60 minuten – Tot de bodem

60 minuten – Tot de bodem

Eind januari trok een klein groepje van Aardewerk naar de boekvoorstelling van Tot de bodem: de toekomst van landbouw in Vlaanderen. In 12 bijdragen van 27 experten wordt gezocht naar een antwoord op de vraag hoe de landbouw in Vlaanderen eerlijk, sociaal rechtvaardig, duurzaam en solidair kan worden gemaakt.

Het lag dan ook voor de hand dat we voor deze rubriek enkele delen uit dit boek zouden bespreken. We kozen voor de inleiding en de conclusie van historica Maïka De Keyzer en hoofdstuk 6: Groter en efficiënter: toekomst of teloorgang van de Vlaamse landbouw? door Tessa Avermaete.

Het boek is gratis te downloaden op de website van Leuven University Press. Op de downloadpagina is ook de boekvoorstelling te herbekijken.

Disclaimer: omwille van de anonimiteit van de deelnemers worden de pseudoniemen van het vorige deel aangehouden.

Eerste minuut

Klapekster: Hoofdstuk zes is een beetje de vreemde eend in de bijt. Ik vond het niet overtuigend en inhoudelijk tegenvallen. Het is een ecomodernistische visie. Het idee is: we hebben nood aan meer natuur want de biodiversiteit gaat achteruit. Het verminderen van meststoffen en pesticiden zal slechts een handvol soorten ten goede komen. En dan ook nog enkel de soorten die afhankelijk zijn van landbouw.
Het is een pleidooi om landbouw nog meer te concentreren. Om het nog intensiever te maken zodat de natuur meer ruimte krijgt en we meer échte natuur krijgen waar alle soorten kunnen floreren. De hoeksteen van haar verhaal is dat biolandbouw 40 tot 50% minder opbrengsten per hectare genereert.

Hagedis: En zegt ze iets over het effect op de gezondheid?

Klapekster: Ze heeft het over het feit dat we binnenkort tien miljard monden moeten voeden. Dus, zo stelt ze, kunnen we niet beknibbelen op de productiviteit van onze landbouw.

Hagedis: We weten ondertussen toch dat biolandbouw een hogere productie heeft.

Everzwijn: Zij zegt van niet en lijkt cijfers te hebben die dit onderschrijven.

Klapekster: Zij handelt het af in twee zinnen.

Bever: Op Universiteit van Vlaanderen staat een filmpje waar ze dit thema behandelt. Daarin stelt ze de vraag of we een beperking moeten opleggen aan de import van groenten en fruit. Ze legt uit dat transport maar een klein deel uitmaakt van de CO2-uitstoot van de voedselketen. Sommige groenten kunnen we beter lokaal produceren. Maar tomaten die hier in een verwarmde serre worden gekweekt, hebben een hogere uitstoot dan tomaten die uit Spanje komen.

Klapekster: Dat lijkt me realistisch. Maar soms is haar betoog nogal kort door de bocht.

Minuut vijf

Glimworm: En wie is zij eigenlijk?

Bever: Een wetenschapster aan de KU Leuven.

Everzwijn: En een voedingscoach.

Klapekster: In haar artikel heeft ze het ook over de kwaliteit van voeding.

Everzwijn: Ze schrijft dat het niet zou vaststaan dat biologische voeding gezonder zou zijn.

Hagedis: (reageert met afkeuring)

Everzwijn: Of dat een appel van een lokale boer beter zou zijn dan-

Klapekster: (pikt in) Dan de appel die je in de supermarkt koopt. Je moet er wel abstractie van maken dat het aanbod in de supermarkt qua diversiteit in rassen eerder beperkt is.

Hagedis: In Nederland en Duitsland zijn er biolandbouwers die op grote schaal produceren.

Minuut tien

Everzwijn: Ik begrijp niet waarom Zuhal Demir haar wagonnetje aan dit boek heeft gehangen…

Klapekster: Die zag vooral een mooie opportuniteit. De minister van Landbouw Jo Brouns wilde niet aanwezig zijn op het debat. Dan hebben ze minister van Omgeving Demir gevraagd en uiteraard zegt die dan geen neen. In het stikstofdossier probeert ze de landbouw in een hoekje te drijven om de industrie te redden – daar komt het volgens mij toch op neer. Als ze dan in zo’n panel kan gaan zitten om haar punt nog eens te maken, zal ze dat zeker niet laten. Het is voor haar op dat moment gemakkelijk om de sympathieke uit te gaan hangen.

Everzwijn: Ik vraag me af of ze zelfs nog maar de inleiding van dit boek heeft gelezen. Er staan toch dingen in die voor haar partij moeilijk te verteren zijn?

Hagedis: Ze is misschien al met de volgende verkiezingen bezig.

Everzwijn: De tekst rekent af met het “liberale laissez-faire beleid”, het conservatisme in de landbouw, het gaat over een radicale omslag… Alles waar N-VA van gruwelt.

Klapekster: Het was een debat. Hendrik Van Damme van Algemeen Boeren Syndicaat is het ook niet met alles eens wat er in het boek wordt gezegd, neem ik aan.

Everzwijn: Brouns wilde niet komen omdat hij zich niet welkom voelde. Zij gaat er dan wel op in. Is dat dan geen opmerkelijke keuze?

Klapekster: Ik begrijp die keuze wel. Ze heeft een goede neus voor dat soort dingen.

Minuut vijftien

Vliegend Hert en Salamander sluiten aan bij de groep. Ze nestelen zich rond de tafel.

Everzwijn: Salamander, waarom heb je ons in hemelsnaam opgedragen om hoofdstuk zes te lezen? Dit zorgt voor beroering in onze middens!

Bever: Dat hoofdstuk is de saboterende mol binnen het boek.

Vliegend Hert: Goed dat er voor zoiets ruimte is. Het is een discussie die we ook al binnen Aardewerk hebben gevoerd: in hoeverre moet landbouw geconcentreerd worden op een kleiner gebied zodoende dat er meer plaats komt voor natuur.

Salamander: (hoort het met de glimlach aan) In een poging om die discussie terug wat nieuw leven in te blazen. Het is altijd interessant om te zien of het standpunt hierover hetzelfde is gebleven of toe is aan een wijziging. Er zijn wat nieuwe leden bij onze groep gekomen.

Bever: (beaamt) Het thema heeft wat meer verdieping nodig.

Salamander: Al is het maar omdat die discussie één van de controverses is – om het dan zomaar te noemen – in het bredere debat. Niet alleen binnen Aardewerk.

Minuut twintig

Klapekster: Haar bijdrage is niet representatief voor het boek.

Salamander: Voilà, net omdat het niet representatief is, is het waardevol om de vraag te stellen: waarom zit het in dat boek? Er is een afweging gemaakt om het boek op deze manier samen te stellen.

Vliegend Hert: Ik vind niet dat het zo hard wringt met de rest van het boek. Ze is ervan overtuigd dat landbouw gezonde producten moet voortbrengen. Ze pleit er niet voor dat er chemiek wordt gebruikt. Dit is geen extreem standpunt.

Salamander: Pas op, dat heeft veel te maken met de manier waarop het werd geformuleerd. Je moet ook de consequenties van wat ze schrijft kunnen zien. Wat dat betreft, is het meer een kwestie van interpretatie.

Vliegend Hert: Ik lees ook maar wat er staat: veel meer ruimte voor natuur.

Minuut vijfentwintig

Klapekster: Tegelijkertijd zegt ze: we moeten meer intensiveren. We moeten de opbrengst opdrijven, opdrijven, opdrijven…

Salamander: Tenminste: sommige bedrijven.

Klapekster: De rest van haar betoog is: er mag nog wel extensieve landbouw zijn, maar dat is dan eerder een biotoop voor bepaalde soorten die afhankelijk zijn van deze vorm van landbouw. Maar zij geeft een pleidooi voor een heel intensieve voedselproductie.

Vliegend Hert: De voorbeelden die ze geeft van duurzame voedselsystemen vond ik eerder aan de flauwe kant zijn.

Klapekster: (instemmend) Die ondersteunen haar standpunt helemaal niet. Vond ik niet overtuigend. Ze poneert ergens dat biolandbouw maar de helft opbrengt als klassieke landbouw, maar ook dat vond ik niet overtuigend.

Vliegend Hert: Wat je als boer ziet, is dat je een grond krijgt zonder leven. Het bodemleven gaat eraan. Wonderlijk genoeg halen ze met al die chemische rommel veel productie uit die grond. Het is natuurlijk de vraag wat dat op lange termijn nog gaat opleveren. Er zijn te weinig overtuigende cijfers. Maar als je de productie per hectare sinds de jaren 1950 ziet, dan is die verveelvoudigd. Dat lijkt me met biolandbouw niet zo vanzelfsprekend.

Minuut dertig

Klapekster: Op lange termijn kan de bodem met deze vorm van landbouw compleet kapot gaan.

Salamander: Dat zien we nu al.

Klapekster: Of grond die wordt weggespoeld door erosie. Alleszins zit er niet veel leven meer in.

Hagedis: Ik ben wel eens bij Rom (De Cock, jarenlang sterkhouder bij de weekends en Zomerweken van Aardewerk, ons veel te vroeg ontvallen, helaas, nvdr) thuis geweest en die had een klein tuintje en dat stond boordevol groenten.

Klapekster: Het was gigantisch wat die daar uithaalde. Maar dat is dan weer heel arbeidsintensief. En ik denk dat als je bijvoorbeeld met lagen gaat werken – zoals in boslandbouw – dat je de productie ook kunt opdrijven.

Vliegend Hert: De vraag is: wie wil dat nog doen?

Klapekster: Ik denk dat er veel mensen zijn die dat zouden willen doen. Liever dat dan de hele dag voor een computer te zitten.

Vliegend Hert: Ik ben boer geweest van 1972 tot 2002. In mijn jeugdjaren liep er niemand door onze straat. Het was voor mij vreemd om te zien dat er mensen waren die begonnen te joggen. Dat bestond vroeger niet. Dat zijn allemaal mensen die hun energie kwijt moeten, maar die niet geïnteresseerd zijn om onkruid te wieden of hooi omhoog te steken.

Minuut vijfendertig

Deze uitspraak van Vliegend Hert ontlokt massaal protest.

Everzwijn: Vergeten mensen soms dat er ook veel saaie kanten zijn aan het landbouwleven?

Hagedis: Er zijn toch veel mensen uit andere landen die hier in de landbouw komen werken?

Everzwijn: Zij komen het in onze plaats doen om niemand het hier zelf wil doen.

Klapekster: Het huidige model is dat een landbouwbedrijf het bezit is van één persoon en die huurt arbeid in.

Vliegend Hert: Mensen met een slecht statuut.

Klapekster: Maar wat als je naar een model gaat waarbij je mensen meer betrekt bij de productie van hun voedsel? Waarbij je dan met een gemeenschap van mensen onkruid gaat wieden, zoals nu al op kleine schaal bij zelfplukboerderijen gebeurt. Dan spreek je over een ander systeem.

Vliegend Hert: Maar als je ziet hoeveel voedsel er nodig is om steden als Brussel of Leuven te voeden.

Klapekster: Dat is gigantisch. Dat kunnen wij hier niet produceren. We hebben veel te weinig areaal.

Vliegend Hert: Tenzij we onze vleesconsumptie flink zouden terugschroeven.

Klapekster: Zelfs dan weet ik niet of het zou lukken.

Hagedis: Je kan het de veehouders toch moeilijk kwalijk nemen? Ze worden zo slecht betaald.

Vliegend Hert: Ik heb ook die raad gekregen als jonge boer: bijbouwen, vernieuwen, opschalen… Maar in de jaren 1980 en 1990 begon er toch meer bewustzijn te groeien rond milieu. Als je die problemen als boer niet zag aankomen, dan was je toch niet helemaal bij de zaak. De boeren hadden toch ook een beetje verantwoordelijkheid om zelf te bepalen of ze meegingen in dat systeem van altijd maar groter en meer?

Hagedis: Het was de Boerenbond die hen daartoe heeft aangezet.

Vliegend Hert: Het ligt toch iets complexer dan dat. Het is in de eerste plaats de concurrentie die dat bepaalt. En de Boerenbond had nog een soort van een geweten. Ze hebben gehandeld in de overtuiging dat wat ze deden het juiste was.

Minuut veertig

Klapekster: Nu blijkt dat het foute keuzes waren. Destijds was dat niet zo duidelijk. Ik kan begrijpen dat ze na de oorlog uit angst voor voedseltekorten een bepaalde richting hebben gemaakt.

Hagedis: Dat was het beleid van Mansholt, die deze keuzes later heeft betreurd.

Vliegend Hert: Ik was vroeger fel anti-Mansholt, maar in het boek lees ik dat hij nog andere dingen in zijn beleid had voorzien die niet werden geïmplementeerd.

Bever: Zijn beleid was een pakket waar ze gewoon hebben uitgehaald wat hen goed uitkwam.

Vliegend Hert: In het boek wordt zelfs een pleidooi gehouden voor een visie à la Mansholt. Kennen jullie trouwens het romantische verhaal van Mansholt? Hij werd verliefd op de veertig jaar jongere Duitse activiste Petra Kelly en zij zou hem hebben beïnvloed. Het dramatische is dat zij later vermoord werd door haar man Gert Bastian. Dit geheel terzijde.

Klapekster: De petite histoire helpt soms om het grotere verhaal te begrijpen.

Minuut vijfenveertig

Everzwijn: Is Mansholt altijd de boeman geweest? Hij is toch degenen die met een groot plan afkwam om de honger uit Europa te houden?

Vliegend Hert: Boeren zijn altijd wat terughoudend. Ze zijn eerder conservatief. Behalve op economisch vlak. Maar als regelgeving te veel van bovenaf wordt opgelegd, gaan ze al snel steigeren. Maar ik herhaal: heeft de boer niet een beetje verantwoordelijkheid? De kritiek op het landbouwmodel weerklinkt al sinds de jaren 1970.

Klapekster: De tijdsgeest begon te veranderen. Silent Spring van Rachel Carson kwam uit.

Vliegend Hert: In die jaren was er in Amerika een heel grote protestbeweging tegen milieuproblemen. Er was bodem om dat aan te pakken, maar het was economisch niet interessant.

Minuut vijftig

Vliegend Hert: De discussie is nog altijd gaande. En we zien dat CD&V en de Boerenbond ook nu weer een belangrijke rol spelen en niks willen aanvaarden, terwijl zij het zijn die de boeren in de problemen hebben geduwd. Niet vergeten: de boeren krijgen een vergoeding. Het merendeel van die boeren is een stuk in de vijftig. Waarom pakken die het manna uit de hemel niet gewoon aan? Het gaat over een veertigtal bedrijven, dus waar hebben we het eigenlijk over?

Everzwijn: Zien boeren het ook niet als een levensstijl die in gevaar komt? Voor hen is het meer dan zomaar een job.

Vliegend Hert: Ik heb dat soort leven dertig jaar gekend en ik heb acties kunnen voeren met De Groene Fietsers en Agalev omdat niemand mijn job kon afpakken. Ik ben verschillende keren voor de rechtbank moeten verschijnen, maar wat kon mij het schelen? Ik had geen werkgever die me kon ontslagen.

Klapekster: Eigenlijk is die tijd toch al lang voorbij dat een landbouwer zijn eigen ritme kon bepalen.

Vliegend Hert: De inzet is nu zo hoog geworden dat men als de dood is voor eventuele tegenslagen. Dan stuikt het hele systeem in elkaar. Men zet alles in op één teelt.

Klapekster: Een keuterboer met verschillende teelten zal een soort van vrijheid hebben gehad. Maar als je sla kweekt voor Delhaize, weet ik niet of er veel vrijheid bij komt kijken.

Bever: Plus de afhankelijkheid van de Monsanto’s van deze wereld.

Vliegend Hert: Toch leeft dat vrijheidsideaal nog bij de huidige boer. En ik moet toegeven dat ik dat ook wel waardevol vind.

Minuut vijfenvijftig

Bever: Ik wil het voorbeeld van uit die documentaire over de Boerenleenbank aanhalen. Daar zag ik bioboeren die bewust komaf hebben gemaakt met het oude systeem. En die hebben hun vrijheid teruggewonnen.

Vliegend Hert: Je moet als boer sterk in je schoenen staan om de permanente druk aan te kunnen. In mijn tijd kreeg je informatie via de officiële kanalen, de ledenbladen. Hetgeen niet gepubliceerd mocht worden, kwamen ze je persoonlijk vertellen en aanbieden. Je staat als boer alleen tegen die permanente druk. En dan de eeuwige vraag: hoe geraak ik mijn product kwijt aan een deftige prijs?

Everzwijn: Zullen we eindigen met de vraag die Salamander altijd stelt: waarom dit boek op dit moment?

Salamander: Ik denk dat de actualiteit die vraag beantwoordt. Het is een erg urgent onderwerp.

Everzwijn: Waarom heeft Zuhal Demir zich aan dit boek verbonden?

Salamander: Je moet er ook niet meer van maken dan het is.

Minuut zestig

Op vraag van Salamander gaat het opname-apparaat uit. Hij schetst off the record de omstandigheden van de deelname van de minister aan het debat. Everzwijn kijkt treurig in zijn lege kopje koffie en besluit: “Teleurstellend banaal”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *