Terugblik op de zomerweek (2007)

Terugblik op de zomerweek (2007)

Door Katrien De Schutter, Katrien Bruers en Erika Van Roost

Het was alsof we thuiskwamen. Leven volgens wat we intuïtief ervoeren als juist, goed én aangenaam was nu geen gevecht meer. Geen discussies met anderen die altijd meer of betere argumenten lijken te hebben om op te gaan in een te veel consumerende maatschappij.

Dit andere leven werd voor ons vlekkeloos georganiseerd zodat het leek op een natuurlijk vloeiende stroom waarin we meegevoerd werden. Wij hoefden enkel maar onze handen te openen voor het warme clangevoel, de zachtaardige, glimlachende en accepterende mensen, de onthaasting, de ongedwongenheid en de soberheid. Het voelde veilig te vertoeven in de wetenschap dat er in de oude boerderij in Chassepierre gekozen werd voor het juiste, datgene wat het minst schade toebrengt aan de natuur, aan anderen, aan onszelf. Zelfs de aanhoudende regen en het ontbreken van alles wat naar ons gevoel hoorde bij ‘zomer’, kon de eindeloze rust en tevredenheid niet verstoren. Zonder dat we ons ook maar één moment moesten forceren, werden we vanzelf opgenomen in de microkosmos van Aardewerk, zodat we meer en meer het gevoel kregen op een familiefeest te zijn van een familie waarbij we ons steeds meer thuis voelden. De kindjes met de non-stop verwondering in hun ogen en de generatie vóór ons met een non-stop wijsheid in de ogen deden de ‘clan’ stralen van levensenergie en warmte. Diezelfde warmte straalde uit van de keuken, als hart van het huis, en natuurlijk ook van het heerlijke eten zelf, bereid door het beste moeder-dochter-team Tine en Katrien. Onze smaakpapillen en organen mochten delen in het geluk dat deze nieuwe culinaire wereld ons bracht. Over enkele hoogtepunten praten we nog na – niet zonder kwijlen uiteraard : de choco, de papjes bij het ontbijt, de soepen, de pizza’s, de ongelooflijke barbecue, het slasausje, de wortelpuree en de vegetarische sushi die op mysterieuze wijze zo erg naar vis smaakte dat Erika, die geen fan is van vis, bedenkelijk keek en haar stuk aan een gelukkige Katrien schonk.

In de namiddagen leek het ook alsof we elkaar al heel goed kenden : er was zo veel acceptatie en iedereen liet elkaar zo vrij dat er geen nood was aan geforceerde kennismakingsgesprekjes. We konden gezellig samen onze nieuwsgierigheid botvieren en terwijl het buiten regende zaten we in de salon of op de zolder te lezen. Helemaal idyllisch werd het toen we prachtige accordeonmelodieën hoorden en we ze vol bewondering achterna holden. Even later stond de kamer van Sonja vol ontroerde fans en nog later werden er mini-muziekgroepjes gevormd met blokfluit en accordeon door Sonja, Esther, Magalie en Jef.

De regen zorgde voor een gezellige sfeer en het leek haast meer op een herfstweek dan op een zomerweek, met de pompoensoep en de noten die we ’s avonds samen kraakten aan het haardvuur. Door de boeiende en bezielde voormiddagen die Eef Arnolds (auteur van het boek ‘Weg van de natuur’) ons gaf over hoe we beter helemaal wég van de natuur zouden zijn dan zoals nu vaak het geval is, er ver weg van te zijn, begonnen we de regen meer en meer als een prachtig natuurelement te zien in plaats van een vakantieverstoorder. Dit gevoel werd nog versterkt tijdens de stiltewandeling in het bos, naast de Semois. Dankzij de regen was die wandeling op haar mooist : een decor met talloze mini-watervalletjes en schattige mini-stroompjes van regenwater dat zijn weg zocht naar de aarde, de Semois in. De Semois was op haar beurt zo sterk, onstuimig en bruisend dat ze vanzelf stilte afdwong. Net zoals de rest van de week, leek de stiltewandeling heel organisch te verlopen in plaats van gepland. We voelden allemaal het wonder van de stukjes wilde natuur die we dankzij Eef hadden leren onderscheiden van de gecultiveerde, door de mens beïnvloede natuur. We genoten van elkaar bezig te zien toen we als kinderen onze impulsen volgden en helemaal opgingen in het horen, het zien, het voelen, het ruiken en zelfs het proeven. Dat alles één voor één, omdat we van Eef hadden geleerd en zelf al ervaren, dat je des te intenser beleeft als je je maar op één zintuig tegelijk concentreert. Het wonder werd bevestigd toen we beseften dat het tot vlak voor en na onze wandeling onophoudelijk regende.

Helemaal magisch was het moment waarop Eef ons bij het haardvuur een verhaal vertelde dat hij ook had opgenomen in zijn boek en dat hem, zo ontdekte hij op dat moment, was ingegeven door de Semois, toen hij een weekje in België was, op een plaats die niet ver moest zijn geweest van de plaats waar wij gewandeld hadden. Heel stil, rustig, voldaan en dankbaar luisterden we naar de sjamaan van onze stam met zijn ogen vol kracht, wijsheid, rust en charismatische levensenergie. Sommigen dommelden in, zoveel veiligheid was er.

Dezelfde veiligheid was er overigens ook in de groep tijdens de discussies, opdrachten, gedichtjes en bespreking van onze ervaringen. Ondanks het feit dat we allemaal heel verschillende mensen zijn, was er een onnoembare gemene deler en ontzaglijk veel respect en openheid voor elkaar.

De week werd beëindigd met dé bonte avond, een blijkbaar onmisbare traditie binnen de zomerweek, werd ons menigmaal enthousiast meegedeeld. Het aanstekelijke duo Esther en Lien kreeg zowat iedereen gemotiveerd tot een korte performance voor de hele groep en slaagde erin een onvergetelijke en ware bont gekleurde avond in elkaar te toveren. Wat was voorspeld werd bewaarheid: het werd een super-gezellige afsluiter van de week, vol variatie en verrassingen, show en entertainment, met alle gekheid op een stokje en veel ontluikend talent. Zowat iedere toeschouwer smolt bij het zien van onze jongste acteurs in hun glansrol van kabouter. En wie voelde er geen ontlading bij de oerkreten die Stijn uit ons haalde, ontroering bij de gedichten voorgedragen door Jean-Pierre en Lucrèce, verkrampte lachspieren bij het aanschouwen van zoveel komisch talent, verbondenheid bij het samen zingen en dansen, verrukking bij het smullen van de choco-mousse en dankbaarheid om deel te mogen uitmaken van zo’n zalige bende?

Dit weekje rond natuurbeleving bracht velen onder ons niet alleen dichter bij de rijkdom van de natuur op zich, maar ook dichter bij de eigen natuur. Het magische contact met de natuur, de warme ontmoetingen, leerrijke discussies en Eefs invloedrijke boek hebben alvast drie stadsmeiden uit Antwerpen geprikkeld om zich meer bewust te worden van het leven in en met de natuur.