De Groenen verenigend – Stephen Lewis

De Groenen verenigend – Stephen Lewis

De milieubeweging is geplaagd geworden door onenigheden en in het bijzonder, door een kloof tussen diepecologisten en sociaalecologisten.

In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw was er een levendig debat tussen sociaalecologisten en diepecologisten. In 1988 wijdde The Ecologist zelfs een ganse uitgave aan dit debat (Vol. 18, nr. 4/5). Sedertdien is dit bij verschillende gelegenheden opgeflakkerd, vaak verwoord in de nogal vage taal van ‘anthropocentrisme’ versus ‘ecocentrisme’.

Murray Bookchin was één van de eerste ecologische activisten die voor de idee van Sociale Ecologie opkwam. Hij begon de ecologische crisis in het daglicht te stellen en te analyseren enkele jaren voordat Rachel Carson in 1962 Silent Spring publiceerde. “Sociale Ecologie”, zei hij, “is gebaseerd op de overtuiging dat nagenoeg al onze huidige ecologische problemen hun oorsprong vinden in diepliggende maatschappelijke problemen.” Voor hem en zijn volgelingen was het de opkomst van dominantie en hiërarchie die zowel de onderdrukking van mensen en de uitputting van de planeet veroorzaakt heeft. Je zou ecologische ziekten niet kunnen aanpakken zonder de heersende economische orde te wijzigen. Bookchins ‘oplossing’ was lokaal democratisch communalisme. Zijn denken heeft een grote invloed gehad op veel ecologische denkers en activisten.

De wortels van de Diepe Ecologie zijn meer eclectisch. De Noorse filosoof Arne Naess wordt de eer toegeschreven de term gesmeed te hebben en hij wordt vaak als de vader van de Diepe Ecologie beschouwd. De basisgedachte is dat alle diverse levensvormen op aarde een intrinsieke waarde hebben en dat hun waarde onafhankelijk is van enig nut voor de mens; inderdaad, de mens heeft niet het recht de verscheidenheid te reduceren behalve om aan zijn vitale behoeften te voldoen. Bovendien erkent de Diepe Ecologie de ecologische schade die de mens aanricht en bevestigt zij expliciet dat een vermindering van de menselijke bevolking vereist is.

In de jaren 80 schreven David Foreman en enkele anderen – mensen die zich, misschien verblind, als diepecologisten omschreven – een reeks artikelen die in de Earth First! Journal en elders verschenen. Helemaal in de geest van eugeneticus Garrett Hardin waren dit misantropische neomalthusiaanse stukken over de kwestie van overbevolking. In de woorden van Stephan Harding stelden zij dat “het AIDS virus goed was omdat het de bevolking reduceerde en hongersnoden in Afrika goed waren omdat ook zij de bevolking deden krimpen.” Zij hadden ook enkele minachtende dingen te zeggen over de Sociale Ecologie. Bookchin nu was een strijdlustig individu, derhalve antwoordde hij met gelijke munt, het antihumanisme van de auteurs aan de kaak stellend. Maar zijn kritiek breidde zich uit tot het geheel van de Diepe Ecologie: “ Wat ook haar verdiensten zijn, feit is dat Diepe Ecologie, meer dan ieder ander radicaalecologisch perspectief, de ‘Mensheid’ als dusdanig de schuld geeft voor de ecologische crisis – in het bijzonder de gewone ‘consumenten’ en ‘kwekers van kinderen’ – terwijl voornamelijk de belangen van bedrijven veronachtzaamd worden die de planeet werkelijk plunderen. Dit maatschappelijk neutraal aspect van de Diepe Ecologie lijkt zeer inschikkelijk te zijn met de bestaande machten.”

Harding beschouwt deze hele uitwisseling als ‘water onder de brug’. Ieder onderscheid tussen Diepe en Sociale Ecologie is, naar zijn zeggen, een “valse dichotomie” geworden: “Vooreerst, zoals Arne Naess zou gezegd hebben, is er geen centraal dogma in de Diepe Ecologie. Iedereen dient zijn eigen ecosofie uit te werken, zijn eigen ecologische wijsheid. Zo hebben de mensen die zich diepecologisten noemen, het kernpunt volledig verkeerd begrepen. Ten tweede, het allereerste, als richtsnoer dienende, beginsel voor Arne Naess was, dat alle leven intrinsieke waarde heeft, en ‘alle leven’ bevat de mensen, dus antihumaan zijn is niet in overeenstemming met Diepe Ecologie… Bookchin was juist in zijn aanval  op de antihumane visies van Dave Foreman e.a., doch hij was verkeerd in zijn aanval op de Diepe Ecologie, aangezien deze visies niets van doen hebben met Diepe Ecologie…

Harding vervolgt: “Ik heb veel eerbied voor Bookchin. De filosofie van Arne Naess is radicaal pluralistisch en verschillende volkeren dienen te werken op verschillende punten van de grens…Voor Bookchin is het belangrijk om opnieuw verbinding te maken met elkaar en dan zullen we met de natuur op de juiste manier omgaan. Als we ons verbinden met de natuur, aldus Arne, zullen we beter met elkaar omgaan. Beide zijn verschillende zienswijzen op hetzelfde spectrum.”

Brian Tokar was gedurende vele jaren een collega van Murray Bookchin. Hij was ook één van de mensen die bijgedragen heeft tot het debat in de bladzijden van The Ecologist in 1988. In een lang, tot nadenken stemmend en zeer verzoenend stuk getiteld ‘Deep Ecology, Social Ecology and the Future of Green Political Thought’ schreef hij: “Het almaar bitter wordende debat tussen deze benaderingen, met hun zeer verschillende theoretische aannames en politieke vertaling, dreigt het wezenlijke werk van de uitbouw van de beweging en de ontwikkeling van meer duurzame allianties tussen mensen, toegewijd aan de redding van de aarde en het creëren van ecologisch gezondere wijzen van leven, in de schaduw te stellen. In plaats van verder verstrikt te geraken in sektarische debatten tussen filosofische benaderingen die zich in toenemende mate definiëren in oppositie tot elkaar, hebben eco-activisten nood aan de ontwikkeling van een bredere aanpak, stevig gegrond in een engagement voor een ecologisch gezond leven.

Meer dan 20 jaar later vermijdt Tokar nog steeds de meer polemische en verdeeldheid zaaiende taal van zijn mentor, menend dat de Groenen een gemeenschappelijke basis dienen te vinden. “Bewegingen zijn sterker wanneer mensen met verschillende visies die tegenstrijdige aspecten hebben, maar andere die complementair zijn, in de mogelijkheid zijn om samen te werken teneinde een bredere gemeenschappelijke agenda in beweging te brengen.” Inderdaad, als sociaalecologist beschouwt hij actieve oppositie tegen hiërarchie en dominantie als cruciaal. Nochtans uit hij zich positief wanneer het gaat over de bijdragen van bepaalde diepecologisten. Hij vermeldt John Seed en Joanna Macy. “Dit zijn twee mensen die ten zeerste geïdentificeerd worden met de kant van de Diepe Ecologie die vooral het persoonlijke proces en ritueel benadrukt, maar zij moedigen mensen steeds aan om actief te zijn.

Het bevolkings- of, voor sommigen, overbevolkingsvraagstuk is vaak beschouwd geworden als een soort van scheidingslijn in politiek en beleid. Het blijft een heet onderwerp (zie het artikel van Jonathon Porritt in Resurgence 274). Groen parlementslid Caroline Lucas noemde het onlangs “een olifant in de kamer in veel milieudebatten.

Tokar en Harding hebben een gelijkaardige aanpak van de kwestie. Tokar zegt: “De vraag is of we de oorzaken van de vlugge bevolkingsgroei werkelijk trachten te verstaan of het gewoon zien als een zaak van cijfers en demografieën.” Harding meent dat de bevolkingskwestie mogelijk een vals spoor is. Het zou kunnen dat de planeet 10 miljard mensen voor een tijd zou kunnen dragen. “Het is niet per se de bevolking die het probleem is. Het is overconsumptie hetgeen te maken heeft met ongelijkheid.” Zo hebben vrouwen in arme landen behoefte aan goede gezondheidszorg, vorming en toegang tot contraceptie, terwijl het andere terrein van aandacht de ongelijke verdeling van grondstoffen tussen rijke en arme landen dient te zijn.

Anderen zien de dingen lichtjes anders. In The Independent in oktober 2011 beschreef Jonathon Porritt de overbevolking als de crisis die “haar naam niet durft te zeggen”. Hij voegde eraan toe: “Schade aan de bodem, drinkbaar water, bossen, biodiversiteit en visserijbestanden heeft haar invloed zowel op de rijke als op de arme wereld en kan niet langer geweten worden aan de overconsumptie van het Westen.” Hij bevestigt dat door de kwestie te lang te mijden, de groene beweging een eigen doelpunt gemaakt heeft.

Globaal is er een opmerkenswaardige graad van overeenkomst tussen de zienswijzen van Stephan Harding en Brian Tokar. In de mate dat hun opinies in zekere zin representatief zijn voor de twee ecologische filosofieën – de Diepe Ecologie en de Sociale Ecologie – kunnen blijvende verschillen tussen hen misschien naar de afvalbak van de geschiedenis verwezen worden. En dit zou waarschijnlijk goed zijn, want wat beslist belangrijker is, is welke acties we nu nemen.

Haast zonder uitzondering zijn de Groenen, van welke filosofische overtuiging ook, in een of andere vorm van activisme betrokken en heel vaak ook in een of andere vorm van directe actie.

Paul Watson van de Sea Shepherd Conservation Society is niet afkerig om provocatieve verklaringen te maken die veel sociaalecologisten en anderen misantropisch kunnen vinden. Maar doet het werkelijk ter zake wat zijn filosofie is? Hij en de Sea Sherpherd-vrijwilligers  hebben, meer dan welke andere organisatie ook, meer gedaan om de slachting van walvissen en andere zeedieren te bemoeilijken en te verhinderen.

De Occupy-beweging lijkt misschien helemaal anders. Een van haar sympathisanten is de natuurkundige en activiste Vandana Shiva. Hoewel zij van een gandhiaanse achtergrond komt, zouden delen van haar recent artikel in Resurgence (Nr. 270) ter ondersteuning van de beweging, regelrecht kunnen komen uit één van de boeken van Bookchin. Na verwezen te hebben naar ‘hiërarchie en dominantie’ als sleutelwoorden in de Sociale Ecologie, vervolgt zij: “Vrije markten betekenen vrijheid voor ondernemingen om wie en wat zij ook maar willen uit te buiten, waar en hoe zij ook maar willen. Het betekent overal het einde van de vrijheid voor de bevolking en de natuur.” Geen spoor van een tegenstelling tussen Sociale Ecologie en Diepe Ecologie hier.

De sociale en politieke filosofie die acties van mensen inspireert, is belangrijk, of het nu de Diepe Ecologie, de Sociale Ecologie of iets anders is. Maar wat werkelijk cruciaal is, is dat er tot actie overgegaan wordt.

Stephen Lewis

Stephen Lewis studeerde economie, geschiedenis en talen aan de London School of Economics, de universiteiten van Londen, Manchester, Warwick, New York en Erlangen. Hij doceerde economie, financie- en bankwezen, doch thans vormen het schrijverschap en economische consultancy zijn hoofdactiviteiten. Regelmatig publiceerde hij over ecologische onderwerpen in Resurgence, The Ecologist en Positive News. Hij is ‘Guest Economics Commissioning Editor’ voor het gefuseerde tijdschrift Resurgence/The Ecologist. Artikelen over uiteenlopende onderwerpen plaatst hij op de website www.wildpeak.wordpress.com

Vertaling uit het Engels: Suzemie Devriendt en Paul Haerden

Bovenvermeld artikel verscheen eerder in Resurgence/Ecologist, Vol. 274, september/oktober 2012.