialen voor mijnbouw, liberale immigratiewetten voor expats, etc. Niet enkel de liberalisering en deregulering o.i.v. economische lobby zijn oorzaken van de mijnbouwboom. Ook de politieke machten staan erop om hun welvaartsniveau te kunnen behouden en te vergroten. Het geopolitieke machtsspel en de bijhorende conflicten dat we kennen als gevolg van de energiecrisis is dus op dezelfde wijze bezig met mineralen.

Westerse mogendheden proberen zo snel mogelijk toegang te krijgen tot de natuurlijke hulpbronnen van deze wereld. Dit resulteert de laatste jaren in een nieuwe goldrush of wat men zelfs noemt een tweede kolonisering. Deze kolonisering is ook territoriaal van aard. Vandaag is deze weliswaar voornamelijk door economische machten gedreven en minder door politieke. Van het land Peru is vandaag bijvoorbeeld een kleine 20% van het grondgebied geconcessioneerd door buitenlandse investeringen. En het aantal concessies stijgt in Peru met 9,6% per jaar.

De impact op de lokale gemeenschappen

De meeste lokale gemeenschappen in het Zuiden leven van landbouw. Daarvoor zijn landbouwgrond en water noodzakelijke voorwaarden. Water en land zijn ook de 2 grondstoffen die de mijnbouwsector nodig heeft om zijn activiteiten uit te voeren. Als je weet dat per ton erts meer dan 1000 liter zoet water nodig is om de mineralen eruit te winnen, begrijp je dat de mijnbouwsector en grote concurrent is voor de landbouw. De mijnbouwsector stelt globaal 0,5% van de economisch actieve bevolking aan het werk maar gebruikt in vergelijking wel zeer veel grond en water. Door de huidige technologieën in mijnbouw waarbij aan open pit mining wordt gedaan, is de mijnbouwsector een arbeidsuitstotende economie. Slechts 2,6% van de lokale bevolking vindt een job als in hun streek aan grootschalige mijnbouw wordt gedaan omdat de meeste arbeidskrachten opgeleid moeten zijn. Miljoenen boeren worden vandaag genoodzaakt te migreren naar steden in deze wereld omwille van het feit dat hun enige duurzame bron tot overleven in handen is van buitenlandse bedrijven. Die plattelandsvlucht zorgt voor schrijnende situaties (werkloosheid, armoede,…) in de te snel aangroeiende steden.

Mensenrechtenschendingen en intense conflicten zijn wereldwijd het gevolg van deze nieuwe ‘goudkoorts’. Helaas wordt aan deze conflicten weinig aandacht geschonken in de media waardoor ze a.h.w. ook onbestaande zijn. De invloed van deze enorm machtige economische sector op de pers is vooral in het Zuiden een groot probleem.

Mijnactiviteit zorgt daarnaast ook voor verlies van cultuur, verdeling van gemeenschappen en een vergroting van de kloof tussen rijk en arm. Verschillende studies wijzen uit dat mijnbouw niet bijdraagt aan de lokale economische ontwikkeling.

De ecologisch impact

Ondanks de klimaatswijziging boomt deze energieverslindende activiteit. Volgens het Worldwatch Institute ging in 2003 7 tot 10% van de mondiale energieconsumptie naar mijnbouw. Volgens het World Resource Institute zou liefst 40% van de onbeschermde bossen in deze wereld bedreigd zijn door mijnbouw. De ecologische impact van mijnbouw situeert zich ook op de volgende domeinen:

  1. •Verzilting, verdroging en waterschaarste door de enorme massa’s zoet water die nodig zijn bij het extractieproces.
  2. •Het vrijkomen en migratie van zware metalen, vaak in ongebonden toestand in het ecosysteem.
  3. •De verplaatsing van duizenden tonnen erts zorgt voor sedimentatie in rivieren, vatbaarheid voor eolische en watererosie.
  4. •Ecologische passiva die achterblijven na exploitatie en de complete destructie van het oorspronkelijke ecosysteem op de site.
  5. •De migratie van hoog toxische cyanide (gebruikt bij o.m. goudwinning) in grond- en oppervlaktewater en het ecosysteem.
  6. •Er bestaat een reëel risico tot zure drainage in het geval van sulfidehoudende gesteenten.
  7. •Het risico op spills door dambreuken.

Op zoek naar een alternatief…

Het kapitalistisch economisch systeem mondialiseert sneller dan zijn regulerende instanties justitie en politiek. U en ik leven in dit tijdvak van de geschiedenis waar we als mensheid ons ecosysteem Aarde onomkeerbare wijzigingen laten doormaken als we nu geen actie ondernemen. Eén van die acties is om op mondiaal vlak een regulering of herdenking van het economische systeem te bewerkstelligen. Daarvoor is politieke wil nodig en een krachtdadig middenveld.

Als we dat toepassen op de grondstoffenproblematiek, dan is er hoge nood aan politieke daden om de macht en impact van de multinationale bedrijven aan banden te leggen. In Vlaanderen richtten we 2 jaar geleden CATAPA op om een sterke middenveldorganisatie te maken die specifiek het thema van extractieve industrieën op de (inter)nationale politieke agenda kan krijgen, en het middenveld terzake wil mobiliseren en sensibiliseren.

CATAPA, mijnbouw beweegt Noord en Zuid

CATAPA werd opgericht in 2005. We bestaan uit een 100-tal actieve jonge vrijwilligers en meer dan 1000 geïnteresseerden. We zijn een beweging van jonge vrijwilligers. CATAPA staat voor Comité Académico Técnico de Asesoramiento a Problemas Ambientales en wil vanuit een integrale aanpak deze problematiek benaderen. Het is immers niet enkel een milieuprobleem of een probleem van conflicten of mensenrechtenschendingen. Het is ook een economisch probleem, heeft te maken met juridische regulering, met de Noord-Zuidverhouding, met technologische innovatie, met de creatie van een mondiaal middenveld,… We willen dan ook samen met de mensenrechtenbeweging, de vredesbeweging, de milieubeweging, de N-Z-beweging, de vakbonden, het academisch milieu en de politiek forum vormen vanuit België.

CATAPA vindt dat het Zuiden recht heeft op de natuurlijke grondstoffen die er in de bodem zitten, voor zijn eigen ontwikkeling. We steunen de inheemse volkeren en boerengemeenschappen in deze strijd. Via sensibilisering en doorgedreven netwerking, lobbywerk en technische en juridische steun aan de boerengemeenschappen zorgen we voor de internationale poot van de strijd. CATAPA veroordeelt de veelvuldige mensenrechtenschendingen door de mijnbouwbedrijven en roept de lokale en Westerse overheden en de multinationale bedrijven ter verantwoording van hun daden. We geloven in een andere globalisering, waarin Noord en Zuid gelijke rechten hebben, waar plaats is voor duurzame ontwikkeling en écht maatschappelijk verantwoord ondernemen.

CATAPA werkt ook case-specifiek. We focussen ons voorlopig op enkele cases in Latijns-Amerika. We ondersteunen boerengemeenschappen in Guatemala, Peru en Bolivia. Omdat 2007 een sleuteljaar is voor de case die we opnemen in Peru, concretiseren we ons verhaal met deze case.

Deel II : Het Amazonewoud bedreigd door een Brits mijnbedrijf

Het Britse bedrijf Monterrico Metals plant om in Noord-Peru de grootste kopermijn van Peru te exploiteren, de Río Blancomijn. Het bedrijf is nu in zijn fase van exploratie. Samen met de boerengemeenschappen vindt CATAPA dat op deze plaats met de voorgestelde technologie geen duurzaam mijnbouwproject mogelijk is. We eisen dus de intrekking van de concessie, de terugtrekking van het bedrijf en de verklaring van de zone als een ‘rode zone’ voor mijnbouw.

De ecologische rijkdom van de Hoge Amazone in Noord Peru

Het project ligt immers aan het brongebied van het Amazonewoud in een uniek ecosysteem van nevelwouden en paramos. Door de klimaatswijziging wordt verwacht dat vele gletsjers in de hoge Andes zullen wegsmelten wat op termijn tot een verdroging aan beide flanken van de Andes kan leiden. Het unieke in Noord-Peru is dat er op de hoge toppen geen gletsjers zijn maar paramos. Door het unieke klimatologische systeem waarbij warme, vochtige winden van boven het regenwoud botsen op de koude winden die van de Humboldtstroom komen, is er een voortdurende regen. Die regen voedt het de Amazone via de Río Marañon. Mijnbouwactiviteit zou dit unieke microklimaat onomkeerbaar verstoren.

Er zijn slechts 4 plaatsen ter wereld waar dit unieke ecosysteem van paramos en nevelwouden voorkomen. Deze ecosystemen herbergen een enorm hoge biodiversiteit. In de regio van de Hoge Amazone komen 196 soorten zoogdieren voor, 25 ervan zijn met uitsterven bedreigd waaronder de zeldzame Andestapir. De streek heeft 439 vogelsoorten, waarvan 35 endemische. De Belgische ontwikkelingssamenwerking investeert sinds 2006 7,5 miljoen euro in die zone voor de economische ontsluiting van de landbouwproducten en de verdere bescherming van de unieke ecosystemen. WWF wil de huidige beschermde zone van de Santuario Nacional Namballe Tabaconas uitbreiden tot in Ecuador waardoor de concessies van het bedrijf Majaz midden in het nieuwe natuurpark zouden liggen.

Agua sí, mina no, de impact op de lokale gemeenschappen

De lokale boerengemeenschappen verzetten zich fel onder de slogan Agua si, mina no, of hetzij water ja, mijnbouw nee. Zij prefereren de duurzame landbouwactiviteit boven de arbeidsuitstotende mijnbouwsector. Het is immers een relatief welvarende zone met exportgerichte landbouw van organische koffie, mango’s, bananen, chirimoyas, limoenen, avocado’s, rijst, katoen, etc… Duizenden boeren stroomafwaarts zijn afhankelijk van het water dat door de paramo en de nevelwouden wordt opgevangen. Als het Britse bedrijf erdoor komt, zal de weg gebaand zijn om van de hele zone een groots mijndistrict te maken waardoor duizenden boeren in hun voortbestaan bedreigd zullen worden. Nu al hebben 14 verschillende multinationale bedrijven concessies en is 70% van de hele zone geconcessioneerd.

Grootse ambities, grootse winsten

Het bedrijf zegt dat Rio Blanco “one of the largest undeveloped copper resources in the world today” is. Het mijnbouwproject Río Blanco zal 210 miljoen liter water per dag gebruiken. Het watertekort dat daardoor ontstaat, zal dit vruchtbare gebied voorgoed veranderen in onbruikbare grond. Andere mijnen in Peru, zoals de Yanacocha goudmijn in Cajamarca, hebben dat aangetoond. De koperproductie zal 440.000 ton per jaar bedragen, dagelijks willen ze zo’n 70.000 ton rotsen afgraven, waarvan 68.000 ton (vervuild) afval zal zijn. Het project werd in april 2007 volgens analysten zwaar onder de marktprijs verkocht aan het Chinese Zijin voor 1,4 miljard dollar. Zowel de overheid als het bedrijf zijn bereid over lijken te gaan om dit project mogelijk te maken.

Lokaal en internationaal verzet, sleutel tot de oplossing

De boeren voeren sinds 2002 georganiseerd verzet in Rondas Campesinas (Boerenkringen). NGO’s, kerkelijke organisaties en andere basisbewegingen nemen deel aan het protest. In 2004 en 2005 namen duizenden boeren deel aan vreedzame protestacties. Twee keer viel hierbij een dode, toen de politie en veiligheidsdiensten van het mijnbedrijf gewelddadig ingrepen. Niet enkel boeren, ook medewerkers van NGO en van de kerk liggen onder vuur nadat ze zich uitspraken tegen de exploratie van de Majazmijn.

Hoewel de Peruaanse regering Monterrico Metals de concessie om koper te ontginnen toekende, is de Majazmijn illegaal. De gronden waarop Majaz gevestigd is, is eigendom van de plaatselijke bevolking, die toestemming moet geven om deze gronden te exploreren. Deze toestemming is er niet. Ondanks de illegaliteit van het project is Monterrico Metals vast van plan te exploiteren. Het is voor hen enkel nog wachten op de goedkeuring van hun Milieu-effectenrapport. Het rapport van deze studie wordt begin 2008 verwacht. Met CATAPA willen we dit milieu-effecten rapport grondig analyseren.

Hoewel het mijnproject in volle ontwikkeling is, kan het nog steeds worden tegengehouden. En deze strijd wil CATAPA op internationaal vlak mee voeren. We ondernamen daartoe al verschillende acties. Enkele voorbeelden zijn:

  1. •een desinvesteringscampagne om investeerders en aandeelhouders te wijzen op de illegaliteit en de mensenrechtenschendingen van het mijnbouwproject
  2. •verschillende lobbydossiers over de mensenrechtenschendingen in de pers en naar overheid en lobbywerk dmv we een uitwisseling met Nicanor Alvarado, een Peruaanse boerenleider. – een hoorzitting in het Europees en het Brits Parlement en expertenmissies naar de zone in Noord Peru.
  3. •een internationale briefschrijfactie met FIAN international
  4. •een directe actie in London aan de hoofdzetel van het bedrijf

Oproep

Rond 10 augustus zal in Noord Peru een Referendum plaatsvinden waar de bevolking voor of tegen het mijnbedrijf kan stemmen. We willen zoveel mogelijk internationale observatoren ter plaatse hebben als waarnemers. Iedereen kan zich aanmelden. We zoeken partners in België en internationaal om een sterke beweging te kunnen uitbouwen en om in 2008 een internationaal mijnbouwcolloquium te organiseren in Brussel. Geïnteresseerde organisaties of individuen kunnen zich aandienen bij ons.

Meer info op www.catapa.be Vanaf 1 september zal onze website ook beschikbaar zijn in het Frans, Engels en Spaans.