Het einde van een wereld

Het einde van een wereld

Zal het einde van de wereld op 21 december 2012 plaats vinden? Lange tijd heb ik geen enkele aandacht geschonken aan de fameuze profetie toegeschreven aan de Maya’s.  Maar sedert enkele maanden ondervragen mij talrijke personen over de kwestie als zij me vaak verzekeren dat hun adolescenten beangstigd zijn door de berichten die zij op het internet lezen, of getekend zijn door 2012, de hollywoodiaanse catastrofefilm. Is de
Mayaprofetie authentiek? Zijn er andere religieuze profetieën over het nakende einde van de wereld zoals men op het scherm kan lezen? Wat zeggen de religies over het einde van de wereld? 
(Meer over deze kwesties zie Le Monde des Religions nr. 50)

Het succes van dit gerucht over 21 december 2012 roept een ander op: hoe de angst uitleggen van heel wat onzer tijdgenoten, voor het merendeel niet religieus, voor wie een dergelijk gerucht plausibel lijkt? Ik zie twee verklaringen.

Wij leven eerst en vooral in een bijzonder angstaanjagend tijdsgewricht waarin de mens het gevoel heeft aan boord te zijn van een racewagen waarover hij de controle verloren heeft. In feite, geen enkele instelling, geen enkele staat lijkt in de mogelijkheid te zijn de koers naar het onbekende af te remmen – en misschien naar de afgrond – waarin ons de consumentistische ideologie en de economische mondialisering onder het
beschermheerschap van het ultraliberale kapitalisme stort: dramatische verscherping van de ongelijkheden, ecologische catastrofen die de ganse planeet bedreigen, ongecontroleerde financiële speculatie die de geglobaliseerde gehele wereldeconomie verlamt.

Vervolgens zijn er de ingrijpende veranderingen in onze manier van leven die van de westerling een ontwortelde mens gemaakt hebben, afgesneden van herinneringen en evenmin in staat zich naar de toekomst toe te verhouden. Onze leefwijze is ongetwijfeld meer gewijzigd tijdens de voorbije eeuw dan tijdens de drie of vier vorige millennia.  Vroeger leefde de Europeaan voor het merendeel op het land, hij was observator van de
natuur, geworteld in een langzaam werkende en solidaire landelijke wereld, ook in tradities van eeuwen. Voor de mens van de Middeleeuwen was het gelijk de mens uit de Oudheid. De Europeaan van nu is overwegend een stadsbewoner. Hij voelt zich verbonden met de gehele planeet, weliswaar zonder stevige locale ankerpunten. Hij leidt een individualistisch leven in een losgeslagen ritme en heeft zich meestal losgemaakt van
de eeuwenlang bestaande tradities van zijn voorouders.

Misschien moeten we teruggaan naar het keerpunt van het Neolithicum (ongeveer 10.000 jaar voor onze tijdrekening in het Nabije Oosten en tot 3000 jaar voor onze tijdrekening in Europa), toen de mens een nomadisch leven van jager-verzamelaar verlaten heeft en zich in nederzettingen gevestigd heeft met de ontwikkeling van landbouw en veeteelt, om een revolutie te vinden die zo radicaal is als deze die wij thans beleven. Dit is niet zonder diepe gevolgen voor ons psychisme. De snelheid waarmede deze omwenteling zich voorgedaan heeft, veroorzaakt onzekerheid, verlies van fundamentele ankerpunten, onbestendigheid van maatschappelijke verbanden. Zij is bron van onrust, angst, een vaag gevoel van kwetsbaarheid van zowel het individu als van menselijke gemeenschappen, vandaar een verhoogde sensibiliteit voor thema’s van vernietiging, ontworteling en verslagenheid.

Eén zaak lijkt me zeker: wij beleven niet de symptomen van het einde van de wereld, maar van het einde van een wereld. Het einde van de traditionele wereld veel ouder dan ik zojuist beschreven heb met al het begrippenkader dat ermede geassocieerd was, maar ook het einde van de ultra-individualistische en consumentistische wereld die erop gevolgd is en in dewelke wij nog ondergedompeld zijn, een wereld die zoveel tekenen
van uitputting vertoont en de echte grenzen voor een waarachtige vooruitgang van de mens en de samenlevingen aangeeft.
Bergson zei dat wij nood zouden hebben aan een ‘aanvulling van de ziel’ om het hoofd te bieden aan nieuwe uitdagingen. In deze diepe crisis kunnen wij inderdaad niet alleen een serie van aangekondigde ecologische, economische en sociale catastrofen zien, maar ook de mogelijkheid van een sprong, van een humanistische en spirituele vernieuwing, door een ontwaken van het bewustzijn en een verscherpt gevoel van de individuele en collectieve verantwoordelijkheid.

Frédéric Lenoir
Frédéric Lenoir studeerde filosofie aan de universiteit van Fribourg en promoveerde aan de Ecole des Hautes Etudes Sociales (EHSS) te Parijs met een proefschrift op het Boeddhisme in het Westen. Van beslissende invloed voor zijn intellectuele en spirituele weg was het contact met de filosofen Emmanuel Lévinas en Edgar Morin. Achtereenvolgens was hij directeur van collecties bij de uitgeverij Fayard en onderzoeker aan het EHSS te Parijs met bijzondere aandacht voor de multidisciplinaire benadering van religiositeit. Gepassioneerd door ecologische vraagstukken publiceerde hij in 2003 een bundel interviews onder de titel Mal de Terre. Verder schreef hij romans, toneelwerk en vooral essays waaronder Comment Jésus est devenu dieu en Petit traité de vie intérieure. Sedert 2004 heeft hij de directie van het tweemaandelijkse magazine Le Monde des Religions dat een brede gedeconfessionaliseerde en culturele benadering van het religieuze voorop stelt. Voorts is hij producer en
presentator van het wekelijkse programma Les Racines du Ciel op France Culture.

Vertaling uit het Frans: Paul Haerden