Ons leven als GAIA

Ons leven als GAIA

Het verhaal kan je rustig alleen lezen, maar ook samen met anderen en laat iemand zachtjes op een trommel slaan. Het verhaal behoort aan ieder van ons en aan ons allemaal, zoals de hartslag van ons levende universum. De slag van de trommel brengt de hartslag in herinnering.
Ga mee te in een verhaal dat wij allen delen, een verhaal waarvan het ritme nog altijd in ons klopt en laat je omringen door verwondering.

De wetenschap is op dit moment ver genoeg gevorderd om het verhaal te kunnen vertellen van de tocht die we op deze Aarde gemaakt hebben, het verhaal dat ons verbindt met alle wezens. Er bestaat ook een groot verlangen en een grote behoefte om ons dat verhaal eigen te maken, om uit ons isolement als personen en als soort te breken, en om doorheen dat verhaal onze ruimere identiteit te hervinden. De uitdaging om dit nu te doen en om uit te breken uit de afgescheiden gevangeniscellen van onze menselijke cultuur, is misschien wel het meest fantastische aspect van ons leven in deze tijd.

Op onze planeet is het juist op dit moment dat we ons dat verhaal moeten herinneren – we leven in een moeilijke tijd, en het is juist de kennis van het grotere verhaal dat ons erdoor kan helpen. Het kan ons de moed geven, en zelfs de vreugde, om ons als mensen onze gezondheid en solidariteit te laten hervinden. Laat ons dit samen terug in herinnering brengen.

Met de hartslag van de trommel horen we het ritme dat al ons doen en laten vergezelt. Ons hart heeft tijdens al ons slapen en waken, tijdens al ons werken en liefhebben regelmatig geklopt. Dat regelmatige innerlijke geluid heeft ons overal vergezeld. En het kan ons nu ook terug meevoeren in de tijd, meevoeren door onze levens, door onze kindertijd, door onze geboorte. In de schoot van onze moeder was er datzelfde geluid, diezelfde klop, toen wij in de vloeistof recht onder haar hart zweefden.

Laat die hartslag ons nog verder terug voeren. Laat ons teruggaan, ver voor onze conceptie in dit lichaam, terug naar het eerste splitsen en draaien van de sterren. Volgens metingen van de wetenschap is het vijftien miljard jaar geleden dat we ons manifesteerden als een universum – in wat zij de Oerknal noemen.

Daar waren we dan, geboren met de snelheid van het licht, door ruimte en tijd, ruimte en tijd creërend. Geleidelijk aan namen we, in grote krullen van vlammen en duisternis vormen aan. We bestonden toen uit grote slierten van gaswolken en dansende deeltjes – kun je je voorstellen dat je je dat nog herinnert? En de ronddansende deeltjes trokken elkaar aan en vormden atomen. Het is hetzelfde verlangen naar vorm dat nu in deze trommel weerklinkt en in onze harten.

Tien miljard jaar later splitste een van de mooiere ronddraaiende massa’s zich van zijn schitterende zon af – dezelfde zon die we nu op ons gezicht voelen – en nam de vorm aan die we nu het best kennen. En onze levensloop als Gaia begon.

Raak onze Aarde aan, raak Gaia aan. Raak Gaia opnieuw aan door je gezicht aan te raken, ook dat is Gaia. Raak Gaia weer aan door je broeder of zuster aan te raken. Ook dat is Gaia.

In onze onmiddellijke planeettijd wordt Gaia zich bewust van zichzelf, en ontdekt wie ze is. Hoe rijk zij is in de veelheid en schoonheid van haar vormen.

Laten we ons voorstellen dat haar leven – ons leven als een planeet – kan samengevat worden in vierentwintig uur, te beginnen om middernacht. Tot 5 uur in de daaropvolgende namiddag zijn al haar avonturen geologisch van aard. Alles bestond uit vulkanische uitbarstingen en stomende regens die over de bewegende delen van de continenten en de oceanen plaatsvonden- pas om vijf uur ontstaat er organisch leven.

Op de hartslag van het leven in jou en in deze trommel, kun ook jij je op dit moment een beetje verplaatsen – je uitsluitende identificatie met je laatste menselijke vorm een beetje loslaten. Het vuur van deze oorspronkelijke vulkanen, de kracht van die tectonische platen, is nog altijd in ons aanwezig. Want in onze eigen lichamen dragen we de sporen van de geschiedenis van Gaia als organisch leven. Aanvankelijk waren we aquatisch, zoals we ons dat herinneren in de schoot van onze moeder. Het zout van de oude zeeën is nog altijd aanwezig in ons zweet en in onze tranen. En we dragen het tijdperk van de dinosaurussen in ons, in onze reptielenhersenen, die zich zo handig aan het eind van onze ruggengraat  bevinden. Complex organisch leven leerde zichzelf te beschermen, en dit alles is aanwezig in ons neurologisch systeem, in het instinct om te vluchten of te vechten.

En wanneer verschenen we als zoogdieren op het toneel.? In die vierentwintig uur van het leven van Gaia, was dit om 23u30! En wanneer werden we mensachtigen? Eén seconde voor middernacht.

Laat ons nu eens die ene seconde voor middernacht nemen van onze menselijke geschiedenis, en ons deze op zijn beurt voorstellen als vierentwintig uur. Laat ons terugreizen door de vierentwintig uur dat we mensen zijn geweest.

Vanaf middernacht tot twee uur in de namiddag leven we in kleine groepen in Afrika. Kun je je voorstellen dat je je dat herinnert? We voelen ons behoorlijk kwetsbaar; we missen de snelheid van andere wezens, of hun klauwen of hun natuurlijke wapens. Maar wij hebben onze speciale handen, met tegenoverliggende duimen die werktuigen en wapens helpen maken. En we hebben in onze keel en onze voorhersenen het vermogen om te spreken. ……… en kreten veranderen in taal tijdens onze gezamenlijke ondernemingen en rituelen. Die dagen en nachten aan de rand van het woud, terwijl we manden en verhalen weven rond onze vuren, vormen het langste hoofdstuk van onze ervaring als mensen.

Vervolgens beginnen we in kleine groepen uit te zwermen. We trekken rond over het aangezicht van Gaia; we leren de kou te trotseren en op de mammoet te jagen en namen te geven aan de bomen van het noordelijke woud en aan de bloemen en de seizoenen van de toendra. We weten dat het Gaia is waar we van leven, en we bejegenen haar met ontzag en angst en dankbaarheid.. Wanneer we ons vestigen in de landbouw, wanneer we de dieren beginnen te domesticeren en onze akkers beginnen te omheinen en beslissen dat deze privébezit kunnen zijn, wanneer we grote steden bouwen met graanschuren, en tempels en observatoria om de sterren in kaart te brengen, dan is het elf uur achtenvijftig. Twee minuten voor middernacht.

Om elf uur negenenvijftig breekt een tijd van zeer snelle veranderingen aan: We willen zowel de sterren aan onze binnenkant in kaart brengen, als die die we aan het firmament zien. Om de zoekende geest te bevrijden maken we deze los van Gaia. Er ontstaan belangrijke religieuze systemen. Om zes seconden voor middernacht verschijnt er een man Boeddha, en korte tijd later een andere die Jezus van Nazareth heet.

De manier waarop onze wereld er nu uitziet – onze industriële samenleving met zijn bommen en bulldozers – is ontstaan tijdens de laatste paar microseconden van de dag die we als mensen gekend hebben. Toch brengen deze paar microseconden ons aan de rand van de afgrond. Want de krachten die onze technologieën hebben opgeroepen, en de omvang die deze geven aan onze angsten en hebzucht, zijn een regelrechte bedreiging voor al het leven. Ieder van ons weet dit ergens in zijn bewustzijn.

We staan nu op een punt dat anders is dan elk ander in onze geschiedenis. Misschien hebben we op een of andere manier zelf gekozen om hier te zijn tijdens deze culminerende tijd of op dit keerpunt. We hebben ervoor gekozen te leven in een tijd waarin er veel op het spel staat, om alles uit te testen wat we ooit geleerd hebben over onderlinge verbondenheid, over moed – om dit nu uit te testen nu het doek zou kunnen vallen voor het bewuste leven op deze prachtige waterplaneet, die daar als een juweel in de ruimte hangt.

In inheemse samenlevingen worden initiatieriten gehouden voor jongeren, want het is in de adolescentie dat het feit van de eigen dood of sterfelijkheid in de persoonlijkheid wordt geïntegreerd. Het individu doorloopt de voorgeschreven beproeving van de initiatierite om deze kennis te integreren, zodat hij of zij de rechten en de verantwoordelijkheden van de volwassenheid kan opnemen. En dat is precies wat we op dit moment op collectief niveau in het leven van deze planeet doen. We zien onze collectieve sterfelijkheid als soort onder ogen, en integreren deze in ons bewustzijn. We moeten dit doen, zodat we kunnen wakker worden en de rechten en verantwoordelijkheden van de planetaire volwassenheid opnemen – zodat we volwassen kunnen worden! Dat is wat we in wezen hier doen.

Blijf ook na vanavond naar de trommelslag luisteren. Je zult deze in je hart horen. En wanneer je deze hoort, bedenk dan dat dit ook de hartslag van het universum is, en van de planeet Gaia, en van de grotere Zelf.

Wanneer je naar je eigen groepen in de samenleving terugkeert, en nee zegt tegen de doodsmachinerie en ja tegen het leven, herinner je dan je ware identiteit. Herinner je je geschiedenis, onze geschiedenis. Bekleed jezelf met deze autoriteit Je spreekt niet alleen als jezelf of voor jezelf. Je werd niet gisteren geboren. Je bent al vele keren gestorven en je kent in je hartslag en beenderen het delicate en broze evenwicht van het leven. Vanuit die kennis kun je spreken en handelen. Je zult spreken en handelen met de moed en volharding die je altijd gehad hebt tijdens het lange, mooie levensverhaal als Gaia.

Neem je ene hand in je andere hand en kijk ernaar. Elk atoom in elke cel in deze hand gaat terug tot het begin der tijden… tot de eerste uitbarsting van licht en energie, tot de vorming van de melkwegen en zonnestelsels, tot de vuren en regens waarin onze planeet baadde en tot de levensvormen die in de oerzeeën ontstonden… We hebben elkaar al vaak ontmoet en zijn al veel samen geweest…

Uit: World as Lover, World as Self, 1993
Joanna Macy, vertaald door Jeanneke van de Ven

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *