De politiserende aard van de klimaatmars biedt hoop

De politiserende aard van de klimaatmars biedt hoop

Sacha Dierckx van de progressieve denktank Minerva kreeg hoop door de succesvolle klimaatmars 2 december in Brussel. ‘De lamme reacties van regerende politici tonen aan dat de strijd moeilijk en lang zal zijn. Maar dankzij een gigantisch leger is deze veldslag alvast gewonnen.’

Gisteren was een mooie dag. Zo’n 75.000 mensen verenigd op een nochtans grijze, regenachtige dag in hellhole Brussel. Zeker vier generaties door elkaar. Mensen die al veel betogingen achter de rug hebben en mensen die voor het eerst in hun leven gingen manifesteren. Fietsers die vanuit heel België op een zondagochtend bij dag en dauw vertrokken waren.

Twee zaken ontroerden mij nog net iets meer. Eén: er waren veel oudere mensen aanwezig voor wie de gevolgen van de klimaatontwrichting wellicht beperkt zullen blijven. Zij hadden hun kleinkinderen aan de hand of in de buggy, de reden waarom die oudere mensen daar waren. De kleinkinderen zullen tijdens hun leven wél zeer duidelijk de dupe zijn van een non-klimaatbeleid.

Twee: ik besefte hoeveel hoop, positieve energie en warmte deze onverwachte massa volk zou leveren aan iemand die mij persoonlijk heel dierbaar is, die voor het eerst meeliep in een betoging, en bij wie het gevoel met zovelen te zijn nog maanden zal blijven nazinderen.

Maar de hoop gaat verder dan persoonlijke ervaringen en emoties. Deze betoging was hoopvol om veel redenen, maar vooral omdat het een politiserende betoging was. De eisen, de slogans, de sfeer, alles wijst erop dat een groot deel van de aanwezigen beseft dat onze klimaatcrisis te maken heeft met ons sociaaleconomisch systeem, en dat een strijd tegen de klimaatopwarming dan ook een strijd is voor een andere wereld. Om te weten waarom dat zo belangrijk is, moeten we terugkeren naar het begin van het besef dat de mens verantwoordelijk is voor een zeer ontwrichtende klimaatverandering.

De klimaatverandering in de politieke evolutie

James Hansen, een bekende klimaatwetenschapper, gaf al in 1988 een getuigenis in de Amerikaanse Senaat over de klimaatopwarming. Waarom is het probleem vandaag, dertig jaar later, dan nog niet aangepakt? De periode waarin klimaatontwrichting had moeten aangepakt worden, ging samen met de overwinning van het vrijemarktfetisjisme in ideeën, en de versterking van de invloed van het bedrijfsleven op politieke beslissingen in de praktijk.

De overheid mocht niet te veel regels opleggen aan het bedrijfsleven, en de publieke investeringen werden gedecimeerd door besparingen en het dogma dat een kleinere staat beter is voor de economie. Het idee verdween dat een maatschappij uit veel meer dan individuele consumenten bestaat, en dat collectieve actie een belangrijke motor is van maatschappelijke verandering. ‘There is no alternative‘ (TINA), zo klonk het keer op keer, en de collectieve verbeelding dat een andere wereld mogelijk is, werd weggevaagd. Ongelijkheid is geen probleem, want het zal zorgen voor meer economische groei, waardoor uiteindelijk iedereen beter af zal zijn, zo luidde het.

Van sociale strijd naar een ander beleid

De klimaatmars gaat fundamenteel in tegen dit gedachtegoed. Ten eerste toonde de mars aan dat onze maatschappij uit veel meer bestaat dan individuen die hun eigen nut nastreven. We zijn in de eerste plaats burgers, die niet enkel hun eigen consumptiepatroon moeten veranderen, maar ook en vooral zich collectief organiseren om een ander beleid te eisen. ‘Power to the people‘, was een slogan die op een spandoek stond dat symbolisch in de Wetstraat werd opgehangen. ‘Tell me what democracy looks like! This is what democracy looks like!’ klonk het in een van de kreten. En inderdaad, collectieve actie voeren, je verenigen in sociale bewegingen en boordevol engagement en solidariteit strijden voor een betere wereld is een belangrijk deel van de democratie.

Bovendien wordt de klimaatbeweging vaak verweten veel te moralistisch te zijn, en het enkel over individuele consumptiekeuzes te hebben. Hoe belangrijk die keuzes ook kunnen zijn, deze manifestatie erkende dat dat onvoldoende is, en dat er veel meer nodig is dan dat. De boodschap van de organisatoren was niet toevallig gericht op politieke actie. ‘Politici en beleidsmakers, get your shit together‘, zo klonk het in een van de speeches. De overheid moet sturen, reguleren, plannen en investeren, allemaal zaken die volledig ingaan tegen het neoliberale gedachtegoed.

De verbeelding aan de macht

Ten tweede toonde mars de kracht van verbeelding. ‘Alle macht aan de verbeelding’, klonk het in mei ’68. Meer dan vijftig jaar later is het inderdaad hoogtijd dat die verbeelding terug aan de macht komt. Ik heb het dan niet alleen over de creativiteit in de slogans, vlaggen, kledij en knutselwerk.

Wat belangrijker is, is dat de tienduizenden die op straat kwamen, dat niet zouden doen als ze niet zouden geloven dat een andere wereld mogelijk is, en dat we de klimaatontwrichting wel degelijk kunnen beperken via een sterk klimaatbeleid. ‘System change, not climate change‘ is een bekende slogan, maar blijft voor mij heel krachtig, en weerklonk ook nu heel regelmatig. TINA was duidelijk niet aanwezig op deze mars, en de vele deelnemers geloven niet enkel dat er een alternatief is, maar doen hopelijk ook anderen geloven dat er alternatieven zijn.

Een rechtvaardige transitie

Tot slot draaide deze mars ook rond rechtvaardigheid en solidariteit. De eis van de organisatoren was ‘een ambitieus en sociaal rechtvaardig klimaatbeleid’. Onderweg ontrolde zich het spandoek met ‘rechtvaardige transitie begint hier’. ‘Climate justice‘, hoorde je regelmatig. Die link tussen klimaat en sociale rechtvaardigheid wordt de laatste weken regelmatig gemaakt, zeker in commentaren op de gele hesjes. Er was ook een delegatie gele hesjes, die meeliep met een bord waarop stond: ‘Jaune et vert, même colère’.

De verantwoordelijkheid voor de klimaatontwrichting is ongelijk verdeeld, en de impact van de rijksten is veel groter. Het is dan ook maar normaal dat die grotere inspanningen moeten leveren, en dat een klimaatbeleid moet samengaan met een vermindering van de ongelijkheid. Dat is niet alleen rechtvaardig, maar ook noodzakelijk om een breed draagvlak te creëren voor de transitie.

Bovendien betekent een rechtvaardige transitie ook dat ‘het goede leven’ voor iedereen haalbaar is. Daarvoor zijn betere arbeidsomstandigheden en jobs, een sociale zekerheid die iedereen ook effectief zekerheid biedt, sterke openbare diensten en betaalbare basisproducten onontbeerlijk. Die eisen hebben het potentieel om de klimaatmanifestanten en de gele hesjes te verbinden.

Een klimaatbeweging die via collectieve actie ijvert voor politieke verandering, die de verbeelding laat spreken en die daarbij de nadruk legt op sociale rechtvaardigheid en gelijkheid: dit is de klimaatbeweging van de toekomst, en daarvoor kwamen 75.000 mensen naar Brussel. De lamme reacties van regerende politici tonen aan dat de strijd moeilijk en lang zal zijn. Maar dankzij een gigantisch leger is deze veldslag alvast gewonnen. 2 december 2018 is een dag van hoop.

Sacha Dierckx, wetenschappelijk medewerker van de progressieve denktank Minerva.

Bron: Dit stuk verscheen eerder op Knack.be.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *