De man die opkwam voor de natuur

De man die opkwam voor de natuur

Michael McCarthy brengt hulde aan George Perkins Marsh, waarschijnlijk de eerste die waarschuwde voor onze impact op onze planeet.

Van alle flaters die religie en filosofie doorheen de eeuwen begingen was één van de meest schadelijke de visie op de Aarde die voortkwam uit de formidabele Joods-Christelijke morele traditie: dat onze planeet geschapen is voor ons gebruik.

De idee dat we mogen doen wat we willen met de natuur, eerder dan ze te respecteren zoals in andere stromingen als het boeddhisme of het taoïsme, werd formeel opgenomen in de bijbel, meer bepaald in het beroemde vers Genesis 1:28 “En God zei tot hen, wees vruchtbaar en vermenigvuldig u en vervul de aarde en onderwerp haar; heers over de vissen in de zee, en over de vogels in de lucht, en over alle levende dingen die bewegen op aarde”.

De aarde is aan ons om te onderwerpen en te overheersen, zei de Heer; bijgevolg moeten haar bronnen wel eindeloos zijn en kan het geen probleem zijn om ze grenzeloos te exploiteren. En daar ligt één van de schadelijkste misverstanden van al het Westerse denken – de filosofische bevestiging, zo je wil, voor de lange en woeste vernietiging van de natuur door de mensheid die in de 21ste eeuw naar zo’n belabberde climax aan het leiden is.

Het pleit in het voordeel van de katholieke kerk dat ze deze doctrine nu verworpen heeft maar het heeft lang geduurd. Sinds enkele jaren benadrukt de kerk een nieuwe en vriendelijke houding tegenover de aarde, die van het zorgende rentmeesterschap van Gods schepping. Maar het duurde tot juni 2015 en de eerste Pauselijke encycliek over het milieu van Paus Franciscus, ‘Laudato si’, om de “ethiek van heerschappij” eindelijk formeel tegen te spreken.

De Argentijnse paus herschreef met een simpele pennenstreek een stuk basis-theologie. In paragraaf 67 van de encycliek zei hij: “Tegenwoordig moeten we krachtig de notie verwerpen van het feit dat we geschapen zijn naar Gods beeld en dat ons dominantie over de wereld gegeven is, absolute heerschappij over andere wezens rechtvaardigt.”

Het was zo’n revolutionaire bijstelling van de historische visie van de Kerk op de wereld dat ik nauwelijks mijn ogen kon geloven toen ik het las. Denk je dat Genesis 1:28 meent wat het zegt? Wel, dat doet het niet! En de heer zij dank daarvoor! Maar het kwam heel laat: 150 jaar te laat of, als je precies wil zijn, 151 jaar nadat voor het eerst de dodelijke implicaties van zo’n wereldvisie duidelijk werden uitgelicht.

Toen George Perkins Marsh “Man and Nature” publiceerde in New York in 1864 zette het de wereld niet op zijn kop zoals Charles Darwins “On the Origin of Species” vijf jaar  eerder gedaan had. Het maakte Marsh niet in één klap beroemd. Hij gooide niet, zoals Darwin, alle eerdere concepten over de mensheid omver. En toch was zijn originaliteit vergelijkbaar met die van Darwin, door een andere belangrijke opvatting die mensen altijd over de wereld hadden ter discussie te stellen.

De veronderstelling was dat de aarde iets aandoen geen prijs had. Dit volgde onvermijdelijk uit de bijbelse verklaring dat de bronnen van de planeet door God geschapen waren voor ons gebruik en bijgevolg onbegrensd waren. Het was onlosmakelijk verweven met de christelijke manier van denken en het is niet te onderschatten hoe fundamenteel het was om dit  in een nog altijd christelijke westerse wereld in vraag te stellen.

Toch is het dat waar deze opmerkelijke Amerikaanse Homo Universale – hij was afwisselend zakenman, advocaat, politicus, filoloog en diplomaat – in slaagde, in een werk dat nu  meer en meer gezien wordt als het basisdocument van natuurbehoud. In “Man and Nature” confronteerde Marsh niet alleen de autoriteit van de Bijbel, maar ook die van de pioniers waarin hij zelf opgevoed was; er waren immers geen meer toegewijde verwoesters van de natuur dan de 19e-eeuwse pioniers die de Amerikaanse frontier naar het westen  uitbreidden.

Marsh werd in 1801 geboren in het landelijke Vermont en zag tijdens zijn jeugd hoe de wouden van zijn geboorteland enthousiast geveld werden. Zelfs op jonge leeftijd merkte hij de nefaste gevolgen voor het land dat achterbleef, vooral wat bodem en waterbehoud betreft. En op middelbare leeftijd, toen hij voor de Verenigde Staten ambassadeur was in  Turkije, bestudeerde hij de droge gronden rond de Middellandse Zee en realiseerde zich dat ze nooit in hun vroegere vruchtbaarheid hersteld waren nadat ze in de klassieke tijden en  nog vroegere tijden ontbost waren.

Welingelicht door een buitengewone eruditie – Marsh beheerste niet alleen vloeiend zijn klassieke talen maar ook alle belangrijke Europese talen en produceerde de eerste IJslandse grammatica in het Engels – smolten deze ervaringen uiteindelijk samen in het inzicht dat de invloed van de mens op de natuur niet weldadig was, niet eens neutraal, maar als het  ware altijd schadelijk en zelfs makkelijk onherstelbaar kon zijn. Niemand had eerder een dergelijk algemeen standpunt ingenomen. “Iedereen die een bijl hanteert kent zijn  waarschijnlijke impact ” schreef zijn biograaf David Lowenthal,” maar niemand vóór George Perkins Marsh heeft het cumulatieve effect van alle bijlen ingeschat, laat staan van alle kettingzagen.”

In “Man and Nature” maakt Marsh bijgevolg een lange, boeiende en stevig onderbouwde studie die het eerste overzicht ooit is van de ecologische gevolgen van ‘doen wat Genesis  ons aanspoorde te doen’ en van het overheersen en onderwerpen van de aarde. En die gevolgen waren onvermijdelijk negatief. “De mens is overal een verstorende factor,“ schreef  Marsh. “Waar hij ook zijn voet neerzet, wordt de harmonie van de natuur verstoord.”

Maar Marsh, die in 1882 stierf, was noch een misantroop, noch een pessimist: hij geloofde in menselijke vooruitgang maar benadrukte simpelweg dat mensen voorzichtig moesten  zijn in hun omgang met de natuur, vooral als, in zijn eigen land, de pioniers van de frontier de vernietiging en bijgevolg droogte van de oude gronden van de Oude Wereld niet  wilden kopiëren.

Het heeft lang geduurd voordat de prestaties van Marsh wereldwijd erkend werden. Het helpt niet dat “Man and Nature” soms een moeilijk boek is. (Het lezen zou waarschijnlijk  een week van je leven vragen.) Maar George Perkins Marsh wordt meer en meer erkend, misschien als de eerste ecologist, misschien als de eerste natuurbehoudsactivist, maar zeker  als de eerste stem die ons waarschuwde voor wat de spectaculair groeiende menselijke ondernemingen de natuur kunnen aandoen als de exploitatie ervan niet gecontroleerd wordt,  en voor de extreme gevolgen voor de biosfeer die vandaag maar al te grimmig duidelijk zijn.

Michael McCarthy

Michael McCarthy is voormalig milieuverslaggever voor The Independent.

Dit artikel verscheen eerder in Resurgence & Ecologist uitgave nummer 298, September/Oktober 2016. Alle rechten van het artikel zijn voorbehouden aan The Resurgence Trust.  Om een exemplaar van het magazine te kopen, andere artikels te lezen of meer te weten te komen over the Trust, ga naar: www.resurgence.org.

Vertaling: Ilse Steen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *