Sociale ecologie en politiek

Sociale ecologie en politiek

Murray Bookchin, Sociale ecologie en politiek. Bookchins radicale politieke ideeën over een duurzame en libertaire maatschappij, Kelderuitgeverij, Utrecht, 2018.

Het doet ons genoegen je op de hoogte te kunnen stellen van de uitgave van een bundeling toonaangevende essays geschreven door de Amerikaanse politieke ecoloog Murray Bookchin (1921 – 2006). De bundel verscheen onder de titel ‘Sociale ecologie en politiek’ en bevat de Nederlandse vertaling van 8 essays die kunnen fungeren als een eerste kennismaking met diens donkergroene ideeën . De Utrechtse Kelderuitgeverij droeg zorg voor de vormgeving en de inleidingen werden geschreven door de Leidse politicoloog Marius De Geus en Roger Jacobs.

Toen Bookchin in de zomer van 2006 overleed werd zijn heengaan nauwelijks opgemerkt binnen de Europese en Amerikaanse groene politieke milieus waarin hij 20 jaar vroeger nog als meesterdenker furore had gemaakt. Dit lot deelde hij trouwens met andere groene boegbeelden uit die periode (w.o. de Noor Arne Naess en de Duitser Rudolf Bahro). In hun onderlinge discussies formuleerden zij vanaf de zestiger jaren de nieuwe ideeën waaruit later de groene partijen zouden ontstaan. Partijen die succesrijk genoeg bleken te zijn om spoedig een eigen plaatsje te veroveren in het gangbare politieke spectrum maar daarvoor ook een prijs betaalden: hun ideeën dreigen ondergesneeuwd te geraken onder een min of meer dikke laag politiek realisme.

Die vergetelheid gold des te meer voor het ecologische denken van Bookchin – door hemzelf omschreven als ‘sociale ecologie’. Hij situeerde deze sociale ecologie in de traditie van de radicale Verlichting en vooral van het zich ontwikkelende socialisme (1848-1914). Hoeksteen van zijn sociale ecologie was het verband dat hij legde tussen de overheersing van de mensen in al zijn varianten (hiërarchie en klasse) en de overheersing van de natuur. Wie het evenwicht tussen de mens en de natuur wil herstellen moet ook de confrontatie aangaan met de instellingen die de menselijke ongelijkheid, onderdrukking en uitbuiting schragen. De remedie die hij voorstelt gaat – in grote lijnen – in de richting van een radicale decentralisering van onze maatschappelijke instellingen waarbij de politieke soevereiniteit wordt gelegd bij gemeentelijke volksassemblees en de door hen gemandateerde confederale raden (die knopen doorhakken in kwesties die het lokale niveau overstijgen). Daarbij wordt de confrontatie met de grootschaligheid en de centralisatie van de natiestaat niet uit de weg gegaan. Bookchin beoogt een transitieproces van lange duur dat mede gedragen wordt door een intrinsieke pedagogische dimensie: het (‘face to face’) zelfbestuur zou het menselijke vermogen tot redelijkheid, verantwoordelijkheidszin en creativiteit op ongekende wijze kunnen stimuleren. Dit ‘libertaire municipalisme’ of ‘communalisme’ (in het Nederlands te vertalen als ‘gemeentelijk zelfbeheer’) wordt niet gepresenteerd als een kant en klare blauwdruk maar biedt ruimte voor plaats- en tijdgebonden, foutgevoelige (eventueel terug te schroeven) experimentatie.

Toch zal het weinig verbazing wekken dat dit soort politieke ideeën in het decennium na de Val van de Muur (1989) weinig mensen konden overtuigen. Het waren immers ook de jaren waarin het triomferende tandem van de liberale democratie hand in hand met het globaliserende kapitalisme het einde van de geschiedenis beweerde in te luiden. Het communistische blok implodeerde en de sociaaldemocratie gooide met zijn keuze voor de paarse ‘Derde Weg’ de antikapitalistische handdoek in de ring.

Sinds de eeuwwende is deze tandem echter onder zwaar vuur komen te liggen. De financieel-economische crisis van 2008, die de wereldeconomie op de rand van de afgrond bracht, fungeerde als katalysator. Huisuitzettingen, fabriekssluitingen, uitholling van de democratie, klimaatopwarming en migratie- en vluchtelingenstromen brachten miljoenen mensen in beweging en deden het traditionele politieke centrum wankelen. Zeker naar rechts (Brexit, Trump en bij ons het onmiskenbare succes van N-VA) maar ook naar links (getuige het succes van partijen als Syriza en Podemos, de politieke bewegingen van Luc Mélenchon, Jeremy Corbyn en Bernie Sanders … en bij ons van Groen en de PvdA – zij het voorlopig enkel in de opiniepeilingen).

Vanwege deze zich snel wijzigende politieke machtsverhoudingen is het niet verwonderlijk dat de ideeën van Bookchin herontdekt worden en voor het eerst op grote schaal in de praktijk gebracht worden. Het ‘municipalisme’ is een factor van belang geworden in verschillende grote Spaanse steden (Barcelona, Gerona, Cadiz e.a.) maar ook daarbuiten (veel plaatselijke experimenten in Latijns-Amerika, Canada, Frankrijk). Ronduit verbazingwekkend is het rechtstreeks door Bookchin geïnspireerde confederale politieke model dat de Koerdische bevrijdingsbeweging in Noord-Syrië (Rojava) heeft opgezet en een uniek lichtpunt vormt in de geopolitieke machtsstrijd in het Midden-Oosten.

In België, in casu Vlaanderen, zijn de municipalistische aanzetten nog zwak maar niet helemaal afwezig. De kar wordt getrokken door bekende intellectuelen zoals David Van Reybrouck (‘Tegen de verkiezingen’) en Luc Huyse (‘Red de verkiezingen’), voorstanders van een deliberatieve en participatieve democratie. Huyse schrijft over burgers die betrokken zijn in wijk- en buurtcomités: ‘Zij doen ervaring op in self-government, gaan inzien dat de rechten van het individu of groep botsen met het algemeen belang, beseffen dat compromissen vaak onafwendbaar zijn, voelen dat politiek activisme resultaat kan boeken, vertrouwen meer in anderen. Kortom hun politieke en sociale vaardigheden nemen toe. Zo kunnen zij vervellen van passieve klant tot coproducent’. Op het terrein wordt het voortouw genomen door ondernemende burgers (Ringland in Antwerpen maar ook de nieuwe burgerpartijen) of innoverende politici (zie de groene oppositie in Leuven maar ook het groen-blauwe stadsbestuur in Mechelen). Ook een opkomende partij als de PvdA spiegelt zich aan het municipalistische stadsbestuur van Barcelona.

Met de komende gemeenteraadsverkiezingen liggen nieuwe mogelijkheden in het verschiet waarbij de politieke ideeën van Bookchin bakens kunnen verleggen en perspectieven bieden op wat langere termijn. Zoals de hoofdredactrice van De Morgen schreef (30/12/2017): ‘Steden en gemeenten zijn veel meer dan gewesten de plek waar revoluties kunnen worden geboren, waar mensen het verschil kunnen maken. Waar verandering voelbaar kan zijn vanaf het moment dat de voordeur opengaat. Waar de kansen voor het grijpen liggen’.

Roger Jacobs en Marius de Geus

> naar de inhoudstafel
> lees het volgende artikel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *