Het bos als bron van vrede

Het bos als bron van vrede

Stefaan Hublou

Het gaat niet helemaal goed met onze wereld, dit vaststellen is een platitude. Er zijn planetaire problemen in uiteenlopende velden als vrede, economie, (geestelijke) gezondheid, bestuur en milieu. We kennen wel een nooit geziene welvaart, maar velen gaan gebukt onder vormen van sociale en emotionele armoede: eenzaamheid, angsten en depressie drukken op mensen van elke stand. De media zijn voor een deel schuldig, zij brengen het negatieve nieuws en de uitzonderingen, bijna zonder aandacht voor het normale, en dragen zo bij tot angsten en onzekerheid. Het bestaan kent vandaag veel prikkels, mensen raken overprikkeld en dus prikkelbaar. Er komt veel op de postmoderne mens af. De nood aan bezinning en verstilling neemt toe. Een stille omgeving als het bos kan hier een heel goede rol spelen. Je kunt er jezelf terug vinden. Je kunt er jezelf leren kennen, bij jezelf te rade gaan, en terug de bomen door het bos zien. Je kunt er te weten komen wat je nu ten diepste verlangt van het bestaan, wat je roeping is. “Veel mensen komen er niet meer toe echt contact te maken met wat ze zelf denken en voelen”, zo schrijven arts Marc Desmet en psychologe Ria Grommen in hun geniale analyse van deze tijd. Boswandelingen maken is daarom een goede keuze, en als je alleen wandelt, doet het bos zijn inspirerende werk het sterkst. Dat is wel een confronterende bezigheid, daarom schrikt het bos sommigen af, ook al zijn er geen wolven, geen gevaarlijke wilde dieren meer. Wie echter eerlijk met zichzelf wil zijn, moedig aan oplossingen voor levensproblemen wil werken, die kan terecht bij het bos, dat kan ik vanuit persoonlijke ervaring bevestigen. Niet alleen vrienden, goede gesprekken, of een onderhoud met een therapeut, maar ook geregeld contact met bos en groen helpen onze geest helen en aarden. Ontmoetingen zijn voor een mens heel belangrijk, ze sturen naar verluidt onze persoonlijke groei als niets anders. Na intense ontmoetingen merk ik telkens weer dat ik verlang naar stilte, naar alleen zijn. De natuur is een geschikt milieu om gevoelens en gedachten te laten bezinken.

Midden september bereikt de conclusie van een grootschalig onderzoek in het UK de nationale media: mensen die naar het werk fietsen of wandelen, zijn niet alleen fysiek fitter, maar zijn ook mentaal gezonder, voelen zich gelukkiger, kunnen zich beter concentreren. Stappen is een oeractiviteit die mensen deugd doet. Dat natuurlijke feit wint aan belang in tijden waarin mensen veel stil zitten voor schermen, zowel tijdens de arbeid als in de vrije tijd. Een groene omgeving op zoeken werkt heilzaam, ook dat dringt meer en meer door. Onlangs verscheen het bericht dat babies gezonder en intelligenter worden als ze leven in een omgeving waar meer groen is. Persoonlijk ervaar ik de deugddoende invloed van het mogen zien, horen en ruiken van de groene omgeving zeer sterk. Ik wandel dagelijks minstens een uur langs groene paden in parken en in bos. De versterking die deze activiteit voor lichaam en geest meebrengt, is duidelijk te ervaren. Voor de mens met spirituele aanleg ligt er bovendien een mystieke diepte klaar in natuurbeleving en natuurstudie. Het bos op zoeken laat zondermeer herbronning en aarding toe.

Mensen beseffen dit al heel lang. Voor de middeleeuwer was de grote natuur het eerste boek waarin God kon gezocht, aangevoeld en gekend worden. Pas later is de christelijke godsdienst zich vrij gebiologeerd gaan opstellen naar de heilige teksten. De inspirerende, genezende kracht van het woord is inderdaad groot, maar we moeten waakzaam zijn niet in een kramp te vervallen of eenzijdig door te schieten. De natuur blijft een partner voor de mens op zijn levensweg. Die waarheid vindt nieuwe profeten vandaag, zoals auteur Anne-Marijn Somers met haar rijk geïllustreerde essay Helend groen. “De aanwezigheid van goed onderhouden groen in de stad verhoogt de leefbaarheid van stadsbuurten aanzienlijk. Groen zet aan tot beweging, exploratie, zelfontplooiing en verinnerlijking. Voor psychiatrische patiënten kunnen wandelingen in de natuur en contact met de aarde het helingsproces bevorderen, ook door het thuisgevoel en de sociale contacten”4, schrijft zij terecht. Beeldhouwer Philippe Ongena merkt op: “Veel kinderen hebben nog nooit aarde in hun handen gehad. Als men alles als vies en onrein ervaart, verliest men toch het contact met de realiteit”5. 

Het aantal mensen dat de natuur in trekt, neemt toe. Velen kennen de ver-wonder-ing die kennismaking met de schoonheid en de (eco)logica in het samenleven van de schepselen meebrengt via het tv-scherm: documentaires zoals deze van de gelauwerde Brit David Attenborough, waaronder de schitterend reeks Planet Earth, en de vaak onthutsend mooie, exotische beelden op kanalen als National Geographic, hebben de schoonheid en het wonder van dier, plant en landschap binnen het gezichtsveld van de burger gebracht. Actief aan natuurbeleving doen behoort echter ook in de eigen omgeving tot de mogelijkheden. Het aantal jongeren dat als vrijetijdsbesteding de moerassen, duinen en bossen intrekt om flora en fauna te bestuderen en te beleven neemt toe: de JNM (Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieubehoud) is een alternatief voor Scouts en Chiro. De tegenhanger voor volwassenen is Natuurpunt, gegroeid uit de samenwerking tussen Natuurreservaten vzw en de Wielewaal. Natuurbeleving biedt een goed antwoord op een aantal typische noden van deze tijd. Door deelname aan de activiteiten van deze verenigingen, exploratiewandelingen of werk in de reservaten, slaat een mens verscheidene vliegen in een klap: de fysieke activiteit doet lichaam en geest deugd, de bekende neuropeptiden en endomorfines kunnen hun rol spelen. Daarnaast biedt de natuur een aangenaam kader tot ontmoetingen, tot gesprek, samenwerking en gezelligheid. Dat is van grote waarde in tijden van eenzaamheid. En verder is het een goed idee te leven in contact met de natuur, met het ritme van de dag en van de seizoenen. In de zomer tracht ik elke avond de zonsondergang te schouwen. Zo kom ik bijna ongemerkt tot het besef van basale zaken zoals de stand van het seizoen, het sluiten van de dag, het besef te behoren tot een groter geheel dat ons overstijgt. Het doet een mens deugd eens in de verte te kunnen kijken. Een stukje van het leven van de buizerd, de gaai of het ree te kunnen bekijken in de verrekijker werkt ontspannend. Dankzij de observaties van de dieren kunnen we onze eigen zorgen loslaten en relativeren. Ik ken de vogels uit onze streken, zowel hun uiterlijk als de roep en zang, en het doet deugd me met aandacht op hun aanwezigheid en gedrag te concentreren tijdens wandelingen. Aandachtig leven is een goede manier van leven, dat stelt de dynamische Rik Torfs terecht in menige column en boek. Het tegendeel, op onverschillige manier door het leven gaan, werkt geestdodend en doet de sociale netwerken ontrafelen. Onverschillig leven bevordert de vervreemding, en deze aliënatie is een van de onzichtbare maar levensbedreigende draken in het paradijs van vandaag. Na veertig jaar van aandacht geven aan de natuur en haar fenomenen, kan ik tot in het diepst van mijn bewustzijn aangesproken worden als plots een sperwer verschijnt en koninklijk zweeft boven de groene uithoeken van de stad, of wanneer een zacht windje ineens de bladeren van de rijpe bomen doet ritselen in de nazomer. Dat zijn ervaringen van mystieke diepgang geworden. Ik begrijp de Indianen die het verschijnen van de arend aan de hemel als een goed voorteken zagen. Roofvogels hebben een nobele, indrukwekkende stijl en présence. Nadat hun aantallen enkele decennia sterk gedaald waren onder invloed van pesticiden als DDT, komen ze nu weer talrijker voor in onze streken. Onlangs zag ik tijdens een wandeling in het heidereservaat op de Kesselberg bij Leuven een heuse slechtvalk verschijnen en duiken. Het was mijn eerste waarneming van deze soort in de natuur. In duikvlucht is deze acrobaat de snelste van alle vogels.

Sinds de vroege kindertijd heb ik mij een kind van de natuur geweten. Als er binnenshuis sociale spanningen waren, kon ik vrede en rust vinden in de tuin. De huisdieren observeren en strelen bracht kalmte en geluk. Als tiener mocht ik het zalige effect ervaren van contact met het wonder van de natuur in het maken van exploratiewandelingen en door mee te werken aan het beheer van de reservaten. Vandaag blijkt dat levensspoor nog aan waarde te hebben gewonnen, in een tijd van drukkende economische ratio, van toenemende vervreemding, toegenomen versnippering van de aandacht en verzwakking van de identiteit. In het groen zoek ik telkens weer vrede en kracht, na de onvermijdelijke kleine en grote botsingen met mensen die het bestaan meebrengt. Al vroeg kwam daarbij een fascinatie voor de Noord-Amerikaanse Indianen of Native Americans. Als eerste boek las ik als kind “Het indianenboek” van Holling en Holling, een prachtig werk, met kennis van zaken en veel verhaaltalent geschreven, en fijn geïllustreerd. De Indianen werden voor mij al snel het bewijs dat een leven in liefde voor en in harmonie met de natuur mogelijk is. De cultuurfilosoof Ton Lemaire is door een vergelijkbare fase gegaan, en schreef daarover De Indiaan in ons bewustzijn. Een reis naar Amerika bleek echter ontnuchterend; de filosoof kon niet mee met de Indianen wat betreft de diepte van de beleving van verbondenheid met Moeder Aarde. Voor mij is zulke reis er niet gekomen, maar via de fotowebsite flickr sta ik al enkele jaren in contact met een Objiwa die in zijn meesterlijke natuurfoto’s het levende mysterie van landschap, bos, bomen, meren, wolken, sneeuw, wolven, arenden… tot uitdrukking brengt. De Canadees Bobby Binguis levert zo het bewijs dat die diepe liefde voor de natuur en dat aanvoelen van haar spirituele kant, werkelijk tot de genen van dit Indianenvolk behoort en dat dit genie nog steeds creatief en productief is. Het is mijn hoop dat westerlingen gaandeweg zullen geïnspireerd worden door die sensitiviteit van de Indianen, en dat gevoel voor het mooie en het (soms rauwe) mysterie van de natuur ons zullen toelaten minder eenzijdig de productiviteit, de koopkracht, de consumptie en het bezit na te hollen. Zowel het persoonlijke welbevinden als het voortbestaan van de sociale netwerken én de natuurlijke ecosystemen op aarde zullen er wel bij varen. Landen als het onze, waar een sterke christelijke traditie heeft bestaan, zitten met een handicap als het erom gaat de natuur, de schepping, te eerbiedigen. Door sterk te focussen op de boodschapper en verlosser Jezus Christus, en het verschil met het dragende mysterie van de schepper JHWH-God niet altijd scherp te stellen, is deze godsdienst sterk antropocentrisch van structuur. De Indianen en bepaalde andere religieuze culturen kunnen ons inspiratie leveren om onze religiositeit bij te sturen. De recente apostolische exhortatie van paus Franciscus Evangelii Gaudium laat meer dan ooit daartoe de ruimte. In de nieuwe uitgave van het beroemde getuigenis van de sjamaan Zwarte Eland merkt de wetenschapper en Indiaanse activist Vine Deloria jr. op dat de mens van onze tijd zich al te veel met elektronische media inlaat. “Die toestellen brengen een ontrafeling van de gemeenschappen van blanken én roodhuiden” stelt hij vast. “Zij bieden ons een myriade van ervaringen en isoleren ons op een rare manier van de realiteit van de menselijke geschiedenis.”

Een mooie, inspirerende uitdrukking van de Indiaanse spirituele erfenis is Dances with woolves van en met Kevin Kostner (1988) waarin de Lakota (Sioux) hun eigen taal spreken. Het is mijn lievelingsfilm die terecht met zeven Oscars werd bekroond. Belangrijke waarden die vandaag in de verdrukking zijn gekomen, zoals verbondenheid, samenhorigheid, samenwerking, grote intrafamiliale betrokkenheid, handenarbeid op het eigen ritme, spirituele zin, zin voor feesten en dansen, een passie voor deskundig en respectvol jagen… komen er samen met waardering en eerbied voor de wilde dieren, de planten, bomen, rotsen… en de schepping als geheel. Met die film heeft Kostner de Indianen hun waarde en waardigheid terug gegeven, na decennia van soms brutale verdrukking, vernedering en pogingen tot uitmoording. Khadak (2006), door de Leuvenaar Peter Brosens, dat zich afspeelt bij de Mongoolse volkeren, schetst een bestaan dat in het teken staat van de open ruimte en het samenleven met dieren. Het geboden contrast met de stenen leefwereld van de hedendaagse stad, met haar ziekmakende invloed, tot in de zelfdoding toe, is pakkend. Ook deze film brengt de boodschap dat de industriële activiteiten van de mens al te dominant zijn geworden, en dat vernieuwde aandacht en eerbied voor de natuur aan de orde is. Brosens meent ook dat spiritualiteit daarbij een stuwende factor kan zijn, en zijn hoofdpersonage is een jonge sjamaan. In het Vlaamse taalgebied kennen we een traditie van profetische mensen die hun diepste ervaringen halen uit beschouwing van de natuur, van het leven in de bossen. Het werk van de middeleeuwse mystici Jan van Ruusbroeck en Hadewijch kende recent nieuwe uitgaven. In het Leuvense brengt naamgenote Hadewijch Verhenne tegenwoordig mensen samen rond inspirerende natuurverhalen op uitgekozen plekken in bos en veld, op mysterieuze momenten zoals bij volle maan.

Rudiger Safranski stelt in het essay Hoeveel globalisering verdraagt een mens? dat de mens in het overbeschaafde Noorden “zich meer en meer in een zelfgemaakt universum beweegt, en daardoor kansen mist om weet te hebben van het mysterie van het leven, zoals zich dat uit in de ondoordringbaarheid van de natuur”. De natuur biedt inderdaad kansen op mystieke inzichten, en deze kunnen op hun beurt de basis vormen voor een ander en beter handelen. Beroemde ongerepte landschappen in verre streken trekken veel toeristen, en geven inderdaad kans op intense ervaringen en momenten van inspiratie. Mijn ervaring is dat deze inspiratie ook in eigen streek opgedaan kan worden. Ook het kleine bos brengt vrede. Ik heb het geluk dat er in de onmiddellijke nabijheid van onze flat een klein bos ligt. Dagelijks ga ik daar wandelen, meestal in het gezelschap van mijn hond. Het groene bladerdek met stroken zon en schaduw; het bospad waar je nog eens met de voeten op de aarde zelf loopt; de zang en de roep, het foerageergedrag van allerlei vogels, van de Turkse tortel tot de houtduif, de zwarte kraai, de ekster, het roodborstje, de winterkoning, de vink, de heggenmus of de sperwer; het occasionele egeltje; het ruisen van de wind in de bladeren; de paddenstoelen die je soms bijna van uur tot uur ziet groeien; de geuren van bodem, boom, gras en blad… het is een universum dat veel te bieden heeft. Een van de voordelen is dat je als bezoeker je volle aandacht kunt geven aan die omgeving, het mag herhaald worden. Met aandacht leven is een goede manier van leven. Op die manier is mijn geest geconcentreerd, en zo ervaar ik een gevoel van heelheid en betrokkenheid. Belangrijk is ook dat er in het bos weinig of geen tegenliggers zijn. Ik kan er even vrij komen van de altijd wel interessante, maar vaak ook indringende, oordelende blik van de andere mens. Te kunnen gaan en staan zonder waakzaam op de auto’s te moeten letten, dat is een bevrijding op zich. Op dagen dat ik de groene open ruimte kan bezoeken, zonder dat er anderen aanwezig zijn, zoals na een sneeuwstorm, in alle vroegte of tijdens de nacht, ervaar ik dat het landschap mij gegeven is. Het landschap blijkt een groots geschenk voor wie er bewust aanwezig is. Dat is een rijk gevoel. Een ervaring die gepaard gaat met innerlijke genade, rust en voldoening. Een ervaring van thuis komen: in de natuur, maar ook in het leven en bij jezelf.

Er is heel wat te ontdekken, te bestuderen en aan inzichten op te doen in bossen. In oude bossen bloeien bloemen zoals de bosanemoon, die in de vroege lente, nog voor de bomen de zon tegenhouden met hun nieuwe bladeren, in uitgestrekte witte tapijten de bodem bedekken. In elk bos vinden wij de merkwaardige paddenstoelen of zwammen. Zij kunnen dood brengen maar vooral brengen zij leven. Slechts ongeveer een procent van de soorten is giftig, maar allemaal doen zij mee aan de ultieme recyclageopdracht die moeder natuur hen heeft opgedragen. Zij breken de afgestorven wezens af, om zo humus te vormen. Die humus is op haar beurt de moederbodem die het begin mogelijk maakt voor vele levensvormen. Er bestaan prachtige paarse paddenstoeltjes die alleen leven door en voor het verteren van vogelveertjes. Kunnen we in deze oneindige ecologische cyclus niet een bevestiging zien vanwege Moeder Natuur zelf dat de sorteerinspanningen en de recyclage in het huishouden en in bedrijven inderdaad de enige goede weg zijn? De natuur werkt in kringlopen, de evolutionaire geschiedenis heeft alle delen op elkaar afgestemd, in een eeuwigdurend samenspel. Niet-afbreekbare materialen als plastic, zo wordt de laatste jaren steeds meer duidelijk, zijn een vloek in dat eeuwenoude lied. De wetenschappelijke studie van de natuur levert inmiddels inspirerende perspectieven. Het blad van bomen en struiken is letterlijk bron van leven dankzij het wonder van de fotosynthese. Geen enkel dier bezit bladgroen. Zonder omwegen, in heilzame kortsluiting, neemt dat chlorofyl de energie van de zon op. Dankzij de bladeren leeft de gehele boom. De boom als biologisch organisme, hoe reusachtig hij ook is, wint zijn bouwstoffen overigens bijna uitsluitend uit de lucht, zo weet de botanicus. Van een metafoor gesproken. Het is goed daaraan te herinneren in een tijd van materialisme. Want ook de mens leeft niet van brood of geld alleen, maar ook van elk woord dat de geest voedt. En van ontmoeting. Het web van ecologische relaties in het bos, met onbezielde leden als water en zonlicht en levende organismen als bomen, kevers, zwammen, muizen, eekhoorns, reeën, boommarters, dassen, vossen, gaaien, kraaien, buizerds, mezen, merels, duiven, konijnen… herinnert ons aan het belang van de sociale dimensie.

Alle kansen die het bos en het park mij bieden om te oogsten en de vruchten te proeven, neem ik bewust te baat. Langs het pad dat ik dagelijks volg, groeien in juni wilde krieken, in augustus braambessen, en in september appels, die telkens een lekkere hap betekenen. In de herfst breek ik smakelijke stukken af uit de grote hoeden van de weidechampignons. Voor mij kan een goede schotel in een restaurant zelden het opkikkerende effect, de wondere smaakervaring bieden die het plukken en proeven van vruchten in de natuur, rechtstreeks van hand naar mond, oplevert. De vruchten van struiken en bomen geven direct energie en zin, “smaak in het leven”. Jezus van Nazareth gedroeg zich op dat vlak heel menselijk en herkenbaar. Op een morgen na een stresserende confrontatie met de schriftgeleerden kon hij de energie en de troost van een versgeplukte vrucht goed gebruiken. Hij onderzocht een vijgenboom, het seizoen was echter voorbij en de boom liet de Messias teleurgesteld en boos (Mattheus 21, Marcus 11).

De bossen brengen vrede. Willen wij echt vrede? Ik vraag het me soms af, als ik merk hoe nog relatief weinig mensen de weg vinden naar het bos. Op enkele kilometers van het hectische centrum van de stad waar ik woon is het buitengewoon rustig. Elk seizoen, elke dag van de week, elk uur van de dag. Toch blijkt uit onderzoek dat bijna een half miljoen bezoekers jaarlijks stilte komen vinden in het woudcomplex Heverleebos-Meerdaalwoud. Dat mag niet verwonderen. De statige beuken en eiken zijn een heerlijke aanwezigheid aan de boorden van de dreven. Bomen hebben iets sympathieks. Ze staan standvastig, jaren lang, soms eeuwen lang op dezelfde plaats. Ze zijn niet agressief. Zoals dichteres Vasalis opmerkt in haar gedicht De vierde wereld- psychose hebben bomen iets moederlijks. De Levensboom duikt in de mythen van bijna alle volkeren op. We kennen hem uit het boek Genesis, maar hij staat ook centraal bij clans van Noord-Amerikaanse Indianen. Dat thema wordt aangeraakt in de sfeervolle trilogie van tekenverhalen «Hij die tweemaal geboren werd » over het leven van een sjamaan, en de grote reeks «Buddy Longway», een saga over het huiselijke leven van een trapper, zijn Indiaanse vrouw Chinook en hun kinderen in twintig delen door de striptekenaar Derib. Claude Deribeaupré heeft Zwitserse wortels en kent de indrukwekkende en inspirerende natuur in de bergen van kindsbeen af. Hij getuigt in zijn strips al bijna een halve eeuw van zijn overtuiging dat de buitenbaan een geschikt milieu is om waarden als moed, dienstbaarheid, liefde, inzicht, noblesse en verdraagzaamheid te oefenen. De auteur leeft met zijn gezin in de Alpen en vond er inspiratie om verhalen te brengen over heikele maatschappelijke thema’s, zoals drugsgebruik bij de jeugd, aids en prostitutie.

Wat ziet de mens nu in de boom? Voor veel mensen staat het netjes en rijkelijk een tuin in te richten met bomen en struiken. Zelf kan ik deugd hebben aan een rondje Tree Hugging. Herman De Coninck schrijft: «Winter: je ziet weer de bomen door het bos, dit licht is geen licht maar inzicht: er is niets nieuws zonder de zon ». Guido Gezelle trok graag de natuur in en kon daar zijn batterijen opladen, “alleen en van geen mens gestoord.” Te midden van zuivere lucht, gevuld met bloemen- en bosgeuren kan je goed ‘in – spiratie’ inademen. In dat woord zit het woord spiritus, geest. In de stilte tussen de stammen kan ik trachten mijn innerlijke stem te beluisteren. Lawaai is op sluipende wijze zeer gevaarlijk. Mensen die rondom luchthavens wonen hebben een beduidend kortere levensverwachting. Zijn vele tijdgenoten niet «ontworteld » door monotone arbeid binnen een schema met deadlines, door het zich bewegen in een universum vol prikkels, van de stem van de baas tot rinkelende telefoons, en onderweg zijn er de bouwsites, het verkeerslawaai? Ligt daar niet een van de oorzaken van het algemene onbehagen en het onveiligheidsgevoel, dat toeneemt ondanks de stijging van de welvaart en de veiligheid? Als we op zoek gaan naar oorzaken voor de sinds een jaar of dertig toenemende verzuring, komen we bij zulke factoren terecht. Wie in de natuur wandelt, neemt meteen ook afstand van de waan van de dag zoals kranten en vooral het tv-journaal die op indringende, verslavende manier brengen. De problemen en misdaden van de hele wereld komen op het bord van de miljoenen kijkers, die bewust of onbewust moeten afhaken, geen medeleven meer kunnen opbrengen. De jonge, levenskrachtige christelijke gemeenschap van de Tibériade in de Ardennen, spreekt ook niet-gelovigen aan, onder anderen door de innerlijke vrede en vriendelijkheid, de levensmoed die de broeders en zusters uitstralen. Een van hen merkte in een documentaire terecht op dat een mens zich beter afschermt van de excessen die de televisie dagelijks brengt, en die de innerlijke vrede en natuurlijke openheid bij mensen vernietigen. Door het bos in te gaan op een boogscheut van huis, vegen wij voor eigen deur. De innerlijke vrede die dat locale handelen meebrengt, kan niet anders dan de vrede tussen mensen dichterbij brengen. Daar wijst het Boeddhisme en in het bijzonder de Dalai Lama op: “Work for peace…” laat hij optekenen, “In your heart and in the World”.

Veel trotse autorijders kunnen met hun machine gemakkelijk 150.000 meter per uur halen, maar hebben geen tijd of moed 1000 meter het bos in te gaan met zichzelf. Niemand kan nochtans werkelijk vooruitgang maken zonder een minimum aan zelfkennis. Confrontatie met het eigen innerlijk is verdiepend, maar ook een uitdaging. Stef Bos heeft zijn naam niet gestolen, hij zingt over deze thematiek de liederen «Is dit nu later?!» en « Niets is sterker… dan de stilte ». “Wie de eenzaamheid verdragen kan, is nooit alleen”, zo klinkt het. « De beste dingen die het leven te bieden heeft zijn gratis » zegt het spreekwoord in vele talen. Jezus van Nazareth genas zieke mensen, en zocht daarna steevast de stilte van de tuin, de boomgaard, de berg op. Hij deed er het inzicht op dat je niet tegelijk de god van de liefde enerzijds en die van het geld anderzijds kan dienen (zie Matt. 6). De originele natuurliefhebber Charles Darwin was beslist een van de grootste denkers en wetenschappers van alle tijden. Na zijn wereldreis met de Beagle, trok hij zich in zijn landgoed in Downe terug om zijn data te verwerken, te schrijven en te experimenteren. Om zijn geest goed te laten werken, nam hij afstand van ongewenste sociale en professionele verplichtingen, en hij legde zich een wandelpad aan door een bos bij zijn landgoed, de beroemde “sand walk”, waar hij geregeld een aantal rondes wandelde.

Wandelen in de natuur is ook een heilzame sociale bezigheid, een van de zalige (om)wegen die de verbondenheid tussen vrienden of echtgenoten leven kunnen inblazen. “Beentje buiten, een ontdekkingsreis van voelen, tasten, ruiken, proeven. De zin-tuigen zijn bronnen van «zin»: zin in het leven én zin in elkaar. Leven in contact en harmonie met de natuur leert mensen leven in contact en harmonie met elkaar”, zo stelt relatietherapeut professor Piet Nijs. Het bos en bij uitbreiding alle groene open ruimte is een interessant, mooi universum, in elk seizoen. Laten wij de kans grijpen die het tijdperk van de zelfbeschikking ons biedt en het bos geregeld bezoeken, er een tweede thuis van maken. Voor wie op zoek is naar authenticiteit, innerlijke vrede, veerkracht en spirituele verdieping, zal de natuur een uitgelezen route zijn die naar het gestelde doel leidt.

Stefaan Hublou

Stefaan Hublou behaalde een licentie in de Geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven, met als specialisatie de economische en sociale geschiedenis. Aansluitend volgde hij cursussen in de filosofie, psychologie en sociale en culturele antropologie. In het secundair onderwijs was hij leraar voor de vakken Geschiedenis en Godsdienst en bezinningsbegeleider voor scholieren. Sinds 1992 is hij werkzaam voor DE Vlaamse Jager vzw. In het kader van zijn leraarschap aan het Instituut voor de Jachtopleiding heeft hij geijverd voor respect voor het wild en samenwerking met natuurbehoudverenigingen. Als publicist levert hij bijdragen aan kranten en tijdschriften over uiteenlopende onderwerpen. Tot zijn aandachtsdomeinen behoren natuur, religieuze en mystieke beleving en maatschappelijke en ecologische problematiek. Daarenboven legt hij zich toe op verschillende vrijwilligerswerken.

Bibliografie

Marc DESMET en Ria GROMMEN. Moe van het moeten kiezen. Op zoek naar een spiritualiteit van de zelfbeschikking. Lannoo, Tielt, 2013.

Dirk DE WACHTER, Borderline Times. Het einde van de normaliteit, Lannoo, 2012.

John G. NEIHARDT. Black Elk Speaks. The complete edition. University of Nebraska Press, Lincoln en Londen, 2014.

Anne-Marijn SOMERS. Helend groen. De Groene Gedachte, Tienen, 2013.

Paul VERHAEGHE, Identiteit, De bezige bij, Amsterdam, 2012

John WILLIAMS. Butcher’s Crossing. Vintage books, London, 2014.