TIPS OM TE LEZEN…

TIPS OM TE LEZEN…

Er is veel, zo veel. De keuze sluit aan bij thema’s die nauw aansluiten bij Aardewerk en bij de focus van dit nummer, klimaat en klimaatverandering. We kozen drie boeken. Het eerste omdat het ingaat op een uitspraak “een beter milieu begint bij jezelf”. Een uitspraak waar we te pas en te onpas mee geconfronteerd worden en die past in een individualistische samenleving en waarin de grote economische spelers en overheden schijnbaar geen verantwoordelijkheid hebben. Het tweede boek legt de vinger op de wonde en wanneer al onze aandacht gericht blijft op korte termijn denken, dan kunnen we de aanpak van klimaat-en ecologische problemen wel vergeten. Het derde is een essay met kritiek op de klimaatbeweging als apolitieke consensus en een quasi ontkenning van de fundamentele relatie tussen sociale rechtvaardigheid en klimaatverandering. Discussiestof gegarandeerd. Een boek dat in dit rijtje zou passen is “Climate- A new story” van Charles Eisenstein. Dit boek werd besproken in de zomer 2020 Aardewerkbrief, neem gerust een kijkje op onze website.

Doemdenkers aller landen, verenigt U!

“Een beter milieu begint niet bij jezelf” schrijft Jaap Tielbeke. Een boek met zo’n titel scherpt je aandacht. Stel – helemaal fictief – je hebt het flexitariër- zijn al een flinke poos ingeruild voor een veganistisch bestaan. Je hebt daar – zo meen je – stevige argumenten voor. Vooreerst wil je niet langer nog enig aandeel hebben in het bezwaren van het leefmilieu door de intussen op wereldschaal geïndustrialiseerde vleesproductie en -consumptie.

Bovendien wil je je dubbele moraal die je er zo lang stil op nahield, voor eens en voor altijd achter je laten. Dieren doden om ze op te eten in een samenleving van overvloed. Het roept bij jou steevast de afzichtelijke beelden op die al zolang op je netvliezen zijn gebrand. Van toen je als kind de kip zonder kop stuiptrekkend in de kippenren zag neerstorten. En van het varken dat vastgebonden aan een boom doodbloedde nadat de slachter met een schijnbaar pijnloze messteek de kransslagader van het varken had doorboord. Zolang zijn jou ook de doodskreten voor de slachting van de kip en van het varken die door merg en been gingen, bijgebleven.

Maar evengoed dat zowat alles van het geslachte dier werd ver- of gebruikt. Die jeugdige herinneringen komen naast het volwassen besef dat het stukje vlees dat vandaag op je bord wordt geserveerd, doorgaans afkomstig is van een kip, varken, … die in hun hele dierenleven verstoken zijn gebleven van een op zijn minst dierwaardige behandeling. Tot slot ben je ervan overtuigd geraakt dat het consumeren van het hedendaagse industrievlees jouw gezondheid schaadt. Minstens kan schaden. Je neemt al decennia geen bad meer. Je doucht kort. Het water wordt opgewarmd door een zonneboiler. Je laatste vliegreis is alweer meer dan vijf jaar geleden en was om het huwelijk van je kind bij te wonen.

Je auto heb je niet weggedaan, is een hybride, bereikt stilaan de status van oldtimer en gebruik je alleen wanneer de fiets of het openbaar vervoer geen optie zijn. Je kweekt zelf groenten. Biologisch. Regenwater recupereer je en gebruik je niet alleen voor de moestuin. Kortom, je voelt je aangesproken door de titel van het boek. Dat was de bedoeling, erkent de auteur in een gesprek over het boek vorige zomer in de Balie in Amsterdam.

Je leest het boek dus. Helemaal uit. Je verneemt gauw dat de titel van het boek refereert aan een in de negentiger jaren van de vorige eeuw langlopende milieucampagne van de Nederlandse overheid over het broeikaseffect met de boodschap “een beter leefmilieu begint bij jezelf”. 30 jaar later weten we dat in de zogenaamde ontwikkelde landen de gemiddelde ecologische voetafdruk te groot en niet duurzaam is. Toch blijft die boodschap domineren. We leven met z’n allen immoreel. Het staat een systeemverandering in de weg. De ecologische noodtoestand wordt, godbetert, alsmaar acuter. Wij, menselijke dieren, lijden aan rampbijziendheid. Wie het boek leest en niet alleen de titel, beseft dat de titel een ongenuanceerde, misschien zelfs boze, reactie is van de auteur op het dominante duurzaamheidsadagium. Dat mag. Om aandacht te trekken. Het boek is immers een zoektocht naar de verantwoordelijkheid voor de alomvattende ecologische catastrofe waarin we leven.

De filosoof Lisa Doeland zou het boek wellicht categoriseren als een product van doemdenken. Dat is niet hetzelfde als apocalyptisch denken dat zich nestelt in een wereld van collectieve onverantwoordelijkheid. Waar alleen nog hoop rest. Tegen beter weten in, soms. Nee, de doemdenker beseft dat de wereld die we kennen, de wereld van altijd hebben, al voorbij is. Zij/hij heeft oog voor wat er nu misgaat. Tielbeke wou “doorgronden waarom burgers, bedrijven en beleidsmakers elkaar in een houdgreep houden” en onderzoeken” hoe we daaraan kunnen ontsnappen”. In zijn relaas besluit de auteur dat klimaatverandering “in de eerste plaats een kwestie van politiek, in de breedste zin van het woord” is. Vooral, maar niet alleen politiek dus. Wat we nodig hebben is een verandering in ons denken, schrijft de auteur. Anders dan de titel van het boek doet vermoeden, brengt de auteur een heldere boodschap. Politiek én moraal, in die volgorde, zijn noodzakelijk voor een beter milieu. De dominante boodschap die zweert bij moraal, volstaat niet. Daar heeft de auteur overschot van gelijk in.

P. Waitmans

(Jaap Tielbeke (2000), Een beter milieu begint niet bij jezelf, Das Mag Uitgevers, 239p.)

The Good Ancestor

Langetermijndenken voor een kortetermijnwereld. Dit is de ondertitel van “The Good Ancestor”, het nieuwe boek van Roman Krznaric, de man met de moeilijk uit te spreken achternaam en tevens de man van Kate Raworth, juist, die dame van de donut-economie.

De wereld vandaag lijkt inderdaad een kortetermijnwereld. Politiek, beursgenoteerde bedrijven, onze obsessie voor groei, allemaal focussen ze op de korte termijn. Maar is dat nieuw? Misschien ken je gouverneur Gracchus Garovirus nog, een typetje uit Asterix en de Helvetiërs, verzonnen in 1970, die nogal gepikeerd reageert als hij betrapt wordt op het graaien in de schatkist.

Korte termijndenken is van alle tijden en maakt deel uit van onze reflexen. Soms moeten we nu eenmaal snel handelen. Als in deze coronatijden de ziekenhuizen volstromen moeten we niet ver zoeken naar voorbeelden.

Toch hebben wij mensen ook aanleg voor langetermijndenken. De middeleeuwers deden bijvoorbeeld 200 jaar over de bouw van een kathedraal. Ook vandaag bouwen we nog zoiets in Barcelona. “Mijn klant heeft geen haast”, zei Gaudí, al is de geschatte bouwtijd 140 jaar.

Onze cultuur en infrastructuur danken we aan de generaties vóór ons. Maar het evenwicht is zoek.

The scale of unborn generations (klik op de afbeelding om ze te vergroten)

Roman haalt enkele voorbeelden aan van regels die wij normaal vinden maar dat bij nader inzicht helemaal niet zijn. De mensen die na ons komen en nu nog niet geboren zijn hebben geen rechten. Hij vergelijkt deze opvatting met de kolonisatie van de “nieuwe” wereld, die toen als niemandsland werd beschouwd om zo de rechten van de inheemse bevolking te kunnen negeren. Zo kijken wij nu naar de toekomst als niemandstijd en houden zo geen rekening met de mensen die na ons komen. Dat mensen die nog niet geboren zijn geen rechten hebben wordt trouwens door de Waalse Overheid als juridisch argument gebruikt in de lopende Klimaatzaak.

Roman heeft uitgerekend hoeveel mensen er de voorbije 50.000 jaar vóór ons zijn geweest, hoeveel er nu leven en hoeveel mensen er, in de veronderstelling dat het geboortecijfer deze eeuw stabiliseert, de volgende 50.000 jaar nog zullen geboren worden. De verhoudingen worden goed duidelijk als de getallen in cirkeloppervlaktes worden omgezet.

Een ander voorbeeld is de verdiscontering die in de economie wordt gebruikt om kosten van vandaag af te wegen tegen opbrengsten in de toekomst. Hoe langer de opbrengsten op zich laten wachten hoe lager ze zijn enkel en alleen omdat ze in de toekomst liggen. Zo kunnen we grote investeringen in klimaatneutrale technologieën lekker wegzetten als economisch niet haalbaar en niet betaalbaar (Doet ons dat niet een beetje denken aan Zuhal Demir?).

Hoe kunnen wij weer aansluiting krijgen bij de lange termijn? Roman haalt zes mogelijkheden aan. Ik pik er een uit. Mensen zoeken naar zingeving. Sommigen geloven in oneindige groei, anderen in een utopie, nog anderen dat de technologie ons zal redden, je hebt overlevers die ervan overtuigd zijn dat de ineenstorting nabij is, en je hebt mensen die streven naar goed leven op een bloeiende planeet. Elk van deze langetermijnvisies heeft aanhangers die geloven dat hun visie de beste is voor de lange termijn.

Het boek eindigt met een oproep tot tijdsrebellie. Ideeën zijn krachtig maar zinloos als ze niet in de praktijk worden gebracht. Dat moet collectief. Vraag je niet af wat jij kan doen maar wat we samen kunnen doen. Praat over wat we kunnen doen. Geef het goede voorbeeld en overtuig anderen.

Utopisch misschien? Denk dan aan dit citaat van de Uruguayaanse schrijver Eduardo Galeano: “Utopia lies at the horizon. When I draw nearer by two steps, it retreats two steps. If I proceed ten steps forward, it swiftly slips ten steps ahead. No matter how far I go, I can never reach it. What, then, is the purpose of utopia? It is to cause us to advance.”

Guy De Smedt

(Roman Krznaric (2020), The Good Ancestor How to Think Long Term in a Short-Term World, Penguin Books, 336p. Vertaling in het Nederlands, Roman Krznaric (2021), De Goede Voorouder. Lange termijn denken voor een korte termijnwereld, Tenhave ,304p)

Het loont zeker de moeite om een kijkje te nemen op zijn website: https://www.romankrznaric.com

Klimaatactie in gele hesjes, een essay

De postpolitieke impasse van de klimaatconsensus

Paul Verbraekenlezing 2020

Sinds 2005 organiseren de vrienden van Paul Verbraeken jaarlijks een lezing met de steun van Charta 91, het Zuiderpershuis, Masereelfonds en een schare sympathisanten. VUB Press publiceert zoals gewoonlijk de tekst van de lezing. Dit jaar is de keuze gevallen op een Belg met grote internationale faam: de geograaf Erik Swyngedouw. Hij zal spreken over het huidige politieke systeem en het onvermogen om de klimaatuitdaging op een adequate manier aan te pakken.

Inhoud

We leven in postpolitieke tijden en de klimaatdiscussies gaan over maatregelen, nieuwe technologieën en hoe ons maatschappelijk bestel – met de business as usual – kan worden gecombineerd met de klimaatuitdagingen die catastrofaal lijken te worden.

Klimaatacties en diverse (al dan niet radicale) milieubewegingen krijgen veel gehoor van de media. Er lijkt een ‘klimaatconsensus’ te zijn maar de klimaatimpasse blijft en wordt alsmaar desastreuzer. Bovendien is de milieu-apocalyps al een realiteit voor grote delen van de wereldbevolking.

Een wereldwijd rechtvaardig klimaatbeleid met behulp van louter technologische en institutionele beheersmaatregelen én aangepast consumentengedrag is pure fantasie en een gevaarlijke mythe. Het klimaatvraagstuk moet essentieel deel uitmaken van een politiek alternatief. Met andere woorden: een verandering van het maatschappelijk systeem is het enig mogelijke en duurzame antwoord voor een meer gelijke, democratische en inclusieve sociaal-ecologische orde.

Het betoog van Swyngedouw
De klimaatparadox

Voor zijn analyse vertrekt Erik Swyngedouw van de constatatie die hij de klimaatparadox noemt. Ondanks klimaatmarsen van jong en oud, passionele oproepen tot actie, Extinction Rebellion, het (relatief) succes van groene partijen… gaat de klimaatcatastrofe ongestoord verder. Ondanks een brede consensus bij de bevolking over de desastreuse klimaatverandering wordt toch gehandeld wordt alsof we de feiten niet kennen. Daarin schuilt een fundamentele paradox, een vorm van cognitieve dissonantie. Je sais bien, mais quand même … zoals de Franse psychoanalyticus Octave Mannoni het uitdrukte.

Vanwaar die paradox ?

Volgens Swyngedouw hebben klimaatactivisten (vaak links liberaal) er zelf de grootste schuld aan omdat het klimaatvertoog gedepolitiseerd is. Klimaatactivisten voeren een populistisch discours net zoals het rechts populisme: waar ‘de migrant’ staat voor de buitenstaander die de integriteit en de samenhang van de samenleving in gevaar brengt, wordt die plaats ingenomen door ‘broeikasgassen’ voor het klimaatpopulisme. Klimaatactivisten voeren hun vertoog exclusief op de uitstoot van CO2 (Swyngedouw noemt CO2 nogal smalend ‘das Ding’, het ‘fetisj’, ‘l’objet a’) en verdringen daarmee de onderliggende conflicten en processen die de sociale of ecologische cohesie van de samenleving aantasten. Dat klimaatpopulisme verhindert precies een daadwerkelijke en effectieve klimaatomslag. Swyngedouw argumenteert zijn betoog van het klimaatpopulisme in 10 punten waarvan de belangrijkste zijn:

De industrie is dé grote producent is van broeikasgassen en dus moet alles ingezet worden op de reductie van CO2. De oplossingen worden gezocht in de beheersing van das Ding (CO2) en in technologische oplossingen om de uitstoot te reduceren en door ons individueel gedrag aan te passen. ‘Stop met denken dat jouw individuele actie zal helpen’ voert Swyngedouw aan. Er is een sociaal ecologische transformatie nodig.

Klimaatactivisten houden ons een dystopisch toekomstbeeld voor waarin de hele mensheid ondermijnd wordt door Das Ding , een klassiek populistisch post-truth vertoog volgens Swyngedouw. Op die manier zijn we enkel op zoek om de ongebreidelde kapitalistische groei duurzaam te onderhouden met alle gevolgen voor het klimaatvraagstuk op wereldvlak.

Populistische eisen worden doorgaans gericht aan een ‘elite’ maar het ecologisch populisme roept de elite op om actie te ondernemen zodanig dat het bestaande dagelijks leven ongestoord verder kan. Het kapitalisme zou dus – met behulp van technologische ingrepen – het klimaatprobleem kunnen bestrijden terwijl het kapitalisme datzelfde klimaat gemaakt heeft tot wat het nu is.

Dat vertoog over een nakende klimaatcatastrofe versterkt de scheiding tussen natuur en samenleving alsof de natuurlijke processen moeten bijgestuurd worden. Swyngedouw betoogt dat de sociaal-ecologische verhoudingen oorzaak zijn van een veranderend fysiek milieu. Hij gaat in op de sociaal-ecologische verknoping die het kapitalisme teweegbracht in die mate dat zelfs natuurwetenschappers mee aangeven dat we in het ‘anthropoceen’ beland zijn, de onomkeerbare fase waarbij de sociale relaties met de natuur de diepe geologische structuur van de aarde mee bepalen. Het verplicht ons daarmee om de natuur tot integraal onderdeel te maken van de strijd over de inrichting van de wereld.

We moeten ons bewust zijn dat de sociaal-ecologische catastrofes de ongelijkheid wereldwijd versterken. Wij kopen bovendien onze duurzaamheid ten koste van mensen elders in de wereld cfr ons consumptiepakket dat van China komt , de Afrikaanse kobalt voor smartphones, de quinoa die de lokale bevolking in Bolivia derft voor een massale export, de recyclage van pc en smartphones die naar de sloppenwijken in Azië en Afrika gaat….

Het klimaatvraagstuk in postpolitieke en postdemocratische wereld

Naast zijn betoog om het populisme in het klimaatdebat aan te tonen, gaat Swyngedouw evenzeer in op de klimaatconsensus in een postpolitieke en postdemocratische wereld.

Postpolitiek omdat ‘de dominantie van beheers- en managementlogica de politiek herleidt tot administratie van problemen die met technologische en institutionele aanpassingen aangepakt worden zonder expliciete politieke keuzes’. Postdemocratisch omdat men ageert in een sfeer van ‘breed gedragen consensueel beleid dat zich richt op beheersmatige en consensuele administratie van sociale, economische en ecologische problemen binnen de coördinaten van de bestaande neoliberale verhoudingen.’(blz ‘48)

Hij gaat uitgebreid in op het failliet van de technocratische oplossingen waar de NVA en de eco-modernisten zoals Maarten Boudry graag mee uitpakken. Hij verwerpt de Green New Deal die economische groei verbindt met ecologische investeringen om ‘het externe gevaar’ af te houden. Hij noemt het ‘een hysterische-neurotische benadering gebaseerd om de immunisering te fabriceren die ons toestaat eeuwig te leven’.

In deze context vraagt Swyngedouw zich af of de Greta Thunberg aanhang en Extinction Rebellion met haar ‘Climate Emergency’, geen noodtoestand uitroept die de technocratie versterkt en normale democratisch-politieke instellingen (tijdelijk) opheft.

Gele hesjes

De vraag die we ons moeten durven stellen is: welk soort samenleving willen we ? En dat veronderstelt politieke keuzes. Een politiek sociaal project dat de fantasie doorbreekt dat we de beschaving kunnen redden door de broeikasuitstoot te verminderen.

En daarom roept hij op tot klimaatactie in gele hesjes. De gele hesjes geven het voorbeeld door aan te tonen dat toenemende sociale ongelijkheid en klimaatbeleid nauw verbonden domeinen zijn. Het is een strijd om de sociaal-ecologische verhoudingen te wijzigen. Een verandering in het alledaags consumptiegedrag mag wel gesteund worden maar het klimaatvraagstuk mag niet overgelaten worden aan klimaatwetenschappers. Er is bij hen wel een grote klimaatconsensus maar ook een grote verdeeldheid in de wijze waarop actie moet gevoerd worden (cfr. de ecomodernisten).

Het dominante klimaatvertoog – met de belofte van een komende catastrofe – moet verworpen worden. De milieu-apocalyps is immers al gebeurd voor grote delen van de wereldbevolking.

Een progressief vertoog moet erkennen dat de historische dynamiek van het kapitalisme in al zijn geledingen de ‘externe’ natuur verbannen heeft naar het terrein buiten de aarde. Het verplicht de mens de natuur tot een integraal onderdeel te maken van de strijd over de inrichting van de wereld. Voor Swyngedouw een pleidooi voor de nood aan een politisering van het milieu en van het ‘klimaat’.

“Het is niet langer de vraag hoe we broeikasgassen kunnen terugdringen maar eerder wat voor soort van klimaat geproduceerd wordt door welk soort van politieke keuzes of hoe kan een rechtvaardig, politiek democratisch, sociaal gelijk en duurzaam gemeenschappelijk milieu politiek gerealiseerd worden.” (blz 87)

Bespreking

De hoog academische uiteenzetting is een scherpe rationele analyse van het klimaatvraagstuk vanuit een duidelijk ideologische visie op de samenleving en breder ‘op de inrichting van de wereldorde.’

Daar is op zich niets mis mee maar Swyngedouw zet een zeer nauwe bril bij de kritiek op iedereen die begaan is met het klimaat, de natuur, de biodiversiteit… Lang niet iedereen verengt het klimaatvraagstuk tot een louter broeikasprobleem en sympathiseren met de acties van ‘youth for climate’ betekent niet zomaar dat je het klimaatvraagstuk via technologische vernieuwingen opgelost ziet.

Ik denk aan de duiding over ecomodernisme dat we in de zomer in Gent hadden met Dirk Holemans naar aanleiding van de Oikos uitgave “Het Ecologisch Kompas” met evenzeer het pleidooi om de relatie tussen sociale ongelijkheid en klimaatverandering onder ogen te zien.

Er was trouwens een webinar n.a.v. deze Paul Verbraeken lezing met Dirk Holemans als gesprekspartner en Eric Corijn als moderator. Voor Dirk Holemans is het evident dat, naast individuele gedragsverandering ook systeemveranderingen nodig zijn. De politieke ecologie die toch ook al een paar decennia veld wint, onderzoekt hoe een goed leven uit te bouwen onafhankelijk van economische groei. Daarvoor is een evenwicht nodig tussen weten welke klimaatcatastrofe op ons afkomt en welk positief maatschappelijk project we als alternatief vooropstellen. De kritiek op Extinction Rebellion vindt Holemans niet terecht omdat die beweging heel duidelijk aantoont hoe de representatieve democratie niet functioneert om de sociaal-ecologische belangen te behartigen net zoals er al meer ecologische bewegingen zijn die een politiserend discours voeren in het streven naar een meer egalitaire samenleving binnen de grenzen van wat de planeet aankan. En dat vraagt nieuwe denkbeelden over wat het goeie leven kan zijn en daarvoor zijn ook technologische vernieuwingen nodig. Dat discours vindt Holemans nauwelijks terug in de klassieke linkse bewegingen.

Marieke Stubbe

(Erik Swyngedouw (2020). Klimaatactie in gele hesjes, de postpolitieke impasse van de klimaatconsensus, VUBPRESS, 95p)

En nog zoveel meer…

Nog even twee suggesties, de keuze is moeilijk.

ABC voor het klimaat

Dit boek kwam tot stand door Grootouders voor het Klimaat en werd geschreven door de co-voorzitter Hugo Van Dienderen, zijn dochter Ilse en kleindochter Amber, allen klimaatactivisten. De klimaatontwrichting is uitermate belangrijk en elke bewuste burger zou het ABC ervan moeten kennen. De website van de klimaatvereniging schets het boek kort.

“Klimaatspijbelaars, activisten en wetenschappers hebben hun angst voor de klimaatcrisis heel duidelijk gemaakt met borden, acties, optochten en vele rapporten. Zal een verstoord klimaat onze hele levenswijze en de toekomst van de jongeren overhoop gooien? Hebben de corona- en de klimaatcrisis een verwante oorzaak? Kunnen beide crisissen samen worden bestreden?
Dit ABC van het klimaat wil daarop duidelijke antwoorden geven. En hoop. Mensen zijn vindingrijk en ze werken graag samen. Burgers, bedrijven en een sturende overheid kunnen de totale klimaatontsporing voorkomen en zorgen voor een beter leven voor iedereen.

In ruim 170 thema’s, netjes alfabetisch gerangschikt, schetsen de auteurs de omvang van de klimaatcrisis. Daarnaast beschrijven ze tal van inspirerende en hoopgevende initiatieven van over heel de wereld. Daarbij hebben ze speciale aandacht voor het eigen land.”

Meer informatie hierover: https://www.grootoudersvoorhetklimaat.be/abc

Hoe gaan we dit uitleggen.

Het boek is iets ouder, maar blijft de moeite. Op de achterflap:

We stoten al meer dan honderd jaar zo veel broeikasgassen uit dat de aarde nu gevaarlijk opwarmt. Als we zo doorgaan, stevenen we af op een onleefbare planeet. Maar de grote omwenteling is begonnen.
In dit boek beschrijft Jelmer Mommers een van de grootste problemen van onze tijd: klimaatverandering. Een probleem dat bij de meesten van ons vooral een gevoel van machteloosheid oproept. Ten onrechte. Want achter de nieuwsberichten over smeltende ijskappen, uitstervende diersoorten en ontkennende politici groeit een wereldwijde beweging die laat zien: onze toekomst op aarde schrijven we zelf.

David Van Reybrouck is lovend over het boek. ‘Het klimaatverhaal helder en overtuigend uitleggen: Jelmer Mommers kan het als geen ander.’

(Jelmer Mommers (2019); Hoe gaan we dit uitleggen. Onze toekomst op een steeds warmere aarde. De Correspondent, 240p) Mommers schrijft voor de correspondent. https://decorrespondent.nl/jelmermommers

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *