KLIMAATZAKEN EN DE WEG NAAR DE RECHTBANK

KLIMAATZAKEN EN DE WEG NAAR DE RECHTBANK

Meer en meer worden rechtbanken een belangrijke partner in de strijd naar een beter milieu en het afdwingen van klimaatmaatregelen. De Belgische klimaatzaak wordt op de voet gevolgd.

Klimaatzaak België: De urgentie van een ambitieus klimaatbeleid

Na jarenlange voorbereiding en de nodige vertragingsmaneuvers is de Klimaatzaak van 16 tot 26 maart 2021 verschenen voor de rechter. Dit kan een keerpunt betekenen voor het Belgische klimaatbeleid, de verantwoordelijke ministers, maar ook voor de klimaatactivisten en het bredere middenveld. Het Belgische gerecht zal voor de eerste keer ooit moeten oordelen over het beleid dat de verschillende regeringen in ons land voeren om de opwarming van de aarde tegen te gaan. 

Hoe zat dat weer met de Klimaatzaak?

Een twaalftal Belgische burgers die vastbesloten waren om België te dwingen haar verplichtingen in de strijd tegen de klimaatcrisis na te komen, hebben destijds een vzw opgericht onder de naam “Klimaatzaak”. Op 1 december 2014 stuurden zij een ingebrekestelling naar de vier Belgische regeringen (federale, Waalse, Vlaamse en Brusselse), die in april 2015 werden gedagvaard. De gerechtelijke procedure ging vervolgens van start, maar werd zeer snel geblokkeerd wegens procedurekwesties (met name inzake de taalkeuze). Pas in april 2018, drie jaar later, kon het proces eindelijk beginnen. Na verschillende schriftelijke uitwisselingen vinden de pleidooien van de verschillende partijen plaats van 16 tot 26 maart 2021 voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel. Onze overheden zullen zich in deze rechtszaak moeten verantwoorden voor hun nalatigheid.

In de loop van de jaren hebben meer dan 60.000 Belgen zich als mede-eiser aangesloten bij de zaak. 

Nieuwe rechtspraak in de maak

De Belgische staat is niet de eerste op de beklaagdenbank. Bij onze noorderburen werden al gelijkaardige rechtszaken aangespannen. Nieuwe rechtspraak begint zich af te tekenen: gebrek aan klimaatactie wordt afgestraft in de rechtbank. De klimaatzaak in Nederland in 2015 was de eerste in haar soort, na een procedureslag van vier jaar. Milieuorganisatie Urgenda won samen met 900 mede-eisers de klimaatzaak tegen de Nederlandse staat. Het vonnis zorgde voor veel ophef in de internationale pers omdat het de sterkste rechterlijke klimaatbeslissing ooit was: Nederland werd veroordeeld wegens een gebrek aan klimaatzorg en moest zijn uitstoot van broeikasgassen verlagen. Het Nederlandse voorbeeld kreeg navolging: de rechtbank van Parijs oordeelde vorige maand, in de “Zaak van de Eeuw”, dat Frankrijk onvoldoende inspanningen leverde om de internationale verbintenissen voor een lagere CO2-uitstoot na te komen. Als reactie op de passiviteit waarmee staten op de klimaaturgentie reageren, lopen wereldwijd meer dan duizend rechtszaken, van Pakistan over Portugal en Nigeria tot de Verenigde Staten.

Wat eist Klimaatzaak? En hoe staat het met het klimaatengagement van de Belgische overheid?

De mede-eisers van de Klimaatzaak vinden dat het Belgische klimaatbeleid een schending vormt op het vlak van burgerlijke aansprakelijkheid en mensenrechten, waaronder de rechten van het kind. Men eist een reductie van de broeikasgasemissies op Belgisch grondgebied van minstens 42-48% in 2025 en minstens 55-65% in 2030 (ten opzichte van 1990). Voor 2050 moet de overheid volgens hen een netto-uitstoot van nul hebben bereikt. Bovendien vragen zij een boete van een miljoen euro voor elke maand vertraging bij de uitvoering van het vonnis. Inmiddels hebben het Brussels en Waals Gewest en de federale regering zich ertoe verbonden om hun uitstoot tegen 2030 met 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Het komt er nu op aan om deze verbintenissen om te zetten in concrete maatregelen en hiervoor de nodige middelen te voorzien. Bovendien blijft ook de samenwerking tussen de verschillende entiteiten complex en weinig transparant, wat een doeltreffend en gecoördineerd Belgisch klimaatbeleid in de weg staat. Met haar klimaatbeleid bengelt België eerloos onderaan het Europese klassement.

Het lijdt dan ook geen twijfel dat de rechtspraak uit de buurlanden de Belgische justitie kan inspireren. België is al jaren op drift en moet weer op koers worden gebracht om de urgentie van de klimaatcrisis recht in de ogen te kijken. Dat eisen 62.000 Belgen nu met deze Klimaatzaak. Maar het zijn uiteindelijk de meer dan 11 miljoen inwoners van ons land die erbij gebaat zijn.

Is het niet de taak van de politiek – en niet van de rechter – om het klimaatbeleid te bepalen?

Klimaatzaak eist van onze overheden enkel dát ze hun klimaatbeloftes nakomen. Daar kan de rechter zich wel degelijk over uitspreken. Over de vraag hoe die doelstellingen gehaald moeten worden, mag hij/zij geen uitspraak doen. De rechter mag het politieke domein met de bijhorende beleidskeuzes en -overwegingen niet betreden.

Is dit een aanval tegen deze regering? Nee. Integendeel. Klimaatzaak wil een hulpmiddel zijn, een activator voor duurzame maatschappelijke en politieke verandering. Ze gebruiken dit rechtsmiddel niet tegen een minister of een regering, maar uit liefde voor de samenleving en voor het klimaat. Niet tegen, maar voor. Samen, als het kan.

Wat als Klimaatzaak de rechtszaak verliest?

Daar gaat men niet van uit. In Nederland werd dezelfde rechtszaak gewonnen en legde de rechter de overheid ambitieuze, bindende reductiedoelstellingen op. En als we de rechtszaak toch zouden verliezen, dan hebben we tenminste geprobeerd om het tij te keren via deze democratische weg. Bij verlies is de kous trouwens nog niet af. Dan tekent men mogelijk hoger beroep aan. Bovendien zal vzw Klimaatzaak wellicht andere klimaatacties ondersteunen of initiëren. Er staat immers veel op het spel.

Wat als Klimaatzaak de rechtszaak wint? 

Een juridische overwinning zou mogelijkheden scheppen om de Belgische overheid te dwingen, met name in geval van een dwangsom, haar klimaatambities daadwerkelijk te verhogen. Hiervoor zal men het Nationaal Energie- en Klimaatplan moeten herzien. Anderzijds zou een overwinning ook de dynamiek van de ambitie versterken: de media en de politiek zouden meer aandacht krijgen voor de problematiek en het werk van het middenveld zou worden versterkt, bijvoorbeeld op het vlak van beter bestuur. Dit is zo gebeurd in Nederland, waar de veroordeling een proces in gang heeft gezet om de ambities op nationaal niveau te verhogen. De overheid heeft evenwel de mogelijkheid om tegen het vonnis in beroep te gaan.

Volg het nieuws over het proces op de voet: https://www.klimaatzaak.eu/nl/the-case. De uitspraak van de rechter wordt begin juli verwacht.

KLIMAATZAKEN IN DE WERELD

“Judges and courts have an essential role to play in addressing the climate crisis” (A. Kreilhuber, directeur UNEP)

De burgers (NGO’s, politieke partijen, inheemse volkeren…) schijnen op veel plaatsen in de wereld de rechtbank als partner ontdekt te hebben in hun strijd voor een beter klimaat en om maatregelen af te dwingen voor klimaat-mitigatie. Geregeld publiceert het UNEP (United Nations Environment Programme) samen met het Sabin Center for Climate Change van de Columbia Law School een overzicht van het aantal klimaat-rechtszaken.

Volgens het UNEP Global Climate Litigation Report: 2020 Status Review is er een sterk stijgende trend. In 2017 werden 884 geschillen over klimaatverandering ingediend in 24 landen. Op het einde van 2020 was het aantal bijna verdubbeld met ongeveer 1550 zaken in 38 landen. Klimaatgeschillen zijn hoofdzakelijk geconcentreerd in de rijke (Westerse) landen met een goed uitgebouwd rechtssysteem, maar het rapport signaleert een stijgende trend in het Globale Zuiden met recente zaken in Colombia, Pakistan, Peru, de Filipijnen en Zuid-Afrika.

Het rapport toont aan dat klimaatgeschillen niet alleen vaker voorkomen, maar ook succesvoller.

Eerlijkheidshalve moeten we eraan toevoegen dat de meerderheid van de geschillen in de Verenigde staten aangespannen worden en slechts een beperkt deel te vergelijken zijn met de klimaatzaken in België, maar ook hier is een stijgende trend waar te nemen. Het rapport classeert deze als ‘case relying on fundamental and human rights.

Grafiek: overzicht soorten geschillen, UNEP (2020), p14

“Climate litigation is a key lever for keeping governments and corporations on task in the fight to combat climate change. Courts can equalize the power imbalances in society and give force to the rule of law.” (Michael Burger, Executive Director of the Sabin Center for Climate Change at Columbia Law School).

Voor wie in het rapport wil grasduinen, gratis te downloaden: https://www.unep.org/resources/report/global-climate-litigation-report-2020-status-review.

Recent : uitspraken in de Franse klimaatzaak

“L’affaire du siècle” werd in 2019 door verschillende ngo’s aangespannen. De administratieve rechtbank van Parijs heeft op 3 februari 2021 een eerste uitspraak gedaan. De rechtbank baseert haar uitspraak op de wettelijke aansprakelijkheid voor ecologische schade die beschreven wordt in het Franse burgerlijk wetboek. De uitspraak is vergelijkbaar met de eerste uitspraak in de Urgenda-zaak door de rechtbank in Den Haag. De rechtbank van Parijs is tot de conclusie gekomen dat milieuschade zoals beschreven in het Franse burgerlijk wetboek wordt aangetoond. De rechtbank verwijst daarvoor naar de IPCC-rapporten, het UNFCCC, de Overeenkomst van Parijs, de Europese richtlijnen en verordeningen inzake het klimaat, het Handvest voor het milieu en de Code de l’énergie. De energiecode bevat de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 om de emissies terug te dringen, voorziet in koolstofbudgetten en de ontwikkeling van een nationale koolstofarme strategie.

De rechtbank concludeerde dat Frankrijk de urgentie van de klimaatcrisis erkent, internationale verbintenissen is aangegaan en zich er op nationaal niveau toe heeft verbonden om de nationale emissies te verminderen maar dat de doelstellingen niet zijn bereikt. De rechtbank beveelt de Franse Staat, zijn eigen doelstellingen te eerbiedigen: – 40% emissiereductie in 2030; koolstofneutraliteit in 2050. De rechtbank moet nog in een eindvonnis de inhoud van het aan de Franse Staat te geven bevel bepalen. Nadien kan nog tegen het vonnis in beroep worden gegaan.

De zaak Grande-Synthe is aanhangig bij de Raad van State die de hoogste administratieve rechtbank is. In 2019 klaagde de gemeente Grande-Synthe de Franse regering aan wegens onvoldoende maatregelen tegen de klimaatverandering. In de rechtszaak wordt aangevoerd dat het nalaten van de Franse regering om de uitstoot van broeikasgassen verder terug te dringen, in strijd is met het nationale en internationale recht, waaronder het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, de Overeenkomst van Parijs, de Franse milieuwetgeving en het Franse milieuhandvest. Op 19 november 2020 droeg de Raad van State de regering op om binnen drie maanden aan te tonen dat zij voldoende maatregelen neemt om haar eigen klimaatdoelstellingen voor 2030 te halen. De Raad van State heeft er nota van genomen dat Frankrijk zich ertoe heeft verbonden de broeikasgasemissies tegen 2030 met 40% te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990, en heeft de regering opgedragen aan te tonen dat zij dit doel kan bereiken zonder strengere maatregelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *