60 minuten – Tim ‘S Jongers

60 minuten – Tim ‘S Jongers

Begin oktober schoof Tim ’S Jongers aan bij De Afspraak om het te hebben over de verkiezingen in Nederland. Als directeur van het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid (die van Frans Timmermans, niet die van Raoul Hedebouw) had hij daar het één en ander over te zeggen. Ook over bestaanszekerheid, armoede en ongelijkheid kan ’S Jongers meepraten. De interesse van het panel van Aardewerk was gewekt.

Eerste minuut
Vliegend Hert: ’S Jongers bepleit een samenwerking op politiek vlak tussen rood en groen.
Bever: Ecologie en sociaal beleid gaan voor hem samen. In Nederland hebben PVDA en GroenLinks elkaar daarin gevonden. ’S Jongers komt zelf uit een situatie van armoede. Daarnaast heeft hij het ook over parallelle democratieën, waarmee hij bedoelt dat mensen zonder diploma, een goede gezondheid of tevredenheid niet volwaardig kunnen deelnemen aan de democratie.
Vliegend Hert: Het is maar een kleine groep die over al die eigenschappen beschikt…
Klapekster: Het gaat over 15% van de bevolking die een claim legt op alle maatregelen.
Vliegend Hert: Maatregelen die enkel bedoeld zijn om die 15% te dienen.
Klapekster: Inderdaad, dingen zoals zonnepanelen en een premie van 5.000 euro voor een elektrische wagen.
Vliegend Hert: Wie het kan betalen, kan het krijgen. (lachje)

Minuut vijf
Klapekster: Het dieperliggende verhaal is dat de kadootjes altijd naar dezelfde groep mensen gaan. ’S Jongers vraagt zich af waarom mensen die het financieel moeilijk hebben geen gratis zonnepanelen krijgen, terwijl er wel subsidies voor zonnepanelen zijn voor mensen die het eigenlijk niet nodig hebben. De ecologische transitie moet voor hem sociaal zijn.
Vliegend Hert: Het einde van de maand versus het einde van de planeet.
Klapekster: Wat ik hierin wel interessant vind is dat het verkiezingsprogramma werd geschreven door de wetenschappelijke bureaus van de partijen. Dat is een ander systeem dan bij ons waar de studiediensten meer ingebed zitten in de partijen. Het is natuurlijk een heel partijpolitiek verhaal: het gaat over zieltjes winnen.
Vliegend Hert: En is er in dat verhaal genoeg ruimte voor ecologie?
Vuurvlieg: Zijn stijl is nogal populistisch. Die doet me denken aan Sahra Wagenknecht, die in Duitsland met haar eigen linkse partij opkomt. Dat zit op hetzelfde traject. Het is een poging om het rechts populisme met een links populisme te counteren. Dat heeft een theoretische grondslag, iemand als Chantal Mouffe pleit daar al jaren voor.

Minuut tien
Salamander: Dat is niet wat er volgens hem gebeurt.
Vuurvlieg: Het is een poging. Er is ecologie en het sociale, maar er speelt ook nog iets anders mee. Woke, het hele intersectionele identitaire denken over gender enzovoort… Sahra Wagenknecht ageert daartegen. Ze stelt dat links al te zeer bezig is met yuppen-thema’s en daarbij de proletariërs en de armen vergeet. Die tegenstelling heb je ook nog. In Duitsland probeert men het sociale vraagstuk weer op de agenda te krijgen. Aan de universiteiten is men te veel bezig met gender en antikolonialisme.
Salamander: En de politiek dus ook. Een deel van de linkerzijde is progressiever en liberaler geworden. In de VS en het VK krijg je daardoor van die twee blokken van partijen.
Vuurvlieg: Dat is de befaamde cultuuroorlog.

Minuut vijftien
Klapekster: In dit verhaal beweert PVDA jarenlang gedwaald te hebben, op zoek naar de derde weg. En daar zijn ze heel veel mensen kwijtgeraakt. Met de injectie van GroenLinks hebben ze de derde weg verlaten en richten ze zich tot de afgehaakten. Zij zeggen trouwens: het zijn geen afgehaakten, het zijn weggeduwden. Ik ben op hun websites eens gaan rondneuzen en ook in hun filmpjes zit dat populistische wel in.
Vuurvlieg: Dat is natuurlijk omdat een groot deel van hun publiek rechts stemt. De Belgische PVDA oefent ook een soort van populisme uit.
Bever: Ik heb me een beetje verdiept in de Nederlandse verkiezingen en ik kan me wel voorstellen dat mensen in armoede vallen voor de gemakkelijke oplossingen die de rechts-populisten voorschotelen. Het tekort aan woningen is bijvoorbeeld de schuld van de vreemdelingen. Hetzelfde voor thema’s als onderwijs, hoge energieprijzen… Het klinkt belachelijk, maar het slaat aan.
Salamander: Dat is toch niet gek als er nooit iets veranderd? Er verandert nooit iets structureel aan hun situatie. Het centrum lijkt geen antwoord te hebben.
Klapekster: Het doet me denken aan die tekst van Bruno Latour waarin hij zegt dat ons links-rechts-assenstelsel niet meer van toepassing is omdat het gedraaid is naar het aardse tegen het onpeilbare.

Minuut twintig
Salamander: Wat je ziet in adversarial systems als de VS en het VK is dat het ene blok tegen het andere strijdt. Daarover wordt dan gezegd: dat is hoe democratie werkt. Het is oké dat het zo werkt. Maar wat je nu ziet gebeuren is dat die blokken zijn opgestegen, waarvan dan heel vaak wordt gezegd: dat is de uniparty. Een soort spektakel-democratie die wordt uitgevochten in de media. Je krijgt een soort opstijging richting beleid dat uitgaat van de leefwereld van liberale elites in de bubbel van Westminster of de Beltway – de leefwereld van politici en mediamensen. Maar het levert niets op buiten holle compromissen en slecht beleid. Dat stuurt veel kiezers naar datgene wat buiten die bubbel valt.
Klapekster: Dat bedoel ik niet. De populisten zitten op dat onpeilbare van Latour. Dat is een soort van maatschappelijke zelfmoord.
Vuurvlieg: Is het ook geen principieel probleem dat die zogezegde deplorables niet zichzelf vertegenwoordigen? Het zijn altijd anderen die in hun naam spreken. En die anderen komen altijd uit de intellectuele, hogere, beter gesitueerde klasse. Daar zit toch een inherent paternalisme in? Dat is het verschil met de vroegere arbeidersstrijd. Die arbeiders waren geschoold, niet wat hun werk betrof, maar ze hadden klassenbewustzijn. Ze hadden een cursus over Marx gehad of vakbondsscholing. Nu zijn het mensen die benaderd worden alsof ze hulpeloos zijn.
Bever: Dat past helemaal in de kraam van Tim ’S Jongers. Hij heeft het onder meer over spreidstandburgers. Hij komt uit een situatie van armoede, weet dus wat het is.
Vliegend Hert: Maar hij hoort ondertussen bij die andere klasse.
Bever: In een interview met De Morgen vertelt hij hoe snel die overgang van hopeloos naar hoopvol verliep. De deuren gingen open van het moment dat hij zijn diploma haalde.

Minuut vijfentwintig
Vuurvlieg: Ik moet nu denken aan die priester uit Limburg, Jef Ulburghs, die begaf zich onder de arbeiders. Hij zorgde ervoor dat ze zichzelf konden organiseren. Ze werden mondig en strijdvaardig. Dat is iets anders dan te zeggen: we moeten iets doen voor de deplorables want ze kunnen zelf geen vuist maken. De arbeiders van nu hebben geen economische macht meer.
Klapekster: In het begin van de sociale strijd had je de coöperatieven. Er was een wereldbeeld gebaseerd op samenwerking.
Vliegend Hert: En dat werkte vroeger.
Klapekster: Ja, maar nu niet meer.
Salamander: Waardoor er nu alleen nog maar sectorale akkoorden worden gesloten. En het overkoepelend arbeidersbewustzijn is verdwenen.
Vuurvlieg: Zelfs de leden van de PVDA behoren voor een groot stuk tot de middenklasse.
Salamander: Maar ze doen tenminste moeite, en dat is het verschil. Het populisme kan naar binnen sluipen omdat we leven in een post-verzuilde samenleving. De partijen hebben zich losgerukt van de samenleving en het middenveld is verdwenen.
Vuurvlieg: Vroeger waren de dingen ook eenvoudiger. Er is vandaag de dag een veel hogere graad van intellectualiteit vereist om de maatschappelijke complexiteit te vatten.

Minuut dertig
Bever: Ik link zaken zoals burnouts ook aan die complexiteit.
Vuurvlieg: Zonder twijfel. Zelfs het dagelijkse leven is door technologie enorm complex geworden.
Salamander: Het zou tot enige solidariteit kunnen stemmen. Professor Wim Van Lancker
toont heel mooi aan hoe ongelijkheidsreproductie in het onderwijs kan aangepakt worden door vroeg genoeg te beginnen met maatregelen. Het is blijkbaar heel moeilijk voor het beleid om die maatregelen uit te voeren.
Everzwijn: Over welke maatregelen hebben we het dan?
Salamander: Technische kwesties zoals hoe je moet omgaan met universaliteitsprincipes. Maatregelen die je kan nemen om kinderen uit armoede te trekken. Een slechte startpositie werkt immers nog heel lang door.
Everzwijn: Wat ’S Jongers de 10-0 achterstand noemt.
Salamander: Hoe vroeger je die achterstand wegwerkt, hoe groter het effect.
Vuurvlieg: Hoe komen die mensen in de armoede terecht? Het begint met een catastrofale toestand binnen de familie: een scheiding of iets dergelijks. Kinderen die van hot naar her worden geduwd. De ouders hebben misschien een job die niet veel opbrengt. Dat creëert een heel fragiele toestand. Wat doe je daar dan aan?
Everzwijn: Dat is wat die journalist van De Morgen tegen Tim ’S Jongers vertelt. Hij zag in zijn nabije omgeving een alleenstaande moeder met twee kinderen spectaculair snel in armoede terechtkomen.

Minuut vijfendertig
Klapekster: We zijn er serieus op achteruit gegaan sinds de tijd dat mijn vader een gezin met vier kinderen kon onderhouden met één inkomen.
Vliegend Hert: De kinderen van nu hebben een enorm hoog niveau van welstand nodig om alleen nog maar mee te kunnen. Anders worden ze buitenspel gezet.
Salamander: Een progressieve stijging van wat je zou kunnen noemen de infrastructuur van het leven – of dan toch de technologische kant ervan. Waarmee ik bedoel: dat wat er allemaal nodig is om te kunnen meedraaien op een symbolisch, menselijke volle manier… Het zou een taak van Aardewerk kunnen zijn om daarover na te denken. Dat heeft een harde economische kant: vroeger was één inkomen genoeg om een gezin te onderhouden. Maar wat er precies bedoeld wordt met onderhouden, dat is doorheen de jaren veranderd. En dat staat ook niet vast. Dat gaat over een wereldbeeld waar je als samenleving naar toewerkt.
Everzwijn: Je hebt het dan niet alleen over geld, maar ook over kennis?
Salamander: We leven nu eenmaal in een kennismaatschappij waarin onderwijs op die manier wordt ingevuld. Kennis is dienstbaar voor de markt. En die kennis leidt naar meer empathie voor de onderkant van de samenleving, naar andere manieren van leven, naar een eerder ecologische manier van leven.
Klapekster: Ik zie dat toch vooral als bezigheidstherapie. Er is niets fundamenteel dat we kunnen doen.
Salamander: Dan onderschat je de macht waarmee dat gepaard gaat.

Minuut veertig
Vuurvlieg: De groenen zijn niet begaan met de sociale kwestie. (stellig) Dat raakt hen niet.
Salamander: Het begint terug op te komen. Je ziet dat in de samenwerking tussen PVDA en GroenLinks in Nederland. Of het zal lukken, dat is een andere kwestie…
Vliegend Hert: Nochtans is er in hun verkiezingsprogramma’s wel aandacht voor.
Salamander: Het volgt een neoliberaal consensusmodel, in de zin dat het progressief wil zijn en oog wil hebben voor die mensen. Op voorwaarde dat ze zich inschrijven in een bepaald samenlevingsmodel. Dat is een kenmerk van groene partijen in verschillende landen.

Minuut vijfenveertig
Klapekster: Aan de andere kant heeft PVDA een populistische stijl omarmt: Raoul Hedebouw die aan de benzinepomp staat met de eis om de brandstofprijzen te blokkeren.
Zij claimen ook ecologisch te zijn.
Salamander: Het probleem is dat mensen slechte informatie krijgen.
Klapekster: Ze zijn natuurlijk enorm ontgoocheld. We kunnen kappen op Hedebouw, maar de loze beloftes van de centrumpartijen zijn niet veel beter. De burger is niet dom. Ze willen met hun stem voor een populist een signaal geven.
Everzwijn: Is het ooit eerder gebeurd dat twee partijen succesvol samensmolten?
Salamander: PVDA is in Nederland na de Tweede Wereldoorlog ontstaan als – wat toen heette – een doorbraakpartij. Een coalitie van roden, christendemocraten en linkse liberalen, ontstaan uit de noodzaak om op een breed gedragen manier aan politiek te doen. Afsplitsingen en hergroeperingen gebeuren constant in de politiek. De structurele verandering in de politiek zijn de ontzuiling, de opkomst van de Vlaamsgezinde partijen en de groene partijen en one-issue partijen.

Minuut vijftig
Vliegend Hert: Het Nederlandse systeem is toch vrij uniek. Nog niet zo lang was Caroline van der Plas van BoerBurgerBeweging de populairste politicus en nu lijkt die alweer oud nieuws te zijn.
Vuurvlieg: Maar is er daar ergens een radicaal ecologisch perspectief te zien?
(algemene consensus van niet)
Vuurvlieg: Het gaat toch nergens over degrowth of een volledig nieuw voedselsysteem zonder veeteelt? De discussie verloopt toch binnen het bestaande sociaal-economische kader dat er vooral op voorzien is om de economie draaiende te houden en te voorzien in voldoende groei.
Salamander: Dat is de ironie. Degrowth hoor je alleen bij de links-progressieve partijen die in de Europese cenakels zitten, zoals GroenLinks of D66.
Vuurvlieg: Ik heb er nog nooit iemand horen spreken op het spreekgestoelte. Misschien wel in de studiekringen of zo. Ik hoorde zelfs iemand als Hendrik Schoukens zich vrij optimistisch uitlaten over het stikstofakkoord. Geen enkele vraag of dat hele bestel van de veeteelt nog wel houdbaar is. Wie George Monbiot leest, weet toch dat we niet zo verder kunnen.

Minuut vijfenvijftig
Salamander: Het is geen kwestie van moed. En dat is wat mij nog het meest pessimistisch stemt: in het kader van het politieke spectrum is het niet intelligibel om dat soort vragen te stellen. En daarom zit een thema als degrowth alleen bij die bepaalde partijen. Daardoor kan het nooit niet veel meer worden dan een deug-discours, iets als “wij hanteren deze term want wij hebben ons al die literatuur eigen gemaakt”. Men probeert daarmee een populaire instemming te geven, terwijl men zichzelf daarmee eigenlijk ondermijnt.
Vliegend Hert: Ik woon op de boerenbuiten en zie dat bij velen van de vooral oudere generatie toch het besef rijpt van dit kan op deze manier niet blijven duren. Toch zouden die zichzelf geen ecologisten noemen. Dat aanvoelen is er bij een groep mensen.

Hoewel nog lang geen lente, roept de koekoek uit de koekoeksklok. Deze Zestig Minuten zijn om en alle dieren keren weer naar hun holen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *