Geen dier jankt zo ongenadig als de mens

Geen dier jankt zo ongenadig als de mens

Guido-Henri De Couvreur

Geen dier jankt zo ongenadig als de mens is de titel van een boek van Jaap Kruithofxe “Kruithof, J.”, een van de meest prominente filosofen van de twintigste eeuw in de lijn van de grote filosofen van de geschiedenis.

De volgende tekst kwam als reactie op velen van onze tijd- en landgenoten die zich te kort gedaan voelen, over meerdere dingen klagen, maar de relativiteit niet inzien van hetgeen waarover geklaagd wordt. Daarom lijkt het me nuttig één en ander op een rijtje te zetten en te bekijken in een groter perspectief, een mondiaal perspectief.

Laat ons ‘een bijdrage moeten leveren voor wie zonnepanelen liet plaatsen’ als voorbeeld nemen. Hoe vaak werd deze opmerking, opgefokt door de media, niet herhaald: ‘Nu dien ik mee te betalen voor de PV-panelen van mijn buur’. Dat dit een schrijnend belachelijke opmerking is zal wellicht verder blijken. Even verduidelijken.

Hoe staat het met de financiëlexe “financiële” steun wereldwijd?

Fossiele brandstoffen, zoals stookolie en steenkolen, kregen in de afgelopen jaren, wereldwijd gezien, zes keer meer steun dan de alternatieve groene energiedragers; althans volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA). Zij zouden het kunnen weten, het is hun job.

Ondanks de dwingende waarschuwing uit wetenschappelijke hoek dat het verbruik van fossiele grondstoffenxe “grondstoffen” enorme gevolgen heeft (gas, kolen, olie enz., verkeerdelijk tot ‘brandstoffen’ verlaagd), blijft die steun gehandhaafd. In tegenstelling met wat men zou durven hopen en verwachten, is de steun voor hernieuwbare energiedragers zoals wind- en zonne-energie bijna zes keer lager! Anders gezegd: hernieuwbare energie krijgt dan 1/5 als ondersteuning van wat fossiele grondbrandstoffen toebedeeld is, wie staat daar bij stil?

Wie klaagt dit aan? Of hoeft dit niet aangeklaagd? Bovendien heeft het verbranden van fossiele grondstoffenxe “grondstoffen” bijna uitsluitend nadelen: uitputting grondstoffen, vervuiling van de biosfeer, CO2-uitstoot, fijn stofxe “fijn stof” en veel meer…

Volgens traditionele economen zal de vraag naar energie tussen 2008 en 2035 met meer dan de helft toenemen. Ondanks de opkomende schaarste van de eindige grondstoffenxe “grondstoffen” gaat men verder met het verbranden van fossiele grondstoffen. Tot het te laat zal zijn? Groene energie zou de CO2-uitstoot doen dalen met 5,8 % in 2020. Even herinneren dat Europese landen zich engageerden voor 20-20-20… 20% is nog veraf. Hoe zal men dit minimale doel bereiken als men blijft klagen over de stijging van benzineprijzen, grijze stroom en over een toelage voor PV-panelen?

Volgens het World Energy Outlook rapport van de IEA (International Energy Agency) gaven regeringen wereldwijd voorbije jaren ongeveer € 240 miljard (al dan niet verhulde) subsidies aan fossiele ‘brandstoffen’ om de vraag naar energielevering veilig te stellen. En deze fabuleuze som kwam boven op andere betoelagingen die rechtstreeks gaan naar de productie van fossiele brandstoffen en geschat worden op 77 miljard €! Lees maar: voor het verkwisten van fossiele grondstoffen.
Niets wijst erop dat de ‘eetlust’ voor fossiele energiedragers vermindert en toch worden ze met miljarden dollars of euro’s blijvend gesteund. Men gaat er gewoon aan voorbij dat het gebruik van aardolie – een fossiele grondstof – voor verbrandingsprocessen (zeker voor verwarming) ethisch verwerpelijk is. Vergezocht? Men mag toch niet vergeten, dat het verbranden van elke fossiele grondstof, welke ook, vragen om moeilijkheden is. Denken we maar aan uitputting van grondstoffen, uitstoot van vervuilende gassen met zwavel- en andere verbindingen, stikstofoxiden, CO2… Zo blijkt het in Denemarken niet meer toegelaten in nieuw gebouwde woningen te verwarmen met aardolie, noch met aardgas. Schoorvoetend zal de rest van de planeet dit voorbeeld wellicht volgen.
Aardolie is een prachtige grondstof voor het vervaardigen van heel eigentijdse producten: computers en bijbehoren, speciale kleding, pennen, auto-onderdelen, medicatie, enz. Het verbranden van zo’n kostbare materie, delfstoffen, grondstoffen, heeft zeer grote nadelen vergeleken bij de hernieuwbare energiedragers. Zeker voor verwarming, daar waar de Zon het hele jaar schijnt, ergens op planeet Aarde dag en nacht. Toch vreemd dat men hardnekkig blijft spreken over aardolie als ‘economisch goed’ alsof de voorraad onuitputtelijk is. Zijn ‘gesloten systemen’ vreemd voor de klagers?
En wat met de uitputbaarheid van grondstoffen?
De uitputbaarheid van grondstoffen is momenteel nog een groter probleem dan de uitputbaarheid van fossiele energiedragers (aardolie, aardgas…). In hoeverre dit in de verre toekomst een groter probleem zal worden of een kleiner hangt af van hoe men grondstoffen kan omzetten van de ene stof in de andere zonder ‘kwaliteitsverlies’. Dit wil zeggen: dan is ‘down cycling’ niet meer aan de orde. Met andere woorden telkens als een product, een aardoliederivaat, nu gerecycleerd wordt, komt er een product met een lagere kwaliteit tot stand. Plastic flessen kunnen niet opnieuw gerecycleerd worden om weer dranken te bewaren, maar nog wel dienstig zijn als secundaire grondstof om bijvoorbeeld zitbanken te vervaardigen. Het ziet er naar uit dat in de nabije toekomst deze plastics kunnen gerecycleerd worden in de vorm van een primaire grondstof. Concreet betekent het dat een gerecycleerde fles terug tot een fles van dezelfde kwaliteit kan vervaardigd worden. Dat is nu reeds het geval voor staal, aluminium, glas… Heel anders ziet het er uit voor grondstoffen die we steeds meer gaan gebruiken en die moeilijker te vinden zijn, denken we maar aan de zeldzame metalen. In bv. mobiele telefoons en mp3-spelers wordt veel gebruik gemaakt van zeldzame aardelementen. De verregaande miniaturisatie van deze apparatuur is voornamelijk te danken aan het gebruik van zeldzame aardmagneten. In 2008 lag de wereldwijde productie van zeldzame aardmetalen op circa 119.000 ton, waarvan slechts 4.220 ton buiten China werd geproduceerd. China heeft sinds 1999 exportquota geïntroduceerd. Milieubescherming en het voorkomen van uitputting van de aanwezige reserves waren de belangrijkste redenen om deze beperkingen te introduceren.
Vermindering van de emissies
Mondiaal zou de vraag naar aardolie in 2035 stijgen van 15 miljoen vaten per dag tot 99 miljoen vaten. (De merkwaardige voorbijgestreefde inhoudsmaat komt overeen met ongeveer 159 liter.) Deze stijging is te wijten aan de ‘groeiende economieën’ zoals in India, China en Brazilië. Volgens de USA Energy Information Administration zouden:  “de € 242 miljard subsidies voor fossiele brandstoffen veel beter gaan naar klimatologisch vriendelijke investeringen. De energie zou veel veiliger zijn, het klimaat zou er baat bij hebben.”
Het bureau benadrukt dat het potentieel voor hernieuwbare energie zeer groot is, maar “zeer veel hangt af van de inzet van regeringen” en daaraan valt nog toe te voegen: zeer veel hangt af van alle bewoners van een land in zover zij daar individueel toe bijdragen.
Enige reflectie op deze subsidies in vermomming.
Hoe wordt ‘subsidie’ in Wikipedia bepaald? “Subsidie (van Latijn subsidium: ondersteuning, hulp, bijstand) is een tijdelijke bijdrage waarbij een non-commerciële organisatie ten behoeve van het starten, dan wel een permanente bijdrage voor het uitvoeren van een activiteit waarvan het economische belang niet direct voor de hand ligt. Als het economisch belang van een te starten activiteit wel voor de hand ligt, spreekt men meestal van investeringspremie.”
Dat investeringspremies naar menig organisatie gaan, lijkt aanvaard. Groot geklaag voor het argument dat elektriciteit duurder wordt door het subsidiëren van PV-installaties van de buren! Een kwestie van prioriteiten stellen, zeker voor wie tot de ‘welgestelde wereld’ behoort! Staan we stil bij het feit dat zovelen geld spenderen aan luxe, meerdere reizen per jaar, dure auto’s, badkamers en een droomkeuken in een huis veel te groot om te bewonen? Dat zovelen veel geld uitgeven aan het verkwisten van gas en olie? Rijst de vraag wat we écht belangrijk vinden!
‘Hernieuwbare energiedragers – waar men spreekt over zonne-energieomzetting voor warmte en elektriciteit – zijn niet betaalbaar voor lagere inkomens,’ wordt vaak beweerd. Deze mensen zouden zijn uitgesloten om te Leven met de Zon. Het volgende argument: ‘arme mensen kunnen dat niet betalen’… Sinds jaren een zich herhalend refrein tijdens lessen, colleges, seminaries. Deze bezorgdheid is bijna ontroerend, ware het niet dat diezelfde klagers zich doorheen het jaar geen zorgen maken over arme mensen.
Een terechte opmerking, er is veel armoede. Zeker als men deze problematiek mondiaal benadert. Naar schatting wonen momenteel 850 miljoen mensen helaas in (zeer) slechte omstandigheden. In deze gezinnen is er een relatief hoog verbruik, maar het absolute verbruik is veel lager omdat deze mensen – om wat voor reden dan ook – niet over middelen kunnen beschikken om veel grondstoffen te verkwanselen. Veel energie verbruiken met een inkomen van 1 € per dag? Immers wie niets bezit, kan amper of niet verkwisten! Welk impact heeft een clochard die onder de bruggen van de Seine in Paris slaapt? De ecologische voetafdruk is bijzonder klein, mocht die bestaan.
Zou een weldenkend mens kunnen beweren dat armen de grote verkwisters en vervuilers zijn? Om te kunnen verkwisten dient men vermogend te zijn. Halsstarrig vasthouden aan bovenstaande argumenten zijn spontane reacties van wie leeft in een economisch paradigma van vorige eeuwen, vanaf het tijdperk van de industriële revolutie en van wie volhardt in ouderwetse economieën…
Vreemd toch, mensen klagen over zo’n kleine bijdrage voor PV-panelen terwijl de klagers er niet bij stilstaan dat een gezin in België jaarlijks gemiddeld 142 € bijdraagt voor afgeschreven kerncentrales en dat terwijl de ‘afgeschreven’ centrales jaarlijks tot op heden buitensporig grote winsten opleverden? ‘Propere’ en vervuilende energie, de omgekeerde wereld? Waarom toch blijven vasthouden aan deze manier van denken? Vermeende zekerheden? Weerstand tegen verandering? Bij slijtage van de centrales zullen de winsten uiteraard slinken. Produceren van wind-, zonne-energie en aanverwanten is beterkoop. In Meer Rendement werd er reeds geschreven over zonne-energie als de goedkoopste energiedrager, tenminste als men alle externe kosten in de prijs zou doorrekenen.
De vervuiler betaalt, is dat zo?
Tientallen jaren huldigde men het principe: ‘de vervuiler betaalt’. Tenminste, als anderen die vervuiling betalen …
Hoever zijn we nog van het ‘de-vervuiler-betaalt-principe’? Wie betaalt voor het milieu, om het systeem te compenseren waar de buurman vervuilt door bv. de verwarming op aardgas en stookolie, elektriciteit opgewekt met steenkool…? Wie betaalt de schade veroorzaakt door fijne, zwevende deeltjes die in onze longen terecht komen? Wie betaalt de schade aan historische gebouwen door vervuilende auto’s en huisverwarming (salpeterzuur)? Vreemde logica. Eerlijk, welke vervuiler betaalt er nu en… waarvoor? De ‘vervuiler betaalt’ blijkt tot op heden een vroom principe, holle woorden.  Nochtans alles wijst in de richting dat in de toekomst de vervuiler ook wérkelijk de rekening zal betalen, niet degenen die proberen bij te dragen aan een duurzaam, hernieuwbaar, meer gezond leefmilieu. Zinnige ethiek toch?
Opmerkelijk dat mensen niet klagen omdat ze een bijdrage in de solidariteitsheffing of staatscontributie leveren voor heel wat waar ze zelf zelden of nooit gebruik van maken: opera, voetbal, sportwedstrijden, bibliotheken, zwembaden, leger, politie, grootse evenementen. Dit is nochtans de manier waarop een ‘sociale’ samenleving is gebouwd. Evenzo voor de ziekteverzekering. Wat een ‘luxe’ te mogen bijdragen aan een ziekteverzekering, ook als men er geen gebruik van hoeft te maken, immers een bewijs dat men in goeden doen is. Wie betaalt voor medische behandelingen zoals daar zijn: radioactieve medicatie voor diverse behandelingen, nierdialyse, transplantaties… en ga maar door? Beter toch de bijdrage te bekijken als een tegemoetkoming aan een betere samenleving, of men er gebruik van maakt of niet. Dit valt toch onder het begrip solidariteit. Solidariteit, wat men in meerdere Europese landen terugvindt.
Er is nog werk aan het waardesysteem van vele welgestelde burgers. Men is nu eenmaal opgevoed om een solidariteitsbijdrage te zien als een ‘belasting’. Een vergulde manier van een collectief egocentrische maatschappij. Een solidariteitsheffing als ‘belasting’ benoemen duidt op een gebrek aan kennis van staatshuishoudkunde en staatsburgerschap. Wellicht zullen veel mensen ooit opstaan uit deze kwade droom van ‘belasting’ te blijven propageren.
Is solidariteit een vies woord?
In dezelfde lijn zou men beter spreken van een solidariteitsheffing om een groot deel van de welvaartsmaatschappij overeind te houden. In tegenstelling tot de overheersende mening is mogen betalen van taks een luxe. Ruim één op zeven mensen hoeven geen solidariteitsheffing bij te dragen, ze leven in extreme armoede.
Een enigszins potsierlijke tot belachelijke uitspraak is dat men zoveel maanden per jaar moet werken voor ‘de staat’. Nochtans maken ook zij gebruik van ongelooflijk veel diensten: scholing, wegen, spoorvervoer, politie, leger, gezondheidszorg enzovoort. Naïef te denken dit af te schaffen, we belanden meteen in toestanden zoals in sommige Afrikaanse landen. Kan men er van een staat spreken? Terreur, armoede, geweld zijn schering en inslag. Beogen we dat als maatschappijbeeld, als maatschappijvisie?  Op die wijze aankijken tegen de vijandige ‘staat, de fiscus’ enz. is eerder een kinderachtige personificatie horend bij niveau 1-3 in de Spiral Dynamics… Eerlijk, welke weldenkende mens zou niet graag € 1 000 000 taks bijbetalen? Wie 1 miljoen taks mag bijbetalen heeft ook minstens weer 1 miljoen kapitaal meer bijverdiend. Hoe moeilijk toch studenten wijsmaken dat niet het aantal taksen relevant is voor kwaliteit van leven, maar koopkracht en levensgeluk.
Dit vergt een nieuw economisch paradigma.
Je hoort het vaak: mensen zeuren over het feit dat men in dit land de meeste taks betaalt van de wereld. Wat een luxeprobleem, wordt het geen tijd de ogen te openen? Mensen verheugen zich als ze staatscontributie terugbetaald krijgen, zonder evenwel te beseffen dat dit betekent dat ze minder verdienen dan men meende dat ze zouden verdienen! Het teruggekregen bedrag leende men renteloos aan de staat. Zelfs geschoolde mensen nemen deze uitspraken in de mond. Wijst het op een gebrek aan staatsburgerlijke opvoeding? Soms lijkt het dat welvarende en geïndustrialiseerde landen eerder gebaseerd zijn op hebzucht. Daaruit vloeien helaas andere ‘zuchten’, men denke maar aan drankzucht.
Externaliteiten
Als men al weet heeft van externaliteiten, dan wordt dat vaak verengd tot externe kosten, maar er zijn ook externe baten. Belangrijk is het concept van de ‘externe kosten’. Externe kosten zijn niet gecompenseerde, door derden gemaakte kosten of geleden schade als gevolg van een economische activiteit. Dit kan optreden als personen, bedrijven of staten geen rekening houden met de effecten op de welvaart van betreffende individuen. Externe kosten zijn kosten die zelden of nooit worden verrekend in de huidige prijsstructuur, maar die wel degelijk aanwezig zijn. Waar bv., betalen we de prijs voor de uitputting van fossiele grondstoffen, voor de vervuiling van de biosfeer door overmatige broeikasgassen, CO2-uitstoot en schadelijke gassen, voor de erosie van de historische gebouwen, het wegkwijnen van de bossen en het uitsterven van het leven in zeeën en meren? Kortom voor het ondergraven van de biodiversiteit? Wat zijn de kosten voor het opbergen van radioactief afval in lengte van dagen? Hermann Scheer schreef in zijn boek Sonnen-strategie. Politik ohne Alternative1 dat in de prijs van aardolie, de prijs van ‘olieoorlogen’ dient verrekend te worden, hiermee zouden de olieprijzen enorm stijgen! Worden ook oorlogsslachtoffers verrekend in de aardolieprijs? Kolencentrales (met inbegrip van auto’s) maken de gevaarlijke fijn stofuitstoot van zwavelverbindingen. Blijkt dat fijn stof voor 80% (?) komt van de veehouderij. Dit is nieuw voor velen. Toeval dat allergieën meer en meer voorkomen?
Wat te denken van boorplatforms die, op zoek naar nieuwe bronnen voor aardoliedelving, met mensen aan boord verdwijnen in zee. Zedig wordt erover gezwegen, zover van mijn bed immers. Het aantal doden en kankerslachtoffers bij de gevaarlijke winning van uraniumerts haalt amper de media, ‘zwarte delvers’ en men weet het wel….
De kenmerken van externaliteiten zou men als volgt kunnen bepalen: 1. de effecten zijn niet monetair. 2. de externe effecten zijn meestal onbedoeld. 3. de externaliteiten staan voor het veroorzaken van schade (i.c. externe kosten) of externe baten.
Laten we de externe baten wat toelichten. Mensen verfraaien de voorgevel van hun huis of hun voortuin, meteen kunnen voorbijgangers ervan genieten. Een bos wordt aangekocht door de natuurvereniging en toegankelijk gemaakt, zonder te betalen kunnen natuurliefhebbers er heerlijke uren doorbrengen. Waar verscheidene PV-panelen geïnstalleerd zijn of enkel nog groene energie gebruikt, heeft de omgeving geen last meer van de uitstoot (zwavelverbindingen, roet, CO2, NOx…) van fossiele brandstoffen voor woningverwarming.
Een elektrische auto biedt niet enkel het voordeel geen uitstoot te hebben, het lawaainiveau – een kwalijke kwaal – is aanzienlijk gedaald. Externe baten, voorbijgangers of bewoners hoeven er niet voor te betalen!                Samenvattend
Is beweren dat hernieuwbare energiedragers (zon, wind, waterkracht, enz.) duurder zijn dan andere energiedragers weglopen van de waarheid? Zo kwam het voor dat kinderen, tijdens het bezoek aan het zonnehuis Solar 2002, op de vraag wat hen getroffen had, antwoordden: ‘ten eerste de energie is hier allemaal gratis’, ‘ten tweede alles is hier automatisch’. Als diezelfde vraag aan vele volwassenen gesteld werd, antwoordden ze: ‘Goed en wel, maar wanneer is dit alles terugverdiend?’. Terugverdientijd komt helemaal niet in vraag voor de te grote auto, de vele dure reizen, de heel dure droomkeuken.                                                   1Hermann Scheer, Sonnen-strategie. Politik ohne Alternative, in Zusammenarbeit mit Eurosolar, München/ Zürich, Serie Piper, Nr. 2135.

Merkwaardige incoherentie, twee maten en twee gewichten. ‘Wanneer is dit alles terugverdiend’ is blijkbaar de hamvraag die men in vele hogescholen ingeprent heeft, maar is dat niet de verkeerde vraagstelling? Als Nederland grote dammen zet tegen overstromingen, is niet de vraag of ze veel gekost hebben en is het een verkeerde vraagstelling te zeggen ‘wanneer zal het ooit terugverdiend zijn?’. Evident: nooit, maar is dit een kwestie van terugverdienen? Het is dit of verzuipen… Is het anders bij de uitputting en de energiebevoorrading op onze planeet Aarde? Absurde vraagstelling: ‘wanneer is dat terugverdiend?’. Veeleer: hoe kunnen we hier blijven leven en overleven met respect voor alle Zijnden? Een ethische kwestie die veel belangrijker is dan vele andere dingen waar mensen zich mee bezighouden.
Stel dat hogergenoemde factoren worden opgenomen in de energieprijzen van morgen… ze zullen wellicht verdrievoudigen of nog meer! De benzine-, diesel-, elektriciteitsprijzen zullen stijgen en dan pas gaat men in de richting van: de vervuiler betaalt werkelijk voor de aangebrachte schade aan natuur en milieu en mensen. Nu lijkt het meer op: ‘de vervuiler betaalt niet, hij poetst de plaat!’
Anders bekeken: we zouden ons kunnen verheugen dat grote bedrijven groene generators (bv. fotovoltaïsche panelen), plaatsen om onze Aarde meer gezond te krijgen; dat mensen de daken van hun woningen tot ‘leven brengende daken’ ombouwen, en dit meer dan 20 jaar na het boek Meer Rendement. Een Menswaardige visie op een merkwaardig bestel.2 We zouden opgelucht kunnen zijn dat wij tot de gelukkigen behoren die mogen bijdragen voor groene energie. Eén miljard mensen hoeft zich daar geen zorgen over te maken. Stel dat de bijdrage toch opgetrokken wordt, zo komen we in de buurt van de prijs van een avondje ‘stappen’, een operabezoek voor 2, een individueel Rock Combifestivalticket, een ‘eetfestijn’, een citytrip! Allemaal dingen die veel energie verbruiken, terwijl PV-daken juist zuivere energie leveren wanneer ze produceren…
Of is onze doodsdrift of chronische suïcidale neiging zo groot dat het voortbestaan van de soorten ons niet aanbelangt? Het wordt tijd om het collectief egocentrisme te overstijgen! Enkel naar eigen navel staren zonder de bredere context in ogenschouw te nemen, is het langer verantwoord? ‘Geen dier jankt zo ongenadig als de mens’ schreef Jaap Kruithof in zijn boek met een kritiek op het antropocentrische denken.
Verenigd Europa zal meer en meer taks op energiedragers heffen, blijkbaar het voornaamste middel om onze wereld terug te vergroenen. Bijgevolg zullen de prijzen moeten stijgen… of we komen er niet. Die financiële verhoging van prijzen is vanuit het oogpunt van vergroende economie, solidariteit, herverdeling, een niet te ontwijken middel. Wie meer verbruikt zal meer betalen en dit in functie van de draaglast op de Aarde.
Ter overweging de volgende tekst die gevonden werd in Mondkoncepto, het tijdschrift van Mondo vzw. Een bedankje aan de Buur…
Beste buur Dit kaartje om te bedanken dat u reeds PV-panelen op uw dak liet installeren. Voor mij is dit momenteel niet mogelijk, maar wel ben ik graag bereid de luttele bijdrage te betalen om de Aarde minder onleefbaar te maken.
Uw PV-panelen zorgen er tenminste voor dat de buurt, waarin wij met z’n allen wonen, niet verder verglijdt naar een vervuild gebied. Op lange termijn breekt dat immers zuur op, o.a. voor onze gezondheid en gezondheid is toch een belangrijk gegeven. 2 Guido-Henri De Couvreur, Meer Rendement, een merkwaardige visie op een merkwaardig bestel, 1992, Berlaar: Mondo vzw,  ISBN 90-74369-01-4.
Ik hoop dat er nog velen uw voorbeeld zullen volgen.   Uiteindelijk zullen alle daken één grote generator vormen, een getuigenis van een kosmologisch inzicht, solidariteit met de Aarde en alle andere Zijnden en tevens het uitputten van grondstoffen voorkomen. Zodoende zal de biodiversiteit niet verstoord worden en het klimaat minder gekke sprongen maken.

Guido-Henri De Couvreur

Guido-Henri De Couvreur is filosoof en ingenieur. Hij is lid van de Raad van Bestuur van Club of Rome EU Chapter, een organisatie die zich tot doel stelt bruggen te bouwen tussen de instellingen van de Europese Unie, haar burgers en de Club of Rome als leidende denktank. Hij is stichter van Mondo vzw, een vereniging die zich richt tot mensen die meer verbondenheid in hun leven willen nastreven. Guido-Henri De Couvreur publiceerde het boek Meer Rendement, een merkwaardige visie op een merkwaardig bestel (1992) en is redacteur en coauteur van het boek Wat betekent religie vandaag? In een wereld van techniek.