Redactioneel voorwoord – Paul Haerden (winter 2014)

Redactioneel voorwoord – Paul Haerden (winter 2014)

Beste lezer(es),

Beste Aardewerk(st)er,

In september 2013 publiceerde het Intergovernmental Panel on Climate Change zijn vijfde rapport over het onderzoek naar de waargenomen klimaatveranderingen en de prognoses voor de toekomst. De ernst van de conclusies mag omgekeerd evenredig genoemd worden aan de aandacht die het verslag in de pers en bij politieke mandatarissen en beleidsverantwoordelijken gekregen heeft. Is het omdat de boodschap ons confronteert met een manier van leven en handelen die levensvernietigend is en daarom niet goed ‘in de markt’ ligt? In de eerste bijdrage van deze Aarde-Werk-Brief geeft Daniel Tanuro in het kort weer wat er op het spel staat.

Het Vlaamse Parlement heeft op 4 december 2013 een herziening van het Kunstendecreet met betrekking tot de professionele kunsten goedgekeurd en volgde daarin de tendens die ook elders in Europa ingang vond. Onder de mooi klinkende naam ‘Creative Europe’ vindt ook in de kunstsector het kapitalistische discours weerklank waardoor kunstorganisaties en kunstenaars aangemoedigd worden in de rol van concurrerende ondernemer te kruipen. Ongetwijfeld kan de sector niet zonder een degelijk financieel beheer. Dit heeft evenwel niets van doen met de attitudes van commercieel ondernemerschap waarin waardevolle artistieke creaties die principieel vrij van marktinvloeden zouden moeten blijven, niet kunnen gedijen. De regeling gaat trouwens ook ten koste van de niet-commercieel georganiseerde kunstinstellingen en kunstenaars. Hoe nefast de nieuwe bepalingen zijn voor de functionering van de sector en voor de aard en kwaliteit van hetgeen gecreëerd wordt, leest u in de tweede bijdrage van Robrecht Vanderbeeken.

De radicale ecologie is een huis met vele vertrekken die ieder een eigen perspectief op de ecologische crisis openen. Soms heeft dit in het verleden tot levendige discussies geleid. Schuilt hierin niet een gebrek aan relativering, niet in de geest van ‘minimaliseren’ van zienswijzen, doch van: in relatie brengen met een groter geheel? Meer in het bijzonder over de stromingen van de Diepe Ecologie en Sociale Ecologie stelt Stephen Lewis in zijn artikel dat de achterliggende conceptuele verschillen niet zouden mogen verhinderen om de krachten te bundelen bij de inzet voor een meer levensvatbare wereld. Want is dit niet een punt dat iedereen die zich geïnspireerd weet door het radicaalecologische gedachtegoed, beoogt?

Vanuit de fascinatie voor de denkbeelden en innovaties die de postmoderne cultuur aangebracht heeft, zijn gedragingen van vroegere generaties op een weinig bedachtzame wijze weggezet. Dit geldt nog meer voor de verworvenheden van pre-industriële beschavingen die hoogstens een wetenschappelijke en museale belangstelling krijgen. Een kort citaat dat wij vervolgens overnemen uit een publicatie van de antropoloog Jared Diamond zou ons kunnen aansporen tot een meer genuanceerde houding en allicht ook tot bevraging van hedendaagse als evident beschouwde levenspatronen.

In het volgende artikel voert Leen Verheyen vanuit een parallellie tussen de appreciatie van kunst en deze van natuur naar het verschijnsel van natuurcompensatieregelingen waar Europa en ook Vlaanderen fan van zijn. Een voorbeeld hiervan is de herschikking in de Wase Polders wegens uitbreiding van de haven van Antwerpen. Wat hierbij echter veronachtzaamd wordt is het verschil tussen gebieden in hun natuurlijke toestand en natuurgebieden. De aanleg van natuurgebieden ter compensatie van hetgeen men elders verstoord heeft, tendeert niet alleen naar een vervalsing van de natuur, maar heeft ook een nadelig neveneffect gelet op het hierbij gehuldigde principe van functieoptimalisatie waarbij een bepaalde functie van een gebied gemaximaliseerd wordt ten nadele van andere functies. Op deze wijze zijn dergelijke herschikkingen een bedreiging voor het leefmilieu, want zij dragen ertoe bij dat men carte blanche geeft om binnen een afgetekend gebied te doen wat men ook maar wil.

Frank van Empel en Caro Sicking leveren de volgende bijdrage over de evolutie van een competitieve samenleving met zijn destructieve werking op allerlei vlakken, naar een meer op coöperatie steunende wijze van samenleven waarin synergieën ontstaan op grond van gevoelens van wederkerigheid, een grotere soevereiniteit van het individu en een verhoogd zelfbewustzijn.

De kapitalistische verhoudingen met accent op efficiëntie en output hebben zich ook doorgezet in het universitair onderwijs. Concurrentie tussen instellingen wordt aangewakkerd door een nefaste financieringsregeling waardoor de betekenis van faculteiten en departementen afgemeten wordt aan de onderzoeksoutput. Veerle Fraeters belicht in haar bijdrage dat indien de universiteit meer wil zijn dan een kweekvijver van mensen die zo vlug mogelijk moeten bijdragen aan de industriële groeimaatschappij, het aangewezen is om terug aan te knopen bij de vrouwelijke dimensie van het Alma mater– concept dat aan de basis lag van het ontstaan van de universiteit als instelling.

De Indiase natuurkundige en activiste Vandana Shiva was einde 2013 in Antwerpen te gast voor een debat rond de praktijken en neveneffecten van de agro-industrie. Sien Verstraeten en Céline Van Den Abeele geven ons een verslag van het debat en hernemen het vraaggesprek dat zij nadien met Vandana Shiva mochten voeren. Zoals we dit van haar gewoon zijn, biedt zij opnieuw overtuigende argumenten ten voordele van kleinschaligheid in de landbouw, natuurlijke productiewijze en de bescherming van zaden tegen de monopoliseringdrang van multinationale ondernemingen.

Stijn Bruers brengt ons vervolgens een bespreking van het recent verschenen boek De Vrolijke Veganist. Hierin worden nieuwe ideeën ontwikkeld met betrekking tot onze verhouding tot de niet-menselijke dierenwereld. En mogelijk vindt u in deze bijdrage ook een motivatie om het boek later zelf ter hand te nemen.

Als laatste bijdrage leest u een korte bedenking van Klaus Michael Meyer-Abich over de wijze van beleving van de extrahumane natuur. Volgens de auteur ligt de diepste oorzaak van de ecologische en ook beschavingscrisis in het feit dat de mens het besef verloren heeft dat hij deelgenoot is van de natuur als geheel. Het heeft tot gevolg dat hij van zijn eigen natuur niet meer bewust is en vanuit deze vervreemde positie een machinerie van verstoringen in het leven geroepen heeft. Zijn betoog komt neer op een pleidooi tegen de inertie van de industriële groeimaatschappij wier welstand gekocht wordt op kosten van de levensvoorwaarden van de Derde Wereld, toekomstige generaties en andere levensvormen van deze planeet.

Het jaar 2014 staat o.a. in het teken van de herdenking van de Grote Oorlog. Evocaties in boeken en andere media informeren ons over de gruwelen en de naweeën ervan in de 20ste eeuw. Voor het nieuwe jaar wensen wij u dat de herdenking ook een aanleiding mag zijn om een bewustzijn van meer vrede en verbondenheid te verspreiden, in de eigen microwereld op de eerste plaats, maar ook daarbuiten, zodat maatschappelijke, politieke en economische ordeningen ontwikkeld worden die recht doen aan de levensverwachtingen van iedere deelnemer op deze planeet. Dit ligt trouwens in het verlengde van de draagwijdte die Meyer-Abich geeft aan het begrip ‘wereld’ als co-existerende Mitwelt.

Wij hopen dat deze eerste uitgave van de Aarde-Werk-Brief in 2014 u opnieuw mag inspireren.

Namens de Redactie,

Paul Haerden

Hoofdredacteur

Januari 2014